Promotieonderzoek

Hoe ga je als leraar om met moreel geladen situaties in je vmbo-klas?

Klaslokaal met vmbo-scholieren

Omgaan met moreel geladen situaties in het onderwijs; een flinke uitdaging. Want wat doe je als leraar als een leerling de oorlog in Gaza gelijkstelt aan de Holocaust? Wat helpt om je morele stuurkracht te vergroten? Rémi Hartel zoekt naar antwoorden in zijn promotieonderzoek.

Daarbij staat de moral agency van leraren in het vmbo centraal. Rémi ontving een HAN Voucher om zijn onderzoek de komende 5 jaren uit te voeren en is op 1 februari gestart bij het Lectoraat Professionaliteit van Leraren. Ook is hij docent aan de Lerarenopleiding Geschiedenis en werkte hij hier jarenlang als studentenbegeleider. Het is dan ook geen toeval dat hij juist leraren bij zijn promotieonderzoek betrekt.

Leraren worstelen met morele kwesties

“In mijn werk merkte ik de afgelopen jaren wat het belang is van filosofische en morele kwesties. Het kwam bijvoorbeeld vaak naar voren tijdens de afstudeerbegeleiding die ik verzorgde. Moraliteit en ethiek is echt mijn ding. Ik vind het enorm interessant en zag dat (aankomend) leraren hier mee worstelden”, vertelt Rémi.

De stap van docent en studentenbegeleider naar promovendus is natuurlijk niet zomaar gemaakt. Jaren geleden stond promoveren ook al bij Rémi op het programma. Hij vertelt: “Ik was zelfs al gestart, had mijn onderzoeksvragen uitgewerkt. Toen bleek onverwachts dat we nog een keer gezinsuitbreiding kregen, en besloot ik mijn onderzoek in de ijskast te zetten. Het begon jaren later toch weer te kriebelen en ik zocht een nieuwe uitdaging. Nu past het wél in mijn leven en ga ik er dus enthousiast mee aan de slag.”

Portretfoto Rémi Hartel

Juist op het vmbo maak je als mens het verschil

Het onderwerp van zijn promotieonderzoek is de moral agency van leraren in het vmbo. Daarmee bedoelt hij de vaardigheid om een morele afweging te maken en er doelbewust naar te handelen, morele stuurkracht dus. Met zijn onderzoek wil hij de omschrijving van het begrip verder verrijken. "Als je tegen een ouder liegt over hoe een vechtpartij in de klas verliep, om te voorkomen dat een leerling er thuis van langs krijgt. Wat weegt dan zwaarder? Je streven naar eerlijkheid? Je voorbeeldfunctie als leraar, waarin liegen niet mag? Of je zorgen over het welzijn van de leerling? Met een verrijkte moral agency hoop ik dat leraren hun keuzes moreel gezien goed onderbouwen. Vanuit kennis hoe een moreel argument opgebouwd en afgewogen wordt, vaak ingegeven door morele emoties als schuld, trots of schaamte. Ze laten dan zien dat ze verschillende perspectieven met verschillende belangen en morele ladingen afwegen. De vooronderstelling is dat die afweging genuanceerder is als je meer weet van de beroepsethiek van de leraar en er meer mee oefent."

"Veel van mijn studenten gaan werken binnen het vmbo. Daar is de relatie tussen leraar en leerling anders dan bijvoorbeeld op het vwo. In de praktijk blijkt vakinhoud er minder belangrijk te zijn, juist de onderlinge relatie en dat wat jij als mens kunt brengen maken het verschil. Morele kwesties liggen in deze klassen ook meer aan de oppervlakte. Voor (aankomend) leraren vind ik het een cruciale vraag: hoe handel je in de klas, hoe zit het met je moreel kompas?”, legt Rémi uit.

Eigen visie op moral agency ontwikkelen

Het promotieonderzoek bestaat uit meerdere delen. Rémi start met een theoretisch gedeelte. Daarna wil hij een leergemeenschap opzetten en de ‘morele bril’ van leraren bewuster in beeld brengen. Rémi: “Dat doe ik door leraren te zoeken die langere tijd verbonden willen zijn aan mijn traject. Ik betrek ze in mijn onderzoek en help ze ondertussen in hun professionele ontwikkeling. Ik wil bijvoorbeeld video’s in de klas maken en samen met de leraar kijken wat er naar voren komt qua moreel geladen situaties. En dan samen reflecteren op hun morele bril. Op basis van die casuïstiek bekijk ik hoe leraren hun eigen praktijk morele betekenis geven en hoe we samen die morele kant kunnen versterken. Bijvoorbeeld door in beeld te brengen hoe we genuanceerder kunnen praten over morele conflicten of dilemma’s.”

Het onderzoek zal een kwalitatief onderzoek zijn, waar ongeveer 20 leraren aan meedoen. Het is voor Rémi nog spannend of het lukt om leraren te vinden die zich 1,5 à 2 jaar aan hem willen binden. “Maar ik heb door mijn werk als lerarenopleider natuurlijk wel een groot netwerk. Het is voor de deelnemers denk ik een aantrekkelijk professionaliseringsaanbod, waar zij hun verplichte uren mee kunnen invullen. Ik verwacht dat de morele sensitiviteit van de deelnemende leraren versterkt wordt. Hopelijk kunnen zij hun eigen visie op de moral agency ontwikkelen en ontstaat er professionele groei”, zegt Rémi.

Ik wil met mijn onderzoek graag aantonen hoe belangrijk de morele kant van het leraarschap is.

De pet van een onderzoeker opzetten

Aantonen dat het zinvol is om te werken aan je moral agency en aan je stuurkracht, dat is wat Rémi voor ogen heeft. Geen gemakkelijke opgave als je al zo lang in dit vakgebied werkt. Rémi: “Ik denk dat het lastig kan zijn om de pet van de onderzoeker op te zetten en niet in mijn rol als lerarenopleider te schieten. Hier krijg ik zelf gelukkig ook begeleiding voor van mijn (co)promotoren. Data haal ik daarom bijvoorbeeld expres niet uit de sessies zelf, maar uit reflectieverslagen. Dan kan ik die rollen beter scheiden.”

Met zijn onderzoek wil Rémi leraren een extra tool bieden om naar hun eigen ontwikkeling te kijken. De deelnemers krijgen een actieve rol door interviews, videoreflecties en een opdracht over een klein dilemma. Gesprekken over ethische perspectieven en werkvormen rondom een bepaalde visie zorgen daarna voor een professionaliseringsslag. “Ik wil met mijn onderzoek graag binnen de HAN aantonen hoe belangrijk de morele kant van het leraarschap is. Het kan dan misschien een belangrijkere rol krijgen binnen het curriculum. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ik aanbeveel een lessenserie te starten om morele dilemma’s aan te boren. Ik zou dit willen oppakken, maar nu loop ik op de zaken vooruit natuurlijk. Hopelijk draagt mijn onderzoek bij aan meer aandacht voor dit thema”, sluit Rémi af.

 

Promotor: Professor Cok Bakker (Universiteit Utrecht)

Copromotor: Wouter Sanderse (Universiteit Utrecht)

Copromotor: Helma Oobekkink (HAN)