Werken met kinderen

Na het vwo besloot Maaike om te beginnen aan de ALPO. Halverwege het jaar ontdekte zij dat ze haar volledige focus wilde leggen op het werken met kinderen en het lesgeven. Ze koos voor de HAN pabo in Nijmegen omdat deze opleiding goed aangeschreven stond en ze zich hier al vanaf het begin thuis voelde. “Ik heb voor de pabo gekozen omdat ik met kinderen wilde werken en iets voor hen wil kunnen betekenen. Hier wilde ik 100% voor gaan en koos ervoor om over te stappen naar de pabo”, vertelt Maaike.

Spannend maar leuk
Het eerste jaar van de pabo ging Maaike meteen stage lopen op een basisschool. “Het eerste jaar vond ik hierdoor het leukste en het spannendste. Ik wist door stage wel meteen dat ik leerkracht kan én wil worden.” Voor de drama- en muzieklessen moest Maaike echt uit haar comfortzone stappen. “Gelukkig raak je na een tijdje er steeds meer vertrouwd mee en wordt het alleen maar leuker.”

Grote ontwikkeling
Tijdens de studie is er veel aandacht voor je persoonlijke ontwikkeling, omdat je als leerkracht een voorbeeldrol hebt voor je leerlingen. Maaike: “Het interessante van deze studie is dat ik mij in één jaar tijd al zoveel ontwikkeld heb op persoonlijk en professioneel vlak. Een jaar geleden had ik niet gedacht dat ik zoveel zou zijn gegroeid, in een relatief korte periode. Dit vind ik heel fijn en voegt echt wat toe aan de studie.” Ook vindt Maaike het fijn dat wat ze in haar lessen leert, meteen kan toepassen in de praktijk. “Ik krijg veel praktijkvoorbeelden aangeboden die ik kan gebruiken in mijn eigen stageklas, heel erg fijn.”

Goede combinatie van studie en privé
Maaike vindt de pabo prima te combineren met werk en sport. “Ik heb genoeg tijd om 2-3 keer in de week te sporten en daarnaast nog een bijbaantje te hebben. Tijdens een stageweek kan het wat drukker zijn, maar met een goede planning is het prima te managen”, vertelt ze. Mocht je toch tegen problemen aanlopen tijdens je studie dan kun je altijd om hulp vragen. “De docenten vind ik heel behulpzaam en denken graag met je mee als je bijvoorbeeld problemen ondervindt op je stage.”

Kritisch nadenken over onderwijs
In het tweede jaar van de pabo ligt de focus meer op het kritisch na kunnen denken over onderwijs. Maaike heeft daarom onderzoek gedaan naar wat voor- en nadelen van differentiatie in de klas zijn. “Ik kijk hierbij hoe leerkrachten beter rekening kunnen houden met de verschillen tussen leerlingen. Ik vond het interessant om ook op theoretisch vlak meer te leren en vervolgens te kijken hoe dit terugkomt in de praktijk”.

Een veilige, inspirerende docent
Na de pabo hoopt Maaike een leerkracht te zijn waarbij leerlingen zich veilig voelen om zichzelf te zijn. Maaike: “Ik wil dat ze zich door mij gezien en gehoord voelen. Daarnaast wil ik leerlingen inspireren. Dit wil ik doen door te laten zien hoe leuk leren kan zijn. Ik wil dat ze alles uit zichzelf kunnen halen om zich zover mogelijk te ontwikkelen.”

Een tip voor jou
Maaike wil graag (twijfelende) studiekiezers nog een tip meegeven voor als ze misschien de HAN Pabo willen gaan doen: “Als je weet dat je iets voor kinderen wilt gaan betekenen, kies dan voor de HAN Pabo. Je kan als goede leerkracht écht een verschil maken voor kinderen. Daarnaast merk je al heel snel of de opleiding bij je past, want je gaat meteen stage lopen.”

Kennismaken?
Wil je meer weten over de HAN Pabo? Kom dan naar een Open Dag in Nijmegen of in Arnhem.
Wil je een kijkje nemen in de klas? Ook dat kan! Meld je aan voor Kijkje in de klas.

