CVA-thuisrevalidatie: beter thuisherstel na een beroerte

Na een beroerte herstellen mensen steeds vaker thuis in plaats van in revalidatiecentra. Thuisrevalidatie verloopt echter niet altijd efficiënt. Praktijkprofessionals, onderzoekers en studenten van de HAN werken samen in een project om thuisrevalidatie na een beroerte te verbeteren.

Ouderenzorg

‘Als een cliënt die herstelt van een beroerte door de huisarts wordt doorverwezen naar een fysiotherapeut, kan het gebeuren dat hij of zij terechtkomt bij ’de fysio om de hoek’, en niet naar een fysiotherapeut die ervaring heeft met mensen die beroertes hebben gehad’, zegt HAN-onderzoeker Dinja van der Veen. 

‘Een huisarts is zich er soms simpelweg niet van bewust dat er fysiotherapeuten in de regio zijn met deze specialistische kennis. Daarom zou er eigenlijk voor elke regio een website moeten komen waarop in één oogopslag duidelijk wordt waar deze professionals zitten en wat ze kunnen doen voor de cliënt. Dan kunnen deze mensen beter samenwerken en kunnen cliënten zich er van verzekeren dat ze de best mogelijke zorg krijgen bij de revalidatie van hun beroerte.’

Dinja van der Veen in onderzoeker bij het lectoraat Neurorevalidatie

Optimaal revalideren

Van der Veen is uitvoerend onderzoeker van het project CVA-thuisrevalidatie Noordelijke Maasvallei, een project waarbij professionals, onderzoekers en studenten van de HAN uitzoeken hoe cliënten na een beroerte optimaal kunnen revalideren in hun eigen woning. Voorheen werden mensen na een ernstige beroerte vaak langdurig opgenomen in revalidatiecentra. Maar nu kunnen zelfs cliënten die ernstige klachten overhouden aan hun beroerte al snel weer naar huis.

Nieuwe aanpak

Deze nieuwe aanpak heeft in potentie voordelen. Zo herstellen mensen vaak beter als ze in hun eigen vertrouwde omgeving revalideren in plaats van het ziekenhuis. Verder kan thuisrevalidatie een flinke besparing opleveren in de zorgkosten. Maar in de praktijk zijn er ook enkele problemen. De samenwerking tussen de verschillende zorgprofessionals die de cliënt thuis bezoeken, verloopt niet altijd vlekkeloos. Daarnaast wordt de behandeling vaak niet goed afgestemd op de individuele omstandigheden van cliënten. ‘Toen mensen nog vooral in revalidatieklinieken herstelden van een beroerte was alle specialistische kennis aanwezig binnen de muren van de instelling’, aldus van der Veen. ‘Dat is in de thuissituatie heel anders. Zorgverleners weten niet altijd van elkaar wat ze doen en waar kan worden samengewerkt.’  

277323 Een gele poster met samenwerking zorgprofessionals

Vindbaarheid

De onderzoekers en zorgprofessionals van het project CVA-thuisrevalidatie hebben de grootste problemen bij thuisherstel van een beroerte inmiddels geïnventariseerd. Studenten speelden een belangrijke rol bij het onderzoek. Ze interviewden cliënten, hielden enquêtes en deden uitgebreid literatuuronderzoek. Inmiddels zijn er door de projectgroep een groot aantal verbeterpunten geformuleerd waarmee de behandeling na een beroerte kan worden verbeterd. Zo moet het voor zowel cliënten als verwijzers makkelijker worden om in beroertes gespecialiseerde professionals te vinden. Het opzetten van regionale websites waarop al deze aanbieders zijn te vinden is de eerste stap.

Verbeterde communicatie

Maar ook de communicatie tussen het ziekenhuizen en zorgverleners die betrokken zijn bij de thuisrevalidatie moet beter. ‘Als mensen met een beroerte net zijn opgenomen in het ziekenhuis, wordt er veel informatie over ze verzameld. Dit dossier wordt nu niet altijd gedeeld met alle zorgprofessionals in de eerste lijn, zoals huisartsen en fysiotherapeuten.’
Ook hier kan een digitale oplossing uitkomst bieden. ‘Er moet een online rapportagesysteem komen voor een overdracht van de gegevens vanuit de instellingen naar de thuissituatie. Het is belangrijk dat de professionals in dit systeem ook met elkaar kunnen communiceren om samenwerking te verbeteren. Studenten van Academie IT en Mediadesign van de HAN onderzoeken op dit moment welke software daarvoor het beste geschikt is.’

