Vrouwelijke Statushouders Duurzaam begeleiden naar Werk
Hoe begeleid je vrouwelijke statushouders duurzaam naar passend werk? Eerder ontwikkelden 3 hogescholen samen met professionals en de doelgroep een handreiking die laat zien wat werkt. In dit vervolgproject ontwikkelen we een werkwijzer waarmee gemeenten direct hun begeleiding kunnen versterken.
Aanleiding
Van 2021 tot 2024 onderzochten de HAN, Hogeschool Windesheim en Hogeschool Utrecht hoe professionals vrouwelijke statushouders beter kunnen begeleiden naar werk. Het project Participatie met Perspectieven leverde meerdere praktische producten op, waaronder een interactieve digitale handreiking. Tijdens de slotbijeenkomst werd die handreiking enthousiast ontvangen door bijna honderd professionals en beleidsmakers.
Gemeenten én het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien duidelijk behoefte aan doorontwikkeling. Daarom is dit vervolgproject opgenomen in de Werkagenda Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt (VIA).
Doel van het project
Met dit project ontwikkelen we een praktische werkwijzer: Werken op maat met vrouwelijke statushouders. Gemeentes kunnen hiermee hun werkprocessen slimmer organiseren en professionals helpen om doelgericht en op maat te begeleiden.
We werken samen met 8 tot 10 gemeentes in een leertraject waarin professionals onderdelen uit de handreiking meteen toepassen in hun dagelijkse werk. De inzichten uit dit traject vormen de basis voor de digitale werkwijzer. Die biedt gemeenten en professionals concrete handvatten om begeleiding duurzaam en effectief in te richten.
Samenwerking
Dit vervolgproject wordt uitgevoerd in samenwerking met Hogeschool van Utrecht, Hogeschool Windesheim, Han University of Applied sciences, professionals (trainers op het gebied van arbeidsparticipatie statushouders), ervaringsdeskundigen en studenten van de verschillende hogescholen.
Maatschappelijke relevantie
Op dit moment zijn er ongeveer 220.00 statushouders in Nederland. Meer dan 150.000 statushouders zijn tussen de 18 en 65 jaar en maken dus deel uit van onze beroepsbevolking. Het aantal statushouders dat werkt stijgt met de jaren, van 7% na twee jaar na het ontvangen van hun status naar 57% na 8 jaar. Maar dat is nog altijd 16% lager dan de participatie van de totale beroepsbevolking (73,1%)
Als statushouders aan het werk zijn, is dat vaak in tijdelijke contracten of in deeltijd (CBS,2022). Hun positie is daardoor kwetsbaar: bij economische tegenwind zijn zij de eersten die hun baan verliezen. Bovendien werken statushouders vaak onder hun niveau, waardoor ze hun talenten niet volledig kunnen ontplooien. Dat is een gemis voor henzelf en voor onze maatschappij. Statushouders die aan het werk zijn, leren sneller de taal, bouwen een netwerk op, ontwikkelen meer eigenwaarde en worden zelfredzamer. Zij die aan het werk zijn, helpen de krapte op de arbeidsmarkt te verminderen en zijn minder afhankelijk van de bijstand.
De arbeidsparticipatie van vrouwelijke statushouders is nog lager dan die van mannelijke statushouders. Uit de benchmark van Divosa van 2022 blijkt dat 17% van de vrouwelijke statushouders en 47% van de mannelijke statushouders betaald werk heeft. Door de lage arbeidsparticipatie van vrouwelijke statushouders blijft talent onbenut dat werkgevers goed kunnen gebruiken. Bovendien missen vrouwen kansen om zich te ontwikkelen en hun autonomie en inkomenszekerheid verder te versterken.