Lessen burgerschap: geen appeltje-eitje, wel kansen

Ga er maar aan staan als student van een tweedegraads lerarenopleiding: een mbo-stage als docent Burgerschap, een vak waarvoor je niet wordt opgeleid. Help?! Wat moet er veranderen, op de lerarenopleiding én in het mbo? Het Designteam Burgerschap ging ermee aan de slag.

1e18d84a-0ce6-11ee-94bb-02565807075b Vijf studenten van Leraar Geschiedenis overleggen in open werkruimte over de WO II.

Het designteam bestond uit 2 lerarenopleiders, een docent, 2 beleidsmedewerkers, een onderzoeker en een procesbegeleider. De leden werken bij de HAN, ROC Rijn IJssel en ROC Nijmegen. Bij de laatste 2 bijeenkomsten was ook een student aanwezig: Sabine Nuij. Ze studeert aan de Lerarenopleiding Geschiedenis en was vorig jaar een van de studenten die zich onvoldoende voorbereid voelden voor de uitdagingen rondom het vak Burgerschap.  

Voorbeeld uit de praktijk

Sabine: “De school waar ik mijn eindstage liep, had voor de opleiding tot schoonheidsspecialist nog geen methode voor Burgerschap. En ik was bovendien de enige docent Burgerschap in het team." Dat betekende dat ze alles zelf moest bedenken en ontwikkelen: “Ik dook daarvoor in de richtlijnen van de overheid, ging in gesprek met vakdocenten, bekeek het kwaliteitsdossier van de opleidingen en schoof aan bij praktijklessen. Allemaal om feeling te krijgen met de beroepen waarvoor mijn klassen werden opgeleid.”  

Uitdaging 1: verbinding met het beroep

De situatie op de stageschool van Sabine is overigens geen uitzondering. Dat vertelt lerarenopleider Rob Verheijen, die de feedback van studenten als Sabine verzamelde en inbracht in het designteam. “Mbo-scholen gebruiken verschillende methoden – en die zijn niet toegespitst op een specifieke beroepscontext - of doen het zonder methode. Maar of je nu wel of niet een methode gebruikt: het gaat om de kwaliteit van de lessen en hoe je daarin de verbinding maakt met het beroep van de studenten.” En dat is een uitdaging, weet Sabine uit ervaring: “Want hoe werk je sociaal-maatschappelijk burgerschap uit voor de opleiding tot schoonheidsspecialist? Hoe breng je politiek-juridisch burgerschap over aan studenten die pedicure willen worden?” 

Of je nu wel of niet een methode gebruikt: het gaat om de kwaliteit van de lessen en hoe je daarin de verbinding maakt met het beroep van de studenten."

Uitdaging 2: gevoelige onderwerpen

Daar komt bij: de onderwerpen die je als docent Burgerschap bespreekt, liggen nogal eens gevoelig. Sabine: “Bijvoorbeeld als je het samen hebt over MeToo. Studenten hebben daar mogelijk zelf pijnlijke ervaringen mee. Of een discussie over de hoogte van straffen in het jeugdrecht. Misschien heeft één van je studenten daar zelf wel mee te maken. Daar moet je je steeds van bewust zijn.” 

Uitdaging 3: begeleiden zonder oordeel

Burgerschap brengt persoonlijke verhalen en emoties boven. Dat vraagt om (aankomende) docenten die discussies goed en zonder oordeel weten te begeleiden. Ellen Gunnewijk, procesbegeleider van het designteam, licht toe: “Jonge mensen zijn vaak nog wat extreem in hun gedachten. Dat maakt het voor een docent pittig om een discussie goed te begeleiden. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor een open en respectvol gesprek, waarin meningen en perspectieven tegenover elkaar kunnen staan? Verschillen komen je studenten straks - in de schoonheidssalon of pedicurepraktijk – tenslotte ook tegen; in de lessen Burgerschap bereid je hen daarop voor.” 

Jonge mensen zijn vaak nog wat extreem in hun gedachten. Dat maakt het voor een docent pittig om een discussie goed te begeleiden."

Uitdaging 4: werkplekbegeleiding van stagiairs

Voor de stagebegeleiders is het niet altijd makkelijk om de HAN-studenten te begeleiden. Rita Sessink, beleidsmedewerker van ROC Rijn IJssel en lid van het designteam, geeft daarvoor twee redenen. “Op de eerste plaats is er geen duidelijk kader voor burgerschapsonderwijs. Mbo-docenten hebben dus geen kapstok voor de invulling, net zo min als de stagiairs die zij begeleiden. Je wordt in het diepe gegooid, als (toekomstig) docent én als werkplekbegeleider. Terwijl er stevige thema’s als polarisatie, arbeidsmarktproblematiek en extremisme aan bod moeten komen. Die uitdagingen maken het vak weinig populair: veel docenten haken snel af of ervaren handelingsverlegenheid. Dat leidt tot gebrek aan continuïteit en ervaring.” 

