Jaarlijkse dag duurzaamheidsmedewerkers in Nijmegen

Wie van doen heeft met beleid rondom duurzaamheid in het hoger onderwijs was uitgenodigd voor de jaarlijkse netwerkdag, dit keer georganiseerd door de HAN en de Radboud Universiteit. ‘Nieuwe mensen ontmoeten met dezelfde struggle, dat is heel stimulerend.’

Kapittelweg 35

De jaarlijkse toogdag van duurzaamheidsmedewerkers bracht op 4 april zo’n zestig mensen samen op de hogeschool en universiteit. ‘We zitten allemaal in het zelfde schuitje’, aldus onderstreept Chiel de Block de meerwaarde van het samenzijn. ‘Zulke netwerkdagen zijn belangrijk om de moraal op te vijzelen, we staan allemaal voor complexe uitdagingen binnen onze instellingen.’ De Block is coördinator Duurzaamheid van Hogeschool Leiden, een van de twintig vertegenwoordigde ho-instellingen bij de bijeenkomst in Nijmegen.

Geweldig mooi om te zien dat zo’n beetje elke hogeschool en universiteit enorm inzet op duurzaamheid binnen de eigen bedrijfsvoering. Dat motiveert me om ook binnen de HAN volle kracht vooruit te gaan.

Duurzaam gebouw K35

Bert Horsting van de afdeling Huisvesting vertelt over de vele duurzame aspecten van Kapittelweg 35.

Netwerkmiddag Duurzaamheidscoördinatoren SEE

Klimaatgesprekken

Terugblikkend aan het eind van de dag noemt De Block de ‘klimaatgesprekken’ als hoogtepunt. In deze sessies werden de deelnemers getraind in ‘de kunst van de dialoog’ bij de vaak polemische onderwerpen, zoals het terugdraaien van de verwarming in de winter of de introductie van vegetarisch of veganistisch eten in de cafetaria van je onderwijsinstelling. De netwerkdag omvatte verder een reeks wandelingen om kennis te nemen van de biodiversiteit op de campus of van de duurzame gebouwen van de HAN en de universiteit. 

Onder de workshops en colleges tijdens de dag trok de workshop over ICT & dataopslag de bijzondere aandacht van Sascha Jansz, als coördinator duurzaamheid verbonden aan de KNAW. ‘Dit raakt de energiebehoefte van elke instelling, dit raakt elk wetenschapsgebied. Ik zou de aandacht hiervoor binnen de instellingen graag willen bevorderen. Het energieverbruik en de nu al sterk stijgende behoefte aan dataopslag zullen door iets als AI alleen maar toenemen.’ Bernard van Gastel, universitair docent duurzame digitalisering, belichtte in de workshop het almaar stijgende aandeel van ICT in de elektriciteitsbehoefte. ‘Het is nog lastig de CO2-footprint precies te meten’, zegt Jansz. ‘Er is nog geen gestandaardiseerde methode. Dit is nog een gat in onze kennis.’

Van papier tot realiteit

Een andere hiaat in de beleidsvorming noemt Walter Jansen, bij de TU Delft werkzaam met bouwprojecten en alle infrastructuur die daarbij komt kijken. ‘De besluitvorming op investeringen gebeurt op basis van financiële parameters. In plaatst van op de totale kosten die een investering met zich meebrengt.’ Het eerste is vooral denken op de korte termijn, het tweede – wat Jansen zou willen – op de lange termijn. ‘Een instrumentarium daarvoor bestaat wel, maar is binnen de instellingen nog geen gemeengoed.’ 

Jansen ziet een spanningsveld tussen wat de instellingen op papier formuleren, en de alledaagse realiteit. ‘Er worden wel allerlei ambitieuze uitspraken geformuleerd, maar de aandacht zou moeten uitgaan naar de vraag hoe je die moet waarmaken.’ Ook Vera Jansen, coördinator duurzaamheid van Tilburg University, vraagt aandacht voor de concrete stappen. ‘De analyses zijn wel gemaakt, maar gaan gemakkelijk hoog-over. Ik kijk liever naar de stappen die we nú kunnen zetten.’ 

De netwerkdag levert de deelnemers genoeg inspiratie op om zulke stappen te zetten. Evenals Sascha Jansz van de KNAW wil Vera Jansen aan de slag met de digitale duurzaamheid. ‘De dag heeft me geleerd dat in de dataopslag veel is te winnen. Ik ben nu extra gemotiveerd om aan de slag te gaan met onze ICT-afdeling.’ Dit is muziek in de oren van Marije Wensink van de HAN, een van de organisatoren van de dag. ‘Je hoopt dat mensen ideeën opdoen om te gaan samenwerken, binnen hun instellingen en wij onderling. Op zo’n dag kom je mensen tegen met allemaal dezelfde struggle.’

Nieuwe kennis

Marije Wensink noemt ook de meerwaarde van de nieuwe kennis die je op zo’n dag opdoet. ‘Ik wil meer weten over het meetbaar maken van duurzaamheid, en hoe je dat kunt inzetten om duurzame stappen te zetten als instelling. Ik ben op het idee gebracht om hiervoor een extra opleiding te gaan doen.’ De nieuwe kennis werd deze dag mede aangereikt door Frank Croes, programmamanager van het Centrum Meervoudige Waardecreatie van de HAN. Croes doceert dat de groeimodellen van organisaties in de greep zijn gekomen van de financiën, alsof de monetaire waarde de enige waarde is die er toe doet. ‘Het zou moeten gaan om de kwaliteit van wat je als bedrijf toevoegt, voor je medewerkers, je klanten, de wereld. Dat je winst maakt zonder verlies.’

Naast het ontwikkelen van een visie op lange termijn, onderstreept Croes de noodzaak van de dialoog. ‘De vraag is hoe je als onderwijsinstelling eraan kunt bijdragen de noodzakelijke ontwikkelingen te versnellen.’ En dit samen met de kunst iedereen die kan bijdragen met je mee te nemen. ‘Er blijft heel veel capaciteit onderbenut’, aldus Croes, die oproept tot dialoog en wil waken voor polarisatie. De dag gaf de deelnemers voldoende stof tot nadenken en handelen, met voorzetten voor een biodiverse campus tot duurzame dataopslag, van duurzaam inkopen tot energiezuinige gebouwen. Frank Croes gaf aan het einde van zijn college de deelnemers nog wat energie mee naar huis: ‘Het barst van de kansen.’