ALPO-studenten als serieuze onderwijsvernieuwers

Dit jaar kregen 4 HAN-docenten binnen het Comeniusprogramma een beurs toegekend om hun unieke plan voor onderwijsinnovatie uit te kunnen voeren. Maar hoe staat het inmiddels met de winnaars van vórig jaar? We spraken met ALPO-docent en onderzoeker Fedor de Beer.

docent klas studenten klaslokaal lessituatie, FEM commerciele economie, accountancy

In 2018 ontving De Beer een Comenius Teaching Fellowship van