Wil jij studenten van de pabo alvast leren kennen? Volg ons op social media!

Instagram | Facebook | TikTok

Tijdens mijn stage ontdekte ik hoe breed kinderfysiotherapie is. Je ziet baby's, pubers en alles daartussenin.

Al sinds mijn middelbare-schoolperiode werk ik als oppas. De omgang met kinderen vond ik toen al erg leuk en het heeft altijd al in me gezeten om later met kinderen te willen gaan werken. Qua vervolgopleiding leek fysiotherapie me het meest interessant omdat ik graag met mensen werk en interesse heb in beweging. Ook heb ik nog kort aan pedagogiek en de pabo gedacht omdat ik het contact met kinderen zo leuk vind. Toch heb ik voor fysiotherapie gekozen. Tijdens de opleiding kwam steeds duidelijker naar voren dat ik in het beroep van fysiotherapeut ook de combinatie met werken met kinderen kan maken. Voor mij is dit daarom de ideale match.

Mijn eerste lange stage tijdens de opleiding heb ik gelopen bij een fysiotherapiepraktijk die ook kinderfysiotherapie aanbiedt. Eén van mijn stagebegeleiders behandelde veel kinderen en daar mocht ik bij meekijken. Ook heb ik meegelopen met een gespecialiseerd kinderfysiotherapeut. Ik ontdekte hoe breed kinderfysiotherapie is. Je ziet baby’s met een voorkeurshouding, peuters met bewegingsproblematiek, kleuters met schrijfproblemen en alles daartussenin tot aan pubers.

Het leuke van werken met kinderen vind ik dat je creatief uitgedaagd wordt. Je moet overal een spelletje van maken om ze op die manier uit te dagen en te laten meewerken. Die denkwijze spreekt me heel erg aan.

Na de opleiding fysiotherapie wil ik eerst in een eerstelijnspraktijk gaan werken om daar brede ervaring op te doen. Ik vind zowel kinderen al sport heel interessant. In een eerstelijnspraktijk kun je al kinderen zien. Mocht ik echt kinderfysiotherapeut willen worden, dan moet ik de master kinderfysiotherapie erachteraan plakken.

Benthe wist al van kleins af aan dat ze later juf wilde worden. Maar in het laatste jaar van het mbo Onderwijsassistent twijfelde ze toch. “Ik ben toen verder gaan zoeken naar vakgebieden waarin werken met kinderen centraal staat. Ik kwam uit bij Pedagogiek.”

Benthe haalt veel energie uit het werken met kinderen. “Ik vind kinderen zo puur en eerlijk. Bovendien vind ik het gedrag en de interactie van en met kinderen super interessant. Daarover leer je veel bij Pedagogiek.” Met de opleiding kun je vele kanten op. Je kunt aan de slag op scholen, bijvoorbeeld als intern begeleider. Maar ook als jongerenwerker, gezinsbegeleider in de jeugdzorg of als teamleider op een kinderdagverblijf. “Ik ben zelf vooral geïnteresseerd in het werken met kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar.”

Veel stage
Bij de hbo-opleiding Pedagogiek aan de HAN loop je al stage vanaf jaar 1. “Er is een database, maar je mag ook zelf op zoek gaan. Zo kan je zelf beslissen wat voor jou een uitdagende praktijkplek is. In het eerste jaar heb je 1 dag stage. Dat vond ik zelf te weinig. Met 1 dag per week is het lastig om je helemaal in te nestelen binnen een praktijkplek. In het tweede jaar mag je 2 dagen stagelopen. Dat vind ik zelf al een stuk leuker, omdat je dan meer meekrijgt van de dingen die op je praktijkplek gebeuren.”

Werken aan vaardigheden
“Ik loop mijn 2e jaars stage op een brede school. Binnen een brede school werken diverse partijen samen die gericht zijn op kinderen. Denk aan het regulier onderwijs, speciaal onderwijs, een kinderopvang en een taalklas. Ik merk dat ik binnen deze praktijkplek zelfstandig aan de slag mag gaan. Zo mag ik met groepjes kinderen apart aan de slag en eigen inbreng wordt erg gewaardeerd. Ik heb een eigen memory spel gemaakt en deze gespeeld met kinderen uit de Taalklas. Door veel te werken met de kinderen, verbeter ik mijn vaardigheden zoals contact maken, observeren, gespreksvaardigheden en een vertrouwensrelatie opbouwen.”

