Meer meesters voor de klas heeft nog steeds aandacht nodig

De samenleving wil een betere verdeling tussen het aantal meesters en juffen. Pabo’s willen daaraan tegemoetkomen, maar daarvoor zijn veranderingen nodig. Het project Meer Mans onderzocht in 2013 hoe die eruit kunnen zien en wat daarvoor nodig is. De resultaten zijn nog steeds relevant.

Docent uitleggen aan klas

Wat vindt de maatschappij?

In Nederland vinden we het belangrijk dat onderwijsteams een afspiegeling zijn van de leerlingenpopulatie en daarmee van de samenleving. Kinderen verschillen en moeten op school te maken krijgen met leraren met net zo verschillende achtergronden. De man-vrouw-verhouding is er daar één van. De kans dat het onderwijs recht doet aan alle kinderen, is groter als onderwijsteams diverser zijn samengesteld.

Wat wil het primair onderwijs

Basisscholen willen op de eerste plaats goede leraren en verschillende leraren; dus ook meer goede, mannelijke leraren. Een evenwichtiger verhouding tussen de mannen en vrouwen zorgt voor een bredere blik binnen de school voor verschillende kinderen met hun individuele talenten, hobby’s, interesses en kwaliteiten. Kinderen worden daardoor meer gestimuleerd en presteren beter. De scholen willen bovendien dat de kwaliteit van mannelijke instromers net zo hoog is als die van de vrouwelijke instromers.

Hoe is de praktijk?

Veel onderwijsteams zijn eenzijdig samengesteld. Vrouwen zijn in toenemende mate in de meerderheid, omdat de mannelijke collega’s vooral in de hogere leeftijdscategorieën zitten. De nieuwe aanwas van mannelijke leraren blijft achter. Maar weinig jongens kiezen voor de pabo en degenen die dat wél doen, doen langer over de opleiding, vallen vaker uit en presteren vaak minder goed dan hun vrouwelijke mede-studenten. Mannen in het onderwijs staan bovendien minder voor de klas, omdat ze vaker kiezen voor bestuurlijke en managementfuncties.

Oplossing vóór studiekeuze

Verschillende factoren maken dat mannelijke studenten minder vaak de eindstreep halen dan vrouwelijke studenten. Zo blijken jongens zich bijvoorbeeld minder goed te oriënteren en informeren wanneer zij een studie moeten kiezen. De pabo komt daardoor niet in beeld of ze beginnen met de verkeerde verwachtingen aan de opleiding. Tijdens het studiekeuzetraject en de voorlichting moet hier specifiek rekening mee worden gehouden.

Oplossing tijdens studie

Het pabo-curriculum is wat betreft inhoud, didactische werkwijze, toetsing en begeleiding bovendien erg gericht op wat de vrouwelijke meerderheid aanspreekt. Met relatief kleine wijzigingen is het mogelijk tegemoet te komen aan wat jongens nodig hebben om de studie met plezier en meer succes te doorlopen. Voorbeelden daarvan zijn hulp bij zelfsturing en reflectie, concretere aandacht voor de koppeling tussen theorie en praktijk, en docenten en stagebegeleiders die pas in een later stadium verschuiven van een sturende naar een begeleidende rol.