Waterveiligheid: mensenlevens en geld besparen door betere risicoanalyse

Door beter gebruik te maken van risicoanalyse kan Nederland bij de bescherming tegen overstromingen mensenlevens en kosten besparen. Dat blijkt uit het proefschrift waarop Frank den Heijer onlangs is gepromoveerd aan de TU Delft.
Zijn promotie krijgt extra glans: het HAN-project Taaie Dijken Klimaatrobuust, dat voortbouwt op een deel van zijn proefschrift, is genomineerd voor de RAAK-award. Dit is de jaarlijkse prijs voor het beste praktijkgericht onderzoek. Op donderdag 20 november 2025 wordt de winnaar bekendgemaakt.
Systeemdenken
Frank werkt als programmamanager bij het HAN-lectoraat Sustainable River Management en hij geeft het vak Waterveiligheidssysteem aan studenten van de minor Rivieren van de Toekomst.
“Waterveiligheid is een onderwerp dat me al mijn hele werkzame leven heeft beziggehouden. Toen ik als 22-jarige begon te werken bij Rijkswaterstaat kwam het systeemdenken op. Er werd niet langer gekeken naar ieder dijkvak afzonderlijk, een gebied was pas beschermd als de hele dijkring veilig was. Als je naar de kaart van Nederland kijkt kun je die ringen zien. Maar niet overal langs de dijkring is een dijkbreuk even gevaarlijk. Neem de Grebbedijk, die is maar 5 kilometer lang. Maar als die breekt loopt het water door de hele Veluwe-vallei naar het Markermeer. Breekt de dijk juist bij het Markermeer, dan loopt het water niet naar boven. Daar zal een dijkdoorbraak dus tot veel minder schade leiden.”

Brosse en taaie dijken
In zijn promotieonderzoek keek Frank om te beginnen naar de manier waarop de dijk gebouwd is. Frank: ‘Ik maak een onderscheid tussen brosse dijken, voornamelijk opgebouwd uit zand, en taaie dijken. De laatste hebben een kern van klei of een damwand in de dijk. Als zo’n taaie dijk breekt zijn de gevolgen minder groot: er ontstaat niet ineens een grote bres. Monniken die in het Middeleeuwse Nederland dijken bouwden wisten al dat je op de gevaarlijke plekken het beste klei kunt gebruiken.”
Goedkoper
De meeste hedendaagse dijken bestaan voornamelijk uit zand met slechts een afdekking van klei. Dat is goedkoper en het bouwt sneller. Frank: ‘Ik heb de oude ervaringskennis uit het stof gehaald en met hedendaagse technieken aangetoond dat je met een taaie dijk het risico flink kunt verminderen. Mijn voorstel is om daar bij het beoordelen van het risiconiveau rekening mee te houden. Als de dijk van klei gemaakt is hoeft de dijk minder hoog te zijn."
"Bij de HAN zijn we nu bezig met een inventarisatie van de dijken in Nederland die deze taaiheid hebben. Als we heel veel van die dijken hebben hoeven we daar minder doen. Of misschien wel niets. Daar zou de politiek heel blij van kunnen worden. Maar dan zal er nog wel heel veel onderzoek moeten gebeuren.”
Planning van maatregelen
Daarnaast keek Frank naar de planning van de te nemen maatregelen. Het einddoel van de dijkverzwaring is vastgelegd in het Deltaplan. Frank: “Nederland is nog lang niet klaar met het op de gewenste hoogte en sterkte brengen van de dijken en deze hebben bovendien voortdurend onderhoud nodig. De capaciteit om dat allemaal aan te pakken is beperkt. Wat pak je dan als eerste aan? Hoe organiseer je dat slim? Ik heb een methode ontwikkeld om de systeemrisico’s van verschillende plannen met elkaar te vergelijken. Voor mijn studie heb ik als casus de versterking van 500 kilometer dijk van de Rijntakken genomen. Het risico op slachtoffers of economische schade hangt af van de plek waar de dijk doorbreekt. Ik heb twaalf verschillende tactische plannen bekeken. De clou is daar te beginnen waar het systeemrisico het meest kan worden gereduceerd. Afhankelijk van de tactische keuzes, kun je volgens mijn berekening 40% op de kosten besparen en verminder je het risico op slachtoffers met 70%.”
Actualiseren van normen
Op basis van de betere analyse van de risico’s die zijn proefschrift mogelijk maakt, hoopt Frank te komen tot een aanpak waarbij de normen kunnen worden geüpdatet. Frank: “Het systeem van normen is opgezet naar aanleiding van de watersnoodramp in 1953. Er waren in Zeeland tientallen dijkdoorbraken. En toen zei iedereen: Dit nooit weer. Maar hoe veilig is veilig genoeg, welke kans op overstroming vinden we aanvaardbaar? Op basis van een economische afweging zijn daar normen voor bepaald. Eerst voor Zuid-Holland, en later voor alle gebieden. Ze zijn sinds 1996 in de wet vastgelegd. In 2017 zijn de normen opnieuw vastgesteld, waarbij ook naar slachtofferrisico’s is gekeken. Maar door dat normenstelsel kijkt niemand meer of door een andere dijkconstructie de gevolgen kunnen worden beperkt. Wat ik nu zeg is: als de dijk taai wordt gebouwd dan kan er een soepeler norm worden gehanteerd, waardoor een dijk slanker gebouwd kan worden, zonder dat de risico's groter worden.”
Innovatie kost tijd
Frank: “Mijn proefschrift biedt een samenhangend perspectief voor het gebruik van risicoanalyse als hulpmiddel voor effectief waterkeringssysteembeheer. De rest van mijn actieve loopbaan wil ik kijken hoe we dit risicoperspectief kunnen inbedden in de praktijk.” Lijkt dat een beperkt doel voor de komende 10 jaar? “Nou, waterbouwers zijn geweldige mensen, maar innovatie kost tijd. Dat is ook logisch: het gaat om het maken van keuzes waar mensenlevens vanaf hangen. Je kunt daarbij nu eenmaal niet zeggen ‘wat een goed idee, dat gaan we morgen maar eens proberen’. Veranderingen zullen dus eerst goed moeten worden onderbouwd."