Theorie direct toepassen
Het leukste aan de opleiding vindt Benthe het beroepsmatige. “Ik heb het gevoel dat ik bij deze opleiding echt een beeld krijg hoe mijn werk er later uit zou kunnen zien. Je krijgt erg veel inzichten in hoe je te werk gaat en hoe de ontwikkeling van kinderen verloopt. Ik vind het heel fijn dat ik de theorie die ik op school leer, toe kan passen op mijn praktijkplek.”

Hoe zie je je toekomst?
“Mijn plan is nog steeds om na Pedagogiek de Pabo te gaan doen. Dat kan verkort. Op die manier kan ik als juf aan de slag, maar ook in het pedagogische werkveld. De opleiding Pedagogiek leert me ontzettend veel over het gedrag en de ontwikkeling van kinderen. Als ik later ga werken met kinderen, geeft me dit een goede start!"

Meer weten over Pedagogiek?
Kijk op han.nl/pedagogiek of Instagram

Binnen het Pabo-ALO traject loop je meerdere stages. Je loopt stage voor de Pabo en voor de ALO. Kato, 4e jaars student, vertelt over haar stage-ervaringen. Eerder heeft Kato stage gelopen in het basisonderwijs en middelbaar onderwijs. Nu loopt Kato haar (pabo) stage bij basisschool Uniek in Ede. Aan Kato de vraag hoe ze haar stage ervaart en wat ze daar leert.

De stage van Kato
Kato loopt op dit moment stage bij Uniek, dit is een basisschool waar het merendeel van de kinderen een buitenlandse achtergrond heeft. Hierdoor ligt de nadruk op het woordenschatonderwijs. Ze heeft hier vorig studiejaar ook stage gelopen, toen stond ze als leerkracht in groep 8. Daarna heeft ze een onderwijsblok gewerkt op Uniek. “Ik stond toen in alle groepen. Hierdoor ken ik alle kinderen van de school. Dat vind ik heel erg leuk”, aldus Kato.

Dit jaar loopt ze stage in groep 7/8 en werkt ze 2 dagen in de week bij groep 3/4. De werkzaamheden die Kato op dit moment uitvoert bestaan uit het ondersteunen in de lessen, lesgeven en ondersteunen van de leerkracht. Dit varieert ook per groep. “Mijn werkzaamheden verschillen per dag. In groep 7/8 geef ik vooral veel lessen aan groep 8. Groep 7 gaat dan mee met een andere leerkracht. In groep 3/4 werk ik vooral als onderwijsassistent”, aldus Kato.

Competenties op stage
“Wat ik vooral leer op stage? Mezelf flexibel opstellen en samenwerken!”. Kato zegt hierover: “In het onderwijs gaat een dag nooit zoals je hebt bedacht. Je bent continu aan het schakelen en aanpassen. Doordat je veel aan het aanpassen bent, leer je ook heel veel verschillende manieren om leerstof aan te bieden. Daarnaast leer je om samen te werken. Je werkt samen met het hele team.
Het team bestaat niet alleen uit leerkrachten, maar bijvoorbeeld ook uit een intern begeleider, directeur en conciërge. Wat ik het lastigste vond tijdens mijn eerste stage, was de samenwerking met ouders. Ik vond dat heel spannend, maar uiteindelijk willen ouders ook het beste voor hun kind. Daarom vind je altijd wel een manier om samen tot nieuwe inzichten te komen.”

Tot slot geeft Kato de volgende tips mee aan medestudenten van de Pabo-ALO die gaan beginnen aan hun (eerste) stage: “Stel jezelf leergierig op, ga geen uitdaging uit de weg en dan zul je zelf ervaren dat het beroep als leerkracht met pabo-ALO bevoegdheid het mooiste is dat bestaat!