Burgerschap prominenter op de agenda

Toch kent Rita zeker ook docenten die inmiddels helemaal óm zijn: “Als je erin slaagt om de koppeling te maken met de beroepspraktijk en de belevingswereld van mbo-studenten, dan kom je heel dicht bij ze. Het is de kunst om te transformeren van docent-als-zender naar nieuwsgierig en respectvol tweerichtingsverkeer. Inmiddels staat Burgerschap veel prominenter op de kwaliteitsagenda, dat is een grote stap vooruit!’ 

Zelf het buskruit uitvinden mag leerzaam zijn, ideaal is het niet.”

Sabine had geluk: haar stagebegeleider was zelf geen docent Burgerschap, maar wist haar desondanks enorm te helpen bij de invulling van het vak. Sabine: “Ik kreeg tegelijkertijd veel vrijheid. Juist daardoor groeide ik pedagogisch en didactisch enorm, maar toch: zelf het buskruit uitvinden mag leerzaam zijn, ideaal is het niet.” 

Designteam aan de slag

De leden van het Designteam Burgerschap delen die mening volledig. In negen maanden tijd verzamelden ze informatie over de uitdaging en verdiepten ze zich in de perspectieven van mbo- en hbo-studenten, lerarenopleiders, mbo-docenten, mbo-opleidingsteams, mbo-managers en andere betrokkenen, zoals de overheid.  

Onderzoeker Mariëlle Verhoef was bij alle bijeenkomsten aanwezig. Mariëlle: “Meestal hebben onderzoekers een minder zichtbare rol in designteams, maar we hebben deze keer bewust een andere keuze gemaakt. Vóór ik onderzoeker werd bij de Academie Educatie, was ik bij het Graafschap College beleidsmatig betrokken bij Burgerschap. Ik ken de worstelingen van docenten om Burgerschap goed op de kaart te zetten dus uit de praktijk. Die inhoudelijke kennis was in het designteam van harte welkom.” 

Ik ken de worstelingen van docenten om Burgerschap goed op de kaart te zetten uit de praktijk."

Wat leverde het op?

En nu ligt er het eindverslag met adviezen om burgerschap explicieter onderdeel te laten zijn van het beroepsonderwijs. Als overkoepelende succesfactoren noteert het designteam: teamverantwoordelijkheid voor het vak en directeuren die een voorbeeldrol op zich nemen en zich hard maken om burgerschap beter op de agenda te krijgen.  

Wat is er verder nodig? Op de eerste plaats een betere koppeling van Burgerschap aan de beroepspraktijk. Daarnaast een leerlijn binnen de lerarenopleiding Geschiedenis. Verder een voorbereidingspakket voor docenten Burgerschap. Als vierde: een minor Burgerschap. En tot slot een ‘crash course’ voor studenten die Burgerschap gaan geven

Hoe nu verder?

Het werk van het designteam zit erop: urgentie, ambities én mogelijke oplossingen zijn regionaal op de kaart gezet, én herkend. Ellen: “De HAN en de Gelderse mbo’s onderzoeken nu hoe ze daar samen op kunnen voortborduren, bijvoorbeeld vanuit een professionele leergemeenschap of kenniskring.”  

De lerarenopleiding Geschiedenis heeft de eerste aanpassingen al doorgevoerd in het curriculum. Daarin staat nu bijvoorbeeld opgenomen welke historische thema’s ook heel goed kunnen worden gekoppeld aan Burgerschap, en hoe. Sabine is daar blij mee: “Voor mij en andere tweedegraads leraren Geschiedenis is het mbo één van de grootste werkgevers, vaak om lessen in Burgerschap te verzorgen. Mooi om te horen dat er stappen worden gemaakt!”  

Het Designteam Burgerschap bestond uit twee docenten van de lerarenopleiding geschiedenis (Anne van Duuren en Rob Verheijen), een docent (Roy den Hartog) en een beleidsmedewerker (Rita Sessink) van ROC Rijn IJssel en een beleidsmedewerker van ROC Nijmegen (Aran Jeurissen, en later Bart Dekker). De groep werd gefaciliteerd door Ellen Leenaarts – Gunnewijk en ondersteund door onderzoeker Mariëlle Verhoef, beiden van het Lectoraat Responsief Beroepsonderwijs van de HAN.De laatste twee bijeenkomsten werden bijgewoond door Sabine Nuij (toen studente van de HAN, inmiddels docent aan ROC Rivor in Tiel).