Lector blikt vooruit

Toekomstbestendig Media Design verbindt mens, technologie en omgeving

conceptuele voorstelling van de menselijke interactie met slimme technologieën
  • Slim
  • Schoon
  • Sociaal
  • Slim
  • Schoon
  • Sociaal

Artificial Intelligence (AI) is in een stroomversnelling beland. Wat betekent dit voor de toekomstige rol van professionals in de creatieve industrie? En hoe ontwerp je toepassingen zó, dat je het ingewikkelde verband tussen mens, technologie en omgeving respecteert?

Uitdagingen waar lector Wouter Sluis-Thiescheffer zich graag in verdiept. In maart 2023 werd hij geïnstalleerd als lector Media Design bij de HAN. Zijn vakgebied is volop in beweging, wat allerlei interessante vragen met zich mee brengt. Voor Wouter staat binnen het media design de ontwerpende aanpak altijd centraal. Het team in zijn lectoraat onderzoekt hoe ze nieuwe technologische toepassingen beschikbaar kunnen maken.

Waar moeten we dan aan denken? “Dat kunnen websites zijn, maar ook VR-toepassingen en interactieve designs. We richten ons op meerdere gebieden, zoals de overheid en gezondheidszorg. Daarbij zijn voor de komende jaren verschillende thema’s belangrijk, bijvoorbeeld inclusie van mensen met of zonder beperking. Natuurlijk zijn actuele ontwikkelingen op het gebied van AI ook heel belangrijk,” legt Wouter uit.

Lector Wouter Sluis-Thiescheffer

Samenspel menselijk gedrag, technologie en omgeving

Het Lectoraat Media Design voert onderzoek uit naar Key Enabling Methodologies (KEM’s). Het lectoraat ontwikkelt methodieken voor:

  • Visie ontwikkeling;
  • Co-creatie (samenwerkend) en participatief (met inspraak) ontwerpen;
  • Mensen met technologie in hun kracht zetten en/of met technologie nieuw gedrag leren;
  • Experimenteeromgevingen.

Met deze methodes doet het lectoraat onderzoek naar de toepassing van vroege technologieën, zoals mixed realities (VR, XR), kunstmatige media en toegankelijke technologie. Hierdoor ontdekken de onderzoekers nieuwe manieren van ontwerpen en ontwikkelen ze ‘praktische richtlijnen’. Volgens Wouter is het belangrijk te begrijpen hoe de systemen van menselijk gedrag, technologie en omgeving in elkaar grijpen. Nieuwe toepassingen werken alleen goed als de mens centraal staat tijdens het ontwerpen. Het onderzoek van zijn lectoraat is dan ook altijd praktijkgericht en betrekt partners uit het werkveld en eindgebruikers bij het onderzoek.

Wouter licht dit toe: “Hoe maken we nieuwe toepassingen die begrijpelijk, prettig en betekenisvol zijn? Iets komt nieuw op de markt, welke voor- en nadelen zijn vast te stellen bij het gebruik ervan in de praktijk? Dit onderzoeken we bijvoorbeeld bij een organisatie als Alliander. Daar werken monteurs op afstand, door mee te kijken tijdens werkzaamheden via een zogenaamde HoloLens. Dat zorgt al voor gemak, omdat zo de monteurs op elke locatie geholpen kunnen worden vanaf het hoofdkantoor.

De nieuwste VR-brillen gaan nog verder. Zogenaamde pass-through brillen beloven elke omgeving zonder vertraging te projecteren in een bril. In theorie geeft het fantastische nieuwe mogelijkheden, maar in de praktijk blijkt toch een klein tijdsverschil te ontstaan. Voor monteurs die met spanningsbronnen werken is dit levensgevaarlijk. Voorlopig wordt er daarom toch nog met de HoloLens gewerkt, er zijn eerst nog aanpassingen nodig.”

Foto hololens

AI en de professionals van de toekomst

Artificial Intelligence (AI) heeft veel effect op de maatschappij en is voor Wouter en zijn lectoraat dan ook een belangrijk thema. “De mogelijkheden van AI zijn enorm en de ontwikkelingen gaan razendsnel. Tegelijkertijd ontstaan er problemen. ChatGPT verzamelt bijvoorbeeld informatie vanaf het hele internet en de eerste rechtszaken rondom auteursrecht hebben al gediend. Ook ontstaan er vragen over bestaande beroepen, op het vlak van media design bijvoorbeeld. Wat doe je nog zelf in het creatieve proces? Hoe voeg je waarde toe als je via AI ontwerpen kunt laten maken?

Je kunt de ontwikkeling zien als gevaar voor je beroep, maar ook als kans. Er wordt een andere rol gevraagd van professionals in de creatieve industrie en daar moeten we als onderwijsinstelling op inspelen”, zegt Wouter. Zo wordt volgens hem prompten belangrijk: het ingeven van de juiste, nauwkeurige opdracht aan AI-tools. Er zijn nieuwe vaardigheden nodig en in plaats van alles zelf uit te voeren, krijg je vanuit je beroep meer een regiefunctie. Je moet dus weten hoe je dat vormgeeft en hoe je informatie en toepassingen beoordeelt.

We moeten onze studenten leren om zelf kritisch na te denken en om te leren gaan met alle tools en mogelijkheden die er zijn.

Een belangrijke taak voor onderwijsinstellingen

Verdwijnt je beroep hiermee? Wouter: “Nee, dat krijgt een andere invulling. Er valt werk weg, maar dat was vast al niet het meest interessante deel. Stel dat je voor een zorginstelling verschillende variaties van een nieuwsbrief over kanker maakt, afgestemd op verschillende doelgroepen. Dat kan ChatGPT vanaf nu voor je doen, wat je een hoop tijd scheelt. Jij hoeft alleen het resultaat nog te controleren en kunt je tijd aan andere werkzaamheden besteden.

Natuurlijk schuilt er ook een gevaar in dit soort ontwikkelingen. Kopieergedrag ligt op de loer, zelf de basis van bijvoorbeeld het ontwerpen niet meer beheersen. Hier ligt dan ook een belangrijke taak voor onderwijsinstellingen als de HAN. We moeten onze studenten leren om zelf kritisch na te denken en om te leren gaan met alle tools en mogelijkheden die er zijn. Het betekent ook dat we binnen ons onderwijs meer gaan inzetten op het leerproces volgen in plaats van alleen een uiteindelijk verslag beoordelen, dat misschien wel door ChatGPT is gemaakt. Dit vraagt ook iets van onze medewerkers.”