Na de havo besloot Lotte om de Lerarenopleiding Aardrijkskunde te gaan doen. Steun van docenten tijdens een zware periode op de middelbare school, inspireerde Lotte om zelf ook voor dit vakgebied te kiezen. Ze weet uit eigen ervaring hoe kwetsbaar je kan zijn als leerling.

Na de havo besloot Lotte om de Lerarenopleiding Aardrijkskunde te gaan doen. De meeste mensen in haar omgeving waren niet verrast en vonden de opleiding enorm bij haar passen. De keuze voor de HAN lag voor de hand. Naast dat de HAN een van de weinige plekken in de omgeving was waar ze deze opleiding kon volgen, leek Nijmegen haar een leuke stad om te studeren. Ook spraken de docenten van de HAN haar heel erg aan en waren zij een grote reden om voor de HAN te kiezen. Lotte zit nu in haar 3de jaar van de opleiding en heeft er 2 jaar stage op zitten.

Inspiratie
De middelbare school was voor Lotte geen makkelijke tijd, waarin klasgenoten haar het leven zuur maakte. Een aantal docenten gaven haar heel veel steun in die tijd: "Dit deden ze o.a. door er simpelweg gewoon te zijn, een klein praatje te maken op de gang, of me het gevoel geven dat ik gezien werd.", vertelt ze. "Dit heeft mij al vrij snel geïnspireerd om zelf ook voor dit vakgebied te kiezen. Ik weet uit eigen ervaring hoe kwetsbaar je als leerling kan zijn. Iedereen heeft daar zijn eigen verhaal in.Wat ik merk ook tijdens mijn stages is dat ik het heel leuk vind om met de leerlingen te kletsen en dat ene kleine moment van een interesse tonen kan al zo veel betekenen, of je nou gepest wordt of niet, iedereen verdient positieve aandacht van mij."

Veel contact met en steun van medestudenten
Lotte vertelt: “Ik vond de sociale vakken in het eerste jaar het leukst. Ook stagelopen vond ik erg interessant en leerzaam. Ik heb tijdens mijn studie veel nieuwe mensen ontmoet en vrienden gemaakt. Ik had veel aan mijn medestudenten, omdat we elkaar veel konden helpen en tips gaven. Ook kun je makkelijk vragen aan elkaar stellen als je ergens tegenaan liep. Naast de studie werk ik in de bediening van een restaurant, fotografeer ik graag en speel ik dwarsfluit. Bovendien is een van m’n grootste hobby’s reizen en tijd met vrienden doorbrengen.”

Toekomst
“Ik denk dat een baan als leraar Aardrijkskunde heel divers gaat zijn, waarbij elke dag anders is.”, zegt Lotte. “Bij een baan in het onderwijs kun je denk ik van tevoren nooit precies weten hoe je dag eruit gaat zien. Ik vind het persoonlijk heel belangrijk om een goede band met mijn leerlingen te hebben. Iets waar ik me heel graag op wil gaan richten." Lotte heeft een duidelijk doel: "Wat ik later wil bereiken met het docentschap, is dat ik wat heb kunnen betekenen voor de leerlingen. Ik wil ze dat ene kleine momentje geven. Ik denk dat ik mijn ervaring met pesten heel goed kan gebruiken in het onderwijs. Hoe kwetsbaar het ook is om dit te delen, denk ik dat het belangrijk is om er met leerlingen over te praten. Op die manier wil ik ze het gevoel geven dat ze erover kunnen en mogen praten. Ik ben nu trots waar ik nu sta, ook al had 10-jarige Lotte nooit verwacht dat ik zelf voor de klas zou komen te staan."

Aanrader!
Ook raadt Lotte de opleiding zeker aan studiekiezers aan: “Het vak van docent is een enorm dankbaar beroep. Wees niet bang om deze studie te gaan volgen, want als het even niet meezit met studeren dan kun je altijd om hulp vragen. De opleiding is heel breed en je leert zowel inhoudelijk over Aardrijkskunde heel veel, als over het docentschap in het algemeen. Ook leer je van de praktijk door stage en studiereizen, maar ook doe je kennis op tijdens de colleges. Het valt allemaal goed samen. “

Kennismaken?
Wil je meer weten over de opleiding Leraar Aardrijkskunde? Kom dan naar een Open Dag in Nijmegen.
Wil je een kijkje nemen in de klas? Ook dat kan! Meld je aan voor Kijkje in de klas.

