Minor Biobased Innovations:

Leren samenwerken aan een biobased toekomst

291966 Een proef van het mycelium project in het kader van de nieuwe minor biobased innovations

In 2050 moet Nederland volledig circulair zijn. Het vervangen van fossiele brandstoffen voor biobased alternatieven is daarbij essentieel. Enter de HAN, met de nieuwe minor Biobased Innovations. Binnen de minor werken studenten multidisciplinair aan biobased producten van de toekomst.

Deze minor start in september en past naadloos in de programmalijn Biomassa voor Energie en Grondstoffen van het zwaartepunt SEE.

Bij een minor alleen blijft het niet: er komt ook een hybride leeromgeving rondom het biobased thema in Connectr Energy Innovation op het IPKW in Arnhem. Daar bundelen studenten van diverse technische disciplines als Bouwkunde en Industrieel Product Ontwerpen de krachten met studenten Circulaire Economie, Chemie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek

Samen werken aan biobased producten

“Als je echt richting die biobased economie wil, moet je verschillende disciplines bij elkaar brengen”, zegt Richèle Wind van HAN BioCentre. Richèle is mede-initiator van de minor. “We denken al een paar jaar na over deze minor. We droomden van een hybride leeromgeving waar we samen met verschillende bedrijven aan biobased producten konden werken. Vanuit het onderwijs zou dit daar een goede trekker voor kunnen zijn.”

2508a956-0cef-11ee-9d4d-02565807075b Associate lector Richele Wind van Biodiscovery

Verschillende disciplines

Hoe zet je zo’n ambitieuze minor eigenlijk op? “De bedoeling is dat we uiteindelijk met zoveel mogelijk verschillende disciplines gaan samenwerken. Om de start te maken, hebben we ons nu vooral gefocust op 4 technische disciplines: Industrieel Product Ontwerpen, Bouwkunde, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) en Chemie. We hebben in een half jaar een projectteam gevormd van docenten en onderzoekers die mee wilden werken. Om te testen hebben we 2 pilots opgezet, vooral om te kijken hoe studenten van verschillende disciplines samenwerken.”

Elkaar begrijpen

De eerste pilot liet studenten Circulaire Economie samenwerken met studenten Chemie, richting Biorefinery. In de 2e pilot, die nu loopt, werken studenten Industrieel Product Ontwerpen samen met studenten BML en Chemie aan een project rondom het biobased materiaal mycelium. “Dit zijn allebei technische richtingen, maar toch heel verschillend. In zo’n pilot kijken we hoe de samenwerking verloopt. Kunnen ze elkaar begrijpen? Waar liggen de problemen? Als de studenten straks in meer diverse groepen samenwerken, moeten ze elkaars taal spreken.” 

“Als je echt richting die biobased economie wil, moet je verschillende disciplines bij elkaar brengen”

Multidisciplinair samenwerken

Met dat laatste is Lienke Clijsen het volledig eens. Lienke is docent Bouwkunde aan de HAN, met een passie voor duurzaam bouwen. Samen met Richèle werkte ze de minor uit. “De minor gaat heel diep. We gaan op een bijna moleculair niveau materialen duurzaam herontwikkelen. Dat is in de bouw bijvoorbeeld hard nodig, want daar worden superveel vierkante meters materiaal verbruikt. Die impact op het klimaat keer je alleen om door multidisciplinair samen te werken en biobased materialen te ontwikkelen. Het is dan essentieel dat je een kijkje in elkaars keuken krijgt.” 

Mycelium

Als voorbeeld geven zowel Richèle als Lienke het biobased materiaal mycelium, waar nu de 2e pilot mee loopt. Mycelium is het netwerk van alle draden van een schimmel, met enorm veel mogelijkheden. Als bouwmateriaal, bijvoorbeeld. Richèle: “Als je mycelium echt goed wil ontwikkelen als bijvoorbeeld isolatiemateriaal, hebben studenten BML, Chemie én Industrieel Product Ontwerpen elkaar nodig. Samen moeten ze ervoor zorgen dat de schimmel dusdanig groeit dat het de juiste eigenschappen krijgt voor isolatie. Samen moeten ze ontdekken dat 1 plus 1 uitkomt op 3. Alles moet kloppen aan het product.” 

Lienke vult aan: “Studenten moeten daarnaast ook samen kijken naar fysische, chemische en mechanische materiaaleigenschappen. Samen leren ze hoe je al die eigenschappen kunt testen. Het materiaal moet natuurlijk ook voldoen aan de eisen van de opdrachtgever.” 

Aan de slag met een bedrijf

Opdrachtgever? “De studenten gaan inderdaad met een echt bedrijf aan de slag”, zegt Lienke. “Ze starten met een algemene introductiemodule. Daarna krijgen ze verdiepende modules per studierichting. Voor techniekstudenten is dat bijvoorbeeld Biobased Design, waar diep wordt ingegaan op de technische aspecten van biobased materialen. Dat traject duurt 6 weken. Daarna starten de studenten samen een project van 16 weken. Hierin gaan ze samen met een bedrijf praktisch aan de slag met het maken van een biobased product. Het blijft zeker niet alleen bij theorie.”

291873 Portret Lienke Clijssen - Nico Hoeijmans

Bruggen slaan

Lienke heeft alle vertrouwen dat dat goed komt. “Deze minor wordt 1 grote puzzel van verschillende disciplines, maar bij Bouwkunde zijn we het gewend om als team aan een gebouw te werken. Als docenten weten we hoe we bruggen moeten slaan, in te zetten op samenwerking en hoe je dat begeleidt. Het gaat erom dat je studenten blijft stimuleren te leren en met elkaar te praten. Alleen als je met andere disciplines samenwerkt, komen er interessante oplossingen voor duurzame materialen naar boven.” 

De studenten

In de 2e pilot voor de minor hebben studenten al kunnen proeven van die samenwerking. Studenten Industrieel Product Ontwerpen David van Doorn en Noëmi Andriesse bevalt dat prima. “Voor ons project met mycelium werken we onder andere met Zhan Paunov, een student van de opleiding Life Sciences van de academie Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. Omdat mycelium zo’n bijzonder biobased materiaal is, hebben we Zhan’s biologische kennis nodig. We bellen regelmatig om elkaars voortgang te checken, en om te kijken hoe we elkaar kunnen helpen. Zhan adviseert ons over de groei van het materiaal en wij leveren op maat gemaakte mallen aan om het materiaal in te groeien.” 

Goede oefening voor de toekomst

Ook Zhan is tevreden over de samenwerking. “Ik geniet er erg van om met andere disciplines te werken, al waren er wel wat aanpassingsproblemen. Je moet bijvoorbeeld wennen aan elkaars terminologie en manier van communiceren. Dat is juist positief: je leert niet alleen samen te werken met andere disciplines, maar je social skills gaan er ook nog eens op vooruit. Belangrijk voor de toekomst: daar krijg je tenslotte alleen maar meer te maken met allerlei specialisten die niet in jouw vakgebied zitten.”

Geïnteresseerd? Meld je via deze link aan voor de minor Biobased Innovations