Praatplaat met aanbevelingen voor kennisbenutting in scholen

Hoe kunnen we kennis en expertise uit onderzoek beter benutten in het onderwijs? Dat onderzochten onderzoekers van onder andere de HAN in een NRO-studie. De aanbevelingen uit het rapport zijn nu ook te zien op een heldere ‘routekaart’.

363271 tekstbalonnen maken voor onderzoekend handelen

HAN-lector Helma Oolbekkink is projectleider van de overzichtsstudie: “De grote vraagstukken in het onderwijs vragen erom dat kennis en expertise uit onderzoek benut worden. Maar dat blijkt soms lastig. Waar wringt het nog en hoe kan het beter? De uitkomsten van de studie zorgden voor herkenning én nieuwe inzichten. Naast de rapportage (november 2022) is er nu ook een routekaart met de aanbevelingen.” 

3 onderzoeksvragen

De onderzoeksgroep analyseerde 69 recente NRO-rapportages. En richtte zich op 3 vragen:

  • Hoe ziet de samenwerking tussen onderzoekers en onderwijsprofessionals eruit?  
  • In hoeverre wordt onderzoekskennis benut, en op welke manier?   
  • Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren?  

Samenwerking onderzoekers en onderwijsprofessionals

In de 69 onderzoeksrapportages vonden de onderzoekers 2 verschillende samenwerkingsvormen: 

  • School- en onderzoekergestuurde samenwerking: onderwijsprofessionals zijn medebepalend voor de koers (co-creatie).  
  • Onderzoekergestuurde samenwerking: onderwijsprofessionals zijn alleen uitvoerend betrokken en/of hebben een rol als respondent.  

Onderzoekservaring opdoen

Onderzoeker Edwin Buijs: “De samenwerkingsvorm leidde tot weinig opvallende verschillen in kennisbenutting. Maar bij school- en onderzoekergestuurde projecten zagen we wel vaker dat leraren onderzoekservaring opdeden. En ook dat ze, op het moment van de reviewstudie, in veel gevallen nog steeds gebruikmaakten van de opbrengsten van het onderzoek. Dat is het voordeel van actieve deelname in bijvoorbeeld dataverzameling en -analyse.” In de onderzoekergestuurde projecten waren leraren juist relatief vaak betrokken bij het ontwerp en de ontwikkeling van materialen. Edwin: “Die materialen werden in dat geval ook vaker gebruikt door leraren die niet meededen aan het onderzoek.”  

Tijdens de reviewstudie maken leraren in veel gevallen nog steeds gebruik van de opbrengsten van het onderzoek. Dat is het voordeel van actieve deelname in bijvoorbeeld dataverzameling en -analyse.”

Manieren voor kennisbenutting

Onderzoekskennis wordt op 4 verschillende manieren gebruikt en gedeeld.
Op de 1e plaats door kennisoverdracht, wat in de onderzochte projecten zichtbaar werd via schriftelijke publicaties, kennisclips en bijvoorbeeld (eigen) websites.  
Kennisbenutting ontstaat daarnaast via beïnvloeden en overtuigen. Dat werd bereikt met presentaties, workshops, slotbijeenkomsten, stakeholdersdagen en bijvoorbeeld inspiratiesessies. 
Ook toepassing is een vorm van kennisbenutting. In de onderzochte projecten gebeurde dat vooral via de lerarenopleidingen, maar ook door producten te ontwikkelen die een-op-een toepasbaar waren in de praktijk, zoals lesmateriaal, een praktijkboek of een training. 
De 4e manier om kennis in te zetten, is co-creatieDe overzichtsstudie zag die vorm bijvoorbeeld terug in samen ontwikkelde materialen, een prototype voor ondersteuningsaanbod en een brainstorm over het vertalen van onderzoeksbevindingen naar een kennisproduct. 

Mate van kennisbenutting

Het is lastig te bepalen in hoeverre onderzoeksuitkomsten worden benut: consortia hebben weinig zicht op de daadwerkelijke inzet van nieuwe kennis onder (beoogde) eindgebruikers. Wel duidelijk is de impact op degenen die direct of indirect bij projecten betrokken zijn: de deelnemende onderwijsprofessionals en hun collega’s, maar ook lerarenopleiders en hun studenten. Zij doen nieuwe inzichten en ideeën op, ontwikkelen hun onderzoeksvaardigheden en maken blijvend gebruik van nieuwe materialen. De lerarenopleidingen gebruiken onderzoeksuitkomsten bovendien voor het kennisdeel en de onderzoekslijn van hun curricula.  

Bevorderende factoren

Verschillende factoren spelen een rol bij de mate van kennisbenutting. Die zijn deels persoonlijk, en hebben deels te maken met de organisatie. Het is helpend als onderzoek aansluit bij de behoefte en als leraren enthousiast en actief betrokken zijn. Het is bovendien belangrijk dat de schoolleider zich betrokken en ondersteunend toont. Maar ook dat de onderzoeker gemotiveerd is en gefaciliteerd wordt. En dat consortia voortbouwen op bestaande samenwerking. Daarnaast moet er voldoende onderzoeksbudget zijn en speelt goede communicatie een belangrijke rol.  

Belemmerende factoren

Kennisbenutting wordt echter juist geremd als de transfer naar andere doelgroepen of onderwijscontexten onvoldoende van de grond komt. En ook als het de deelnemende leraren ontbreekt aan voldoende kennis, vaardigheden of houdingsaspecten. Ook gebrek aan facilitering, prioritering, continuïteit, betrokkenheid, financiering en budget en bijvoorbeeld moeizame communicatie staan in de weg van het delen en gebruiken van kennis. 

Aanbevelingen

Het onderzoeksteam formuleerde een aantal adviezen voor onderzoekers, onderwijsprofessionals en beleidsmakers:

  • Sluit met onderzoeksaanvragen aan bij bestaande partnerschappen.  
  • Zet in op financiering voor doorontwikkeling van bestaande initiatieven.  
  • Zoek verbinding met lerarenopleidingen om te profiteren van hun sterk positieve impact. 

Meer informatie

NRO werkt aan doorontwikkeling van het beleid rondom de impact van kennisbenutting. De resultaten van de overzichtsstudie worden daarin meegenomen. Wil je meer informatie over kennisbenutting? Neem dan contact op met lector Helma Oolbekkink.

Helma Oolbekkink

De overzichtsstudie werd uitgevoerd door HAN-lector Helma Oolbekkink (projectleider), HAN-onderzoekers Janneke van der Steen, Edwin Buijs en Katrijn Opstoel, onderzoeker Wouter Schenke van het Kohnstamm Instituut en hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit Leiden, Wilfried Admiraal.