Wil jij studenten van de lerarenopleidingen alvast leren kennen? Volg ons op social media!

TikTok | Facebook | Instagram | YouTube | LinkedIn

Demi studeert ergotherapie en is er door haar vorige en huidige opleiding achter gekomen dat zij graag met kinderen werkt. Dit komt doordat zij tijdens haar studie met verschillende doelgroepen te maken heeft en er zo achter is gekomen wat haar het meeste ligt. Ze vertelt alles over hoe het is om met kinderen te werken, welke eigenschappen belangrijk zijn, hoe zij haar stages heeft ervaren en wat zij de mooiste aspecten vindt van werken met kinderen.

Demi heeft ervoor gekozen om te gaan werken met kinderen omdat zij haar creativiteit kwijt kan in de behandeling van een kind. Verder vindt zij de communicatie en het ontwikkelproces erg interessant. “Daarnaast vind ik de communicatie met kinderen vrijer en gemakkelijker dan met volwassenen. Kinderen zijn eerlijk en de ontwikkeling die ze doormaken is interessant om te volgen”. Het werken met kinderen geeft Demi energie. “Kinderen zijn heel erg bezig in een fantasiewereld. Ik vind het mooi om een rol te spelen in de ontwikkeling van de zelfstandigheid binnen het handelen van kinderen”.

Demi heeft al met veel verschillende leeftijdsgroepen contact gehad, maar één groep springt eruit. “Tot nu toe vindt de kleuters tot en met groep 5 het beste bij mij passen. Ze zijn nog fantasierijk, creatief, en zijn opzoek naar zelfstandigheid waar ik een mooie rol ik kan spelen”. Er zijn een aantal eigenschappen belangrijk voor het werken met kinderen: Geduld, vrolijkheid, communicatieve vaardigheden (richting ouders en kind), open houding, vertrouwen bieden en grenzen kunnen aangeven. Het mooiste aan het werken met kinderen vindt Demi de band die je opbouwt. “Met een goede band kan je zoveel bereiken met kinderen. Ze hebben je nog echt nodig om verder te komen in de ontwikkeling en ze gaan echt van je houden als ze het vertrouwen voelen die je uitstraalt”.

Tijdens de opleiding komen er ook andere doelgroepen aanbod. “Verder worden er casussen uitgelicht over doelgroepen zoals dementerende ouderen, burn-out en neurologie. Elke module heeft zijn eigen doelgroep waar de opdrachten aan verbonden zijn”. In het derde leerjaar is er ook de mogelijk om met je minor een specifieke kant op te gaan. De opleiding ergotherapie heeft een eigen minor, maar Demi heeft gekozen voor een minor vanuit de opleiding verpleegkunde. “De minor Kwetsbare Kind bespreekt verschillende aspecten van het kind multidisciplinair maar gezien vanuit het verpleegkunde perspectief”. Voor studenten die stage willen lopen in een beroep in contact met kinderen, heeft Demi een tip. “In de twee weken van het onderwijs over de leeftijdsgroep kinderen heb je nog niet zoveel kennis, welke je wel nodig hebt in de praktijk. Vraag dus veel aan de stagebegeleiders en ga ook zelf op onderzoek uit in de boeken die op stage beschikbaar zijn”. Verder is er hele goede begeleiding vanuit de praktijk. “De ergotherapeuten nemen de tijd om je door de periode te begeleiden en willen ook graag de kennis die ze hebben met je delen”.

Als zorgprofessional kun je bij kinderen een belangrijke bijdrage leveren aan hun opvattingen en kennis over voeding.

