Project Nefusta: New energy vehicles fueling station

De projectpartners vormden samen een uitgebalanceerd team . En leverden vanuit hun eigen expertise waardevolle informatie voor het onderzoek. We spelen allemaal een rol bij een daadwerkelijke realisatie van de groene laad- en tankpunten. Bovendien werkten we per deelproduct intensief samen om zo de integraliteit van het eindresultaat te borgen. Dit zijn de projectpartners: 

• Lectoraat Meet- en Regeltechniek en HAN Automotive Research zijn aanvrager en trekker van het project. 

• Sweco:  wet- en regelgeving als het gaat om milieu en omgeving. 

• DEKRA:  veiligheid, zowel op product als installatieniveau. 

• DNV GL : infrastructuur voor elektriciteit. Keek ook naar de locatie en de verbinding met het elektriciteitsnet. 

• CGI:  advies met betrekking tot stakeholderanalyse en businessmodellen. Verantwoordelijk voor de ICT. De digitale systemen van CGI leverden hierbij de informatie en zorgen voor afstemming tussen vraag en aanbod. Zowel aan de zijde van het elektriciteitsnetwerk als aan de zijde van de energiebehoefte van de voertuigen. 

Raad van Advies 

De energietransitie van fossiele naar hernieuwbare bronnen kan een CO2-neutrale samenleving mogelijk maken. Het zorgt voor een snelle groei in technologische ontwikkelingen en voor mogelijkheden om verkeers- en vervoersystemen slimmer en duurzamer te maken. We noemen deze innovatieve concepten new energy vehicles. Dit zijn bijvoorbeeld: 

• De elektrische auto 
  Vooralsnog het bekendste voorbeeld. Nederland telt nu al ruim 70.000 laadpunten voor elektrische auto’s in honderden gemeenten. 

• Autonome voertuigen 
  Deze kunnen bijdragen aan het effectief gebruik maken van de infrastructuur voor energievoorziening van voertuigen. Zo voorkomen we dat dure laadpunten bezet zijn, terwijl er niet geladen wordt. 

• Biobrandstoffen 
  Het vrachtvervoer is ook bezig met het gebruik van potentieel duurzame energiedragers als biobrandstoffen. 

De energielevering is hierbij geschikt voor alle vormen van wegvervoer. Denk aan bussen, vrachtwagens of hybride vervoersvormen én voor verschillende energiedragers. Dus niet alleen voor stroom, maar bijvoorbeeld ook waterstof of andere gassen (zoals methaan). 

Wij kwamen binnen dit project met de 3 meest duurzame en economisch meest interessante scenario’s. In deze scenario’s zijn onder andere de schaalgrootte van het laad- en tankpunt, de functionaliteiten en de locatie omschreven. De locatie hangt bijvoorbeeld mede af van de hoeveelheid verkeer dat er langs komt.  En de verbindingsmogelijkheden met de energie-infrastructuur. Uiteindelijk moet de weggebruiker er beter van worden. Die heeft straks meer infrastructuur nodig om alternatieve energiedragers te kunnen gebruiken voor zijn mobiliteitsbehoefte. 

Het wezenlijke verschil met de elektrische laadstations van nu? Dat het gebruik 
van elektriciteit door het laad- en tankpunt niet gelijktijdig gekoppeld is aan 
het leveren van energie aan de voertuigen. De elektriciteit kan worden opgeslagen door middel van lokale batterijen. Of door deze om te zetten naar een gasvorm, bijvoorbeeld waterstof. Zo kan er een buffer worden opgebouwd, waarmee we de piekbelastingen van het elektriciteitsnet opvangen. 

Op andere momenten kan de overproductie door zon en wind worden opgeslagen in batterijen of worden omgezet naar andere energiedragers. Zo draagt een flexibel laad- en tankpunt ook bij aan een stabieler en flexibeler elektriciteitsnet. Dit is dé grote uitdaging in de transitie naar duurzame energie.