Feedback op virtueel onderwijs

Je kent ze vast wel: de VR-brillen, waarmee je een andere werkelijkheid binnenstapt. Maar wat kunnen toekomstige leraren ermee, voor feedback op klassenmanagement en oudergesprekken? Dat werd onderzocht met subsidie van SURF.

een screenshot van een beeld uit het VR scenario

SURF is de ict-coöperatie van onderwijs en onderzoek. De coöperatie verschafte voor het project VR als toepassing voor het leren van leraren subsidie aan de HAN, Fontys Hogeschool en TU Delft. Zij ontwikkelden daarmee drie VR-scenario’s, waarmee geoefend kan worden met klassenmanagement en het voeren van oudergesprekken. Bij ieder scenario komt de feedback op een andere manier: voorgeprogrammeerd, via een docent of via een medestudent.  

Wat wordt precies onderzocht?

Wat de onderzoekers willen weten: Welke invloed heeft een bepaalde vorm van feedback binnen een virtuele omgeving op de leerervaring van studenten? En hoe worden deze verschillende feedbackvormen ontvangen door studenten? Dat werd onderzocht tijdens verschillende onderzoeksdagen. In totaal werkten 60 studenten daaraan mee. 

De aftrap: korte feedbacktraining

Op een dag in maart, rond een uur of tien, druppelen de studenten de onderzoeksruimte binnen. Eén van hen is pabo-student Sanne Ermers. Zij meldde zich voor de onderzoeksdag aan, omdat ze benieuwd is hoe je met virtual reality kunt leren omgaan met kinderen en hun ouders. Die ochtend krijgt ze - samen met de andere studenten en net als de deelnemende docenten - eerst een korte feedbacktraining, ter opfrissing van wat ze daar eerder over geleerd hebben. Daarna is het zover: de VR-brillen gaan op. Sanne: “Je hebt wel door dat het niet helemaal echt is, maar je zit er wel echt in.” 

Marieke Kleinhuis en Sanne met een VR bril op

3 scenario's, 3 vormen van feedback

De studenten doorlopen met de VR-bril drie verschillende scenario’s van ongeveer 20 minuten. Dat gebeurt in duo’s en in wisselende volgorde. Twee scenario’s gaan over situaties in de klas, het derde gaat om een oudergesprek. Tijdens de sessies krijgen de studenten keuzes voorgelegd: wat zou je doen, hoe pak je het aan? In hun bril zien ze steeds een keuzemenu met antwoordopties.  

Via de VR-bril krijg je de feedback in een veilige omgeving.

Na hun keuze krijgen ze meteen feedback - van een medestudent, een docent of voorgeprogrammeerd in de bril. Onderzoeker Edwin Buijs: “De voorgeprogrammeerde feedback wordt via de VR-bril zichtbaar op de muur van het virtuele klaslokaal. In de andere gevallen komt de feedback van een docent of medestudent, die via een laptop hetzelfde ziet en hoort als de student met de VR-bril. De beoordelaar kan daardoor feedback geven op de keuzes die de student heeft gemaakt en op de bijbehorende verantwoording. Een minder goede keuze heeft geen enkele consequentie: je staat tenslotte niet echt voor de klas.”  

portretfoto Edwin Buijs op Kapittelweg 35, Nijmegen

Opstarten van een les

Sanne stapt scenario 1 binnen: het opstarten van een les. Vooraf heeft ze de rubric (het beoordelingsformulier) bekeken, ze weet dus waar ze op moet letten. Ze moet bijvoorbeeld zorgen dat ze efficiënt gebruikmaakt van de lestijd en dat ze alle leerlingen betrekt. Via de VR-bril krijgt ze vragen voorgelegd, met een keuzemenu waaruit ze haar antwoord kan kiezen. Vervolgens ziet ze op de wand van het virtuele klaslokaal of ze de beste keuze heeft gemaakt, en waarom wel of waarom niet.  

Voeren van een oudergesprek

Na ongeveer 20 minuten is het tijd voor het volgende scenario: verschillende scènes rondom het voeren van een oudergesprek. Ook hier leest Sanne vooraf de rubric om te zien wat er van haar verwacht wordt. Ze moet onder andere zorgen voor een efficiënte gespreksvoering, maar ook ruimte geven voor gevoelens en ideeën van ouders.  

Met virtual reality zet je studenten relatief simpel in een testsituatie.

Sanne krijgt tegen het eind van iedere scène een keuzemenu voorgelegd. Ze kiest de optie die volgens haar de beste is en geeft daar een mondelinge toelichting op. Vervolgens ziet ze in haar VR-bril hoe de verhaallijn verdergaat. Meteen daarna krijgt ze feedback van een docent, die via een laptop meekijkt en -luistert. Eén van de lerarenopleiders die deelnamen aan het onderzoek was Marieke Kleinhuis: “Heel bijzonder hoe je studenten via virtual reality relatief simpel in een testsituatie kunt zetten, hen keuzes kunt laten maken en die kunt laten verantwoorden.”

portretfoto van lerarenopleider Marieke Kleinhuis op Kapittelweg 35, Nijmegen

Formatieve zelfstandig-werkles

Het loopt tegen drieën als Sanne voor de derde keer haar VR-bril opzet. Deze keer voor het  scenario rondom een formatieve zelfstandig-werkles. Ze krijgt daarbij feedback op onder andere het verhelderen van verwachtingen, activeren van voorkennis en inzet van passende, activerende opdrachten.  

Duidelijker dan een filmpje kijken of theorie lezen.

In deze ronde komt de feedback van de medestudent – de andere helft van het duo, waarmee Sanne de scenario's doorloopt. Net als de docent in het eerdere scenario, weet ook deze student op welke criteria Sanne het beste feedback kan krijgen. Sanne: “Zeker voor eerstejaars is het handig om (samen) te oefenen in een virtuele omgeving, vóór ze stage gaan lopen; het is duidelijker dan een filmpje kijken of theorie lezen.” 

Kunstmatige Intelligentie

In het scenario rondom de zelfstandig-werkles is met kunstmatige intelligentie gewerkt, vertelt Edwin: “We hebben in de verhaallijn situaties gecreëerd, zoals een leerling die even afgeleid is of storend gedrag vertoont. De student moet daar dan op reageren – niet via een keuzemenu, maar met een voice command. Afhankelijk van wat de student zegt, genereert de computer een reactie van de virtuele leerlingen.”  

Hoe verder?

De onderzoekers beschikken inmiddels over een grote hoeveelheid data. De studenten die deelnamen aan de onderzoeksdagen vulden zes vragenlijsten in: eentje vóór deelname, eentje na het doorlopen van ieder scenario, eentje na het geven van feedback en eentje na afloop. Edwin: “We verwachten tegen de zomer in kaart te hebben wat de ervaringen zijn en welke feedbackvorm volgens de studenten het prettigste en het meest effectief is. We presenteren de uitkomsten ook op verschillende congressen, bijvoorbeeld tijdens de Onderwijs Research Dagen in Tilburg en het EARLI SIG-1 congres in Barcelona.”  

Vanuit de HAN werd het onderzoek uitgevoerd door het onderzoeksteam Kwaliteiten van Leraren. Behalve Edwin Buijs waren daarbij ook onderzoekers Marjoleine Dobbelaer, Kyle van den Langenberg en lector Tamara van Schilt-Mol  betrokken. 

Lees meer over het Samenwerkingsverband Kwaliteiten van Leraren.

Benieuwd naar de lerarenopleidingen van de HAN? Kijk eens op de pagina van de Academie Educatie