Tirza is derdejaars student Voeding en Diëtetiek aan de HAN. Tijdens de eerste helft van haar studie heeft ze zich verdiept in gezonde voeding, gewichtsbeheersing en uitlopende ziektebeelden bij verschillende doelgroepen. In het vak ‘Interprofessioneel Leren’ in haar tweede jaar werkte Tirza aan een project om gezonde voeding te bevorderen bij kinderen. Samen met kinderwerkers heeft ze een leuke activiteit voor kinderen georganiseerd. Dit bleek voor haar een inspirerende ervaring en het smaakte naar meer.

In het gezondheidscentrum waar het project plaatsvond mocht Tirza een middag meelopen met een kinderdiëtist. Ook kreeg ze de kans om tijdens haar tweede jaar een diëtist in het ziekenhuis te volgen op de kinderafdeling. Bij beide meeloopmogelijkheden genoot ze van het contact met zowel de kinderen als hun ouders en was ze verrast door de diversiteit onder de patiënten; van baby’s en kleuters tot basisschoolkinderen.

Wat Tirza zo aanspreekt aan werken met kinderen is dat ze nog zo beïnvloedbaar zijn. Als ouder, verzorger of zorgprofessional kun je bij hen een belangrijke bijdrage leveren aan hun opvattingen en kennis over voeding. Zo kun je ze gezonde voedingsgewoontes aanleren die ze meenemen naar de rest van hun leven.

Op dit moment volgt Tirza de minor ‘Ieder kind uniek’. Wat haar aanspreekt aan deze minor is de mogelijkheid om interdisciplinair te werken aan opdrachten waar ze haar kennis uit haar eerste twee studiejaren kan toepassen. Tijdens deze minor werkt Tirza ook als vrijwilliger in een moestuin. Ze geniet ervan om met de kinderen buiten bezig te zijn en kleine gesprekjes met ze te voeren.

Met een duidelijk toekomstbeeld wil Tirza zich graag specialiseren in kindervoeding door een stage te vinden waarin ze zowel met kinderen als zwangere vrouwen kan werken. Daarnaast wil ze tijdens haar scriptie onderzoek doen naar de invloed van voeding op kinderen. Dankzij haar ervaringen kijkt Tirza optimistisch naar een carrière waarin ze een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van gezonde eetgewoonten bij kinderen.

Bas zit in het 3e studiejaar van de opleiding Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO). Hij koos voor een overstap van het mbo (CIOS in Arnhem) naar het hbo (HAN). ‘Ik voel me zo op mijn plek als sportleraar en heb er ontzettend veel plezier in!’

De HAN was voor Bas een logische keuze: ‘Ik heb bij de Open Dag en meeloopdag van de ALO een hele open, toegankelijke indruk gekregen. Gezelligheid en de passie voor het vak staan centraal en dat sprak mij erg aan. Je moet iedere dag leuk vinden wat je doet. Bovendien vind ik Nijmegen een geweldig mooie en gezellige stad om uit te gaan en kon ik thuis blijven wonen. De keuze was dus makkelijk.’

Over zijn start bij de HAN zegt Bas: ‘Tijdens het 1e studiejaar heb je over het algemeen 50% praktijk en 50% theorie. De praktijkvakken zijn natuurlijk het leukste, want daar ga je ook echt wat doen. Je moest bijvoorbeeld een trainingsschema maken. Samen met andere studenten aan opdrachten werken vond ik meteen heel inspirerend en leuk’.

Bas heeft gekozen voor een bijzondere stage: ‘Ik loop nu stage in een jeugdinrichting binnen de jeugdzorg met jongeren met psychische en zware gedragsproblematiek. Soms zijn ze zelfs betrokken bij delicten of andere criminele activiteiten. Dat maakt het heftig maar ook zeer leerzaam.’ Ik kijk mijn ogen uit en door veel te sparren met mijn deskundige stagebegeleiders, word ik er als docent steeds beter door.’ In de toekomst wil Bas het liefst in het primair onderwijs werken. ‘Daar ligt echt mijn hart. De fantasie, eerlijkheid en het enthousiasme van kinderen is geweldig om mee te werken. Daar krijg ik zelf ook energie van’, zegt hij.

