Onderzoek In Goeden Doen: betere zorg door te luisteren naar ieders inner beliefs

289887 Twee vrouwen aan tafel met laptop, verstandelijke beperking

Mensen met een verstandelijke beperking wil je zo goed mogelijk ondersteunen. Daarbij is het niet alleen belangrijk te luisteren naar hun wensen en behoeften, ook de normen en waarden van hun naasten en zorgprofessionals tellen mee.

Het uitwisselen van al die verschillende normen, waarden en behoeften leidt tot betere zorg. De vraag is alleen: hoe doe je dat?

Beter leren luisteren

Het onderzoek past dan ook precies binnen haar lectoraat, zegt Hermsen. “We willen beter leren luisteren naar mensen met een verstandelijke beperking, en hen meer betrekken bij onderzoek. Ook willen we professionals beter ondersteunen in hun werk. Ze ervaren veel druk. Wij hebben mensen met een verstandelijke beperking, naasten en zorgprofessionals gevraagd: waar lig jij wakker van? Het antwoord was dat ze meer zicht willen krijgen op hun interne overtuigingen, waarden en normen. Ze willen vooral dat die inner beliefs worden gezien en gehoord.”

Inner beliefs

Inner beliefs? “In het doen en laten van zorgbegeleiders gaat veel goed, maar het is soms wat je noemt onbewust bekwaam. Ze willen weten waaróm ze doen wat ze doen. Dat helpt hen in hun werk met mensen met een verstandelijke beperking betere keuzes te maken. Stel: het is protocol om een cliënt vast te binden bij het bloed prikken, maar je voelt je daar onprettig bij. Dat is een enorme stressfactor. De meerwaarde van luisteren naar je gevoel en daarnaar kunnen handelen is dan dat je niet opgebrand thuis komt te zitten. Wij gaan onderzoeken hoe je zelf kunt nadenken wat het goede is, op basis van handzame tools voor innerlijke reflectie.”

Moreel beraad

Daarbij is het zeker zo belangrijk te luisteren naar de stem van de mensen met een verstandelijke beperking zelf. “Zij worden nu vaak vertegenwoordigd door een zorgprofessional. In besprekingen gaat het vaak óver hen, maar hun eigen stem wordt weinig serieus genomen. Dit onderzoek richt zich daarom ook op de vraag hoe je hun perspectief serieus meeneemt in wat wij ‘moreel beraad’ noemen. Wat vinden zij belangrijk? Wat zijn hun behoeften? Hoe meer zij dat zelf kunnen verwoorden, hoe minder een zorgprofessional dat hoeft te doen en zich steeds af moet vragen: doe ik het goed genoeg?”

De juiste vorm vinden

Hoe knoop je die wirwar aan normen, waarden en behoeften aan elkaar? “We werken met 4 zorgorganisaties, de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk, een sociaal ontwerper, studenten, docenten en onderzoekers van de HAN, en natuurlijk mensen met een verstandelijke beperking, hun naasten en de professionals. Samen gaan we in 3 fases op zoek naar werkzame factoren voor die gezamenlijke morele reflectie. In de eerste fase kijken we in focusgroepen naar verschillende vormen van morele reflectie. Als we zeggen dat de stemmen van cliënten en zorgprofessionals moeten worden gehoord, welke gewenste beelden hebben we daar dan bij? Hoe vind je een vorm die voor iedereen toegankelijk is? Veel morele reflectie is bijvoorbeeld heel talig. Die vorm is niet altijd toegankelijk voor mensen met een beperking. Dus moet je op zoek naar een andere manier.”

In het doen en laten van zorgbegeleiders gaat veel goed, maar het is soms wat je noemt onbewust bekwaam. Ze willen weten waaróm ze doen wat ze doen."

Uittesten en ontwikkelen

In de tweede fase gaat de sociaal ontwerper met de ideeën aan de slag. “Zij gaat werkvormen voor gezamenlijke morele reflectie ontwerpen. Dat kan een spelvorm zijn, of een reflectievorm waarin je met kleuren en geluiden werkt. Misschien is het een reflectietool die je buiten kunt doen, of iets dat je ter plekke samen creëert. In de praktijk testen we verschillende vormen uit. In de derde fase geven we geslaagde reflectievormen daadwerkelijk een plek in zorgorganisaties. Die ontwikkelde tools laten we aansluiten op bestaande leerprocessen. Daarom doet iedereen vanaf het begin af aan ook mee. Wat we ontwikkelen moet echt een toevoeging zijn.”

Het belang van reflectie

Het is allemaal veel, en het gaat flink zoeken worden. Daar is Hermsen zich van bewust. “Ik hoop dat door dit onderzoek ook in zorgorganisaties wordt nagedacht over het belang van reflectie, en dat de tools in beeld komen bij nieuwe professionals. Daardoor krijg je deskundigheidsbevordering. Ik hoop vooral dat we bruikbare en werkbare reflectietools ontwikkelen die ook gewoon leuk zijn om mee te werken. Tools waardoor begeleiders en mensen met een beperking zich gezien en gehoord voelen. Dan voorkom je pseudoparticipatie, en werk je op een inclusieve manier aan de kwaliteit van zorg.”