Niet alleen medische gegevens zijn belangrijk bij thuisrevalidatie. Cliënten hebben vaak ook last van 'onzichtbare' gevolgen.

Onzichtbare gevolgen

Niet alleen medische gegevens zijn echter belangrijk bij thuisrevalidatie. Cliënten hebben vaak ook last van 'onzichtbare' gevolgen. ‘Mensen kunnen na een beroerte vaak plotseling minder goed plannen, of zich minder lang concentreren’, vertelt van der Veen. ‘Dit heeft tot gevolg dat mensen eenmaal thuis en vaak ook nog langere tijd na een beroerte, enorm kunnen vastlopen. Het is dan ook erg belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan deze onzichtbare gevolgen door professionals in de thuissituatie.’

Sociale netwerk in kaart

Familie en vrienden van cliënten kunnen eveneens een belangrijke rol spelen bij thuisrevalidatie. Nu is er vaak weinig aandacht voor de sociale omgeving van mensen die een beroerte hebben gehad. Toch is dit een belangrijke factor bij het herstel.
‘Wie bel je als je een boodschap uit de supermarkt nodig hebt? Bij wie klop je aan als je niet lekker in je vel zit? Dat zijn belangrijke vragen als je thuis revalideert van een beroerte’, zegt van der Veen. 

De projectgroep heeft zelf een standaardmethode ontwikkeld om het sociale netwerk van deze mensen in kaart te brengen. ‘Daarbij plakken cliënten stickers met namen van familieleden en kennissen in een cirkel rond hun eigen naam. Hoe dichterbij de naam, hoe dichterbij iemand staat. En bij iedere naam moet dan worden opgeschreven waarvoor de cliënt hem of haar kan bellen. Zo kun je snel uitvinden of er gebieden zijn waarop mensen extra steun nodig hebben, of dat er juist extra aandacht moet komen voor de belasting van de mantelzorger, omdat hij of zij een groot deel van de zorg op zich neemt.’ 

237742 oude vrouw met stok met jonge vrouw met boodschappen in park

Coördinator

Een ander belangrijk verbeterpunt is dat er bij de behandeling van elke cliënt één hoofdcoördinator moet worden aangesteld. ‘Zo iemand houdt het overzicht en zorgt ervoor dat de cliënt op alle gebieden de noodzakelijke zorg krijgt, zonder dat zorgverleners langs elkaar heen gaan werken’, aldus van der Veen. 

De cliënt zelf krijgt echter de belangrijkste stem in de behandeling. Uit het onderzoek van de projectgroep blijkt namelijk dat thuisrevalidatie beter werkt als mensen in hun eigen woorden hun behandeldoelen kunnen formuleren. ‘Stel dat iemand na zijn beroerte heel graag weer zelfstandig naar zangles wil kunnen gaan, en het niet zo belangrijk vindt om zichzelf te kunnen aankleden. Dan zouden de zorgverleners daarin mee moeten gaan, ook al is dat misschien ongebruikelijk. Het bezoeken van de zangclub moet dan het doel worden. Het heeft geen zin om een iemand lastig vallen met oefeningen die zijn gericht op het zelfstandig aankleden als dat niet zijn doel is. De cliënt moet de baas zijn over zijn of haar eigen revalidatie.'

Testen

De projectgroep gaat deze maatregelen eerst testen in de regio Noordelijke Maasvalleien in Noord-Limburg. ‘We willen eerst uitzoeken hoe onze aanbevelingen in de praktijk uitpakken, dit zullen we met de zorgprofessionals goed inventariseren’, aldus van der Veen. ‘Maar uiteindelijk hopen we de maatregelen landelijk in te voeren. We denken dat we met deze aanpak niet alleen de samenwerking tussen professionals kunnen verbeteren, maar ook de kwaliteit van leven van mensen die thuis revalideren van een beroerte en de mensen in hun directe omgeving.’