Gelukkig heeft Bas ook nog tijd over voor sociale activiteiten. ‘In de vakanties organiseer ik voetbalkampen voor kinderen van 7 tot 15 jaar. Dit doe ik al 2 jaar en vind ik erg leuk om te doen! Ik geef hier trainingen en begeleid spelers tijdens de hele week dat ze bij ons zijn. In een korte tijd krijg je een sterke band met ieder kind uit je groep en zie ik heel snel een ontwikkeling op verschillende gebieden. En zo probeer ik om die kids een onvergetelijke ervaring te bezorgen", zegt Bas enthousiast.

Als logopedist wil ik me later bezighouden met de gehele taal- en spraakontwikkeling van (jonge) kinderen, vertelt Danique, student Logopedie.

Tijdens de opleiding Logopedie kom je er snel achter dat dit vakgebied uit een heleboel verschillende domeinen bestaat. Je kan werken met mensen van jong tot oud en we behandelen vijf verschillende domeinen: taal, spraak, slikken, stem en gehoor.

Mijn interesse ligt voornamelijk bij de (jonge) kindjes, omdat ik dit een uitdagende en interessante doelgroep vindt. Je hebt hierbij niet alleen te maken met de cliënt zelf, maar ook met zijn of haar ouders en de school. Deze samenwerking is ontzettend belangrijk en zorgt ervoor dat de vooruitgang van het kind optimaal gestimuleerd wordt.

Ook de creativiteit die je tijdens het onderzoeken en behandelen van een jonge cliënt kan gebruiken is ontzettend leuk. Hierbij kan je namelijk gebruik maken van speelse en interactieve methoden die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Je kan het zo leuk en uitdagend maken als je zelf wilt en ondertussen draag je bij aan de spraak- en taalontwikkeling van het kind. En dat maakt het ook zo bijzonder, omdat dit zo’n belangrijk onderdeel is van de ontwikkeling van het kind en hier kan jij als logopedist erg veel aan bijdragen.

Daarnaast krijg ik vaak de vraag waarom de hele jonge kinderen, denk hierbij aan baby’tjes, logopedie nodig hebben. “Zij praten toch nog helemaal niet?”. Maar bij deze doelgroep kan een logopedist op een andere manier te hulp schieten. Denk aan moeite met het slikken, waarbij bijvoorbeeld de lippen en de tong extra getraind moeten worden zodat de baby veilig kan slikken. Maar denk ook aan het maken van oogcontact of een beperkte interactie tussen de baby en zijn of haar omgeving.

Al met al zien we dat de logopedist op een heleboel gebieden kan helpen gedurende de ontwikkeling van een kind. Elk kind is uniek, net zoals zijn of haar ontwikkeling. En als logopedist kun je hier een mooi steentje aan bijdragen.

Als mondhygiënist is het mijn missie om ervoor te zorgen dat de kinderen die ik behandel zich gezien en gehoord voelen.

Sinds 2018 werk ik als tandartsassistent in een algemene praktijk. Na vier jaar ervaring besloot ik verder te studeren tot mondhygiënist. Tijdens mijn opleiding kom je in aanraking met diverse doelgroepen, maar al snel werd mijn interesse gewekt voor de doelgroep kind & jeugd. Wat ik het mooiste vind aan het werken met kinderen, is de variëteit in leeftijden en belevingswerelden. Iedere leeftijd heeft zijn eigen unieke kijk op de wereld, en als zorgprofessional is het belangrijk om hierop in te spelen.

Kinderen zijn vaak ongeremd en eerlijk in hun uitingen. Ze zeggen wat ze denken en voelen, vooral wanneer ze zich op hun gemak voelen. Dit is voor mij het grootste verschil met het behandelen van volwassenen. Het is mijn missie om ervoor te zorgen dat de kinderen die ik behandel zich gezien en gehoord voelen.

Voor een succesvolle behandeling is het creëren van een vertrouwensband en het betrekken van de ouders essentieel. Het is belangrijk dat de ouders zich ondersteund voelen in het proces en weten hoe zij hun kinderen het beste kunnen begeleiden. Door een open, eerlijke communicatie en een betrokken houding richting de ouders en de kinderen, probeer ik ervoor te zorgen dat zowel het kind als de ouders zich prettig en vertrouwd voelen tijdens het bezoek aan de mondhygiënist/tandarts.

