Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

Een fijne en veilige leefomgeving is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Het helpt kinderen om gezond, veilig en met goede kansen op te groeien. Promovenda Eva Onstenk onderzoekt hoe kinderen hun leefomgeving zien, ervaren en willen vormgeven.
De plek waar kinderen opgroeien is belangrijk voor hun ontwikkeling en hoe ze zich voelen. Het gaat hierbij om zowel de sociale omgeving (zoals mensen in de buurt) als de fysieke omgeving (zoals gebouwen, pleinen en parken). Een fijne en veilige leefomgeving heeft een beschermend karakter voor het opgroeien in de huidige samenleving. Toch is zo’n ondersteunende leefomgeving voor kinderen en gezinnen nog niet altijd vanzelfsprekend.
Opvallend is dat onderzoek naar de leefomgeving van kinderen vaak kijkt naar de ervaringen en meningen van professionals, vrijwilligers en ouders. Kinderen zelf worden vooral gezien als doelgroep. De beelden van volwassenen over opgroeien en opvoeden zijn hierin vaak leidend. Om leefomgevingen voor kinderen en gezinnen echt te verbeteren, is onderzoek nodig naar hoe kinderen zelf hun leefomgeving zien, hoe zij deze ervaren en hoe zij deze graag zouden willen vormgeven. Dit perspectief van kinderen komt nu nog weinig naar voren in onderzoek.
Doel van het onderzoek
In dit promotieonderzoek staat de volgende vraag centraal:
Hoe kan het perspectief van kinderen op hun leefomgeving bijdragen aan het versterken van deze leefomgeving waarin zij opgroeien?
We richten ons op kinderen van 10 tot 14 jaar. In deze leeftijdsfase kunnen beginnende problemen al ontstaan. Ook maken kinderen in deze periode de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Deze overgang brengt veel veranderingen met zich mee. Denk aan veranderingen in de omgeving, nieuwe vrienden en veranderingen in hoe kinderen naar zichzelf kijken.
Dit onderzoek geeft nieuwe kennis over hoe kinderen hun leefomgeving ervaren. Die kennis kan helpen om betere oplossingen te bedenken voor de ondersteuning van kinderen in hun leefomgeving. Zo kunnen volwassenen, zoals professionals, vrijwilligers en ouders, samen werken aan een veilige, fijne en ondersteunende leefomgeving die past bij de wensen van kinderen. Om ervoor te zorgen dat we echt naar kinderen luisteren, laten we ons inspireren door de Ierse professor Lundy.
Ik wil van kinderen zelf weten hoe zij hun leefomgeving ervaren, zij zijn immers expert van hun eigen leven.”
Uitvoering van het onderzoek
Fase 1: Literatuuronderzoek
Binnen dit promotieonderzoek is eerst een literatuuronderzoek (systematic review) gedaan. De centrale vraag was: Wat zegt internationaal onderzoek tussen 2002 en 2025 over hoe kinderen van 10 tot 14 jaar hun leefomgeving ervaren?
Uit dit literatuuronderzoek, waarin 31 studies zijn bekeken, blijkt dat kinderen duidelijke ideeën hebben over hoe hun leefomgeving eruit zou moeten zien. Kinderen geven aan dat hun omgeving hen moet steunen en dat het belangrijk is dat ze zich er veilig en verbonden voelen. Er is voor kinderen een sterke link tussen een ondersteunende leefomgeving en hun ontwikkeling. Zo’n omgeving heeft volgens kinderen bepaalde voorwaarden, belangrijke onderdelen en een belangrijke rol voor volwassenen.
Een belangrijk punt dat uit het literatuuronderzoek naar voren kwam, is dat de mening van volwassen onderzoekers invloed kan hebben op hoe kinderen hun leefomgeving beschrijven. Daarom is het belangrijk dat toekomstig onderzoek nog meer vanuit het perspectief van kinderen gebeurt. Daarbij is het goed om kinderen te zien als actieve deelnemers én als mede-onderzoekers.
Het literatuuronderzoek is als artikel aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift. Als het artikel is gepubliceerd, worden de resultaten hier gedeeld.
Fase 2: Onderzoek in de praktijk
De komende tijd gaan we in verschillende wijken in Nijmegen en Arnhem samen met kinderen onderzoeken wat zij belangrijk vinden in hun leefomgeving. We luisteren naar de kinderen en helpen hen om anderen te laten zien hoe zij hun omgeving ervaren en wat zij daarin belangrijk vinden. Zo maken we de buurt samen leuker en fijner voor iedereen, met extra aandacht voor wat kinderen zelf belangrijk vinden.
We gebruiken creatieve werkvormen die goed passen bij de kinderen. In overleg met hen zullen we bijvoorbeeld foto’s, video’s en podcasts inzetten. Het onderzoek begint met de methode Photovoice. Deze creatieve methode nodigt kinderen uit om hun leefomgeving te laten zien en helpt ons inzicht te krijgen in hoe zij de wereld om zich heen ervaren. De methode helpt kinderen om hun gedachten, ervaringen en ideeën uit te drukken. De foto’s die de kinderen maken en willen delen, zijn het beginpunt voor een gesprek. Samen met de kinderen analyseren we de beelden en trekken we conclusies. Daarna denken we na over hoe we de ontdekkingen en ideeën van de kinderen kunnen laten zien aan belangrijke mensen, zoals familie, vrienden, (gemeente)professionals en vrijwilligers. We sluiten het onderzoek af met een feestelijke bijeenkomst!
Samenwerking
Dit promotieonderzoek wordt uitgevoerd binnen het Lectoraat Werkzame Factoren in Jeugd- en Opvoedhulp (WFJO) van de HAN, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het onderzoek sluit aan bij de onderzoeksthema’s van het lectoraat WFJO die zich focussen op samenwerkingsvraagstukken én het perspectief en ervaringen van kinderen, ouders en hun netwerk. Daarnaast wordt het onderzoek uitgevoerd binnen de leerstoel Intergenerationele overdracht van risico- en beschermende factoren in de opvoeding van jeugdigen van de UvA. Voor het participatieve praktijkonderzoek wordt er samengewerkt met de sociaal werk organisaties Bindkracht10 en Rijnstad.