Ik begrijp dat een eerste bezoek spannend kan zijn, en dat is volkomen normaal. Toch geloof ik dat je een tandartsbezoek ook leuk kunt maken. Door als mondhygiënist je fantasie de vrije loop te laten, maak je het bezoek aan de tandarts een klein feestje. Het kiezen van een fidget toy, het dragen van een leuke zonnebril of het kiezen van een grote tandartsspiegel om mee te kijken maakt het al een stuk aangenamer. Het mooiste compliment is wanneer kinderen de volgende keer terugkomen met een tekening. Dat moment bevestigt voor mij dat ik het verschil maak en waarom ik zo gepassioneerd ben over mijn werk.

“Kinderen hebben nog een heel leven voor zich. Daarin moeten ze niet door hun beperking belemmerd worden. Ze moeten gewoon kind kunnen zijn. Daar lever ik graag een bijdrage aan”.

Marieke heeft altijd al interesse gehad in het werken met kinderen. Toen ze op de basisschool zat dacht ze dat ze juf wilde worden. Later, toen ze haar studie moest gaan kiezen wist ze dat ze iets in de zorg wilde gaan doen, iets met mensen, maar niet in de ziekenhuiszorg. ‘Daarbij had ik in mijn achterhoofd dat ik met een jongere doelgroep wil gaan werken’, aldus Marieke.
Als kind heeft Marieke zelf ergotherapie gehad. Toen is de interesse om later zelf ergotherapeut te worden ontstaan. Bij ergotherapie kijk je naar wat iemand wil doen en hoe je dat kunt bewerkstellingen. “Kinderen hebben nog een heel leven voor zich. Daarin moeten ze niet door hun beperking belemmerd worden. Ze moeten gewoon kind kunnen zijn. Daar lever ik graag een bijdrage aan”.

Op dit moment leert Marieke in haar studie ergotherapie over kinderziekten die motorisch veel invloed hebben op zaken zoals eten, naar school gaan en andere motorische vaardigheden. Op de vraag waar Marieke zichzelf na haar studie ziet werken antwoordt ze: ''Ik wil graag werken in langdurige projecten waar ik kinderen en ouders voor een langere tijd kan begeleiden met de problemen die zij ervaren. Door de ouders bij het behandelen te betrekken kun je de kinderen de beste zorg bieden. De zorg die ze verdienen.''

Voor kinderen is het belangrijk om ergotherapie niet alleen nuttig te laten zijn, maar ook leuk. Dat vind ik ook het mooie aan het vak, geeft Marieke aan. Door er iets leuks van te maken kun je kinderen het doel laten bereiken, zonder dat ze het zien als iets dat ‘moet’.

Ik wil werken met kinderen

Met welke opleiding aan de HAN kan ik werken met kinderen?

Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO)

Leraar Basisonderwijs (pabo)

2e-graads lerarenopleidingen

Logopedie

Fysiotherapie

Ergotherapie

Mondzorgkunde

Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO)

Pabo-ALO

Pedagogiek

Social Work

Voeding en Diëtetiek

Volop kansen in het onderwijs

Baankansen zorg en welzijn

Studenten over werken met kinderen!

Maaike Rill

Sabine Deckers

Benthe

Kato Jacobs

Lotte Bouman

Demi Waijers

Tirza Zopfi

Bas Hoogveld

Danique Thijssen

Babiche van Alen

Marieke Duim

Past dit bij jou?

#BENIK

#KANIK

#LEUK

#BELANGRIJK

Financieringsmogelijkheden

Welke type opleidingen heb je aan de HAN?

Bacheloropleidingen (voltijd)

Bacheloropleidingen (deeltijd)

Masters

Post-hbo en cursusaanbod

Minors

Associate Degree (AD)

Kennismaken in voltijd

Open Dag

Kennismakingsactiviteiten

Kennismaken in deeltijd

Open Avond

Adviesgesprek

Laat je inspireren op social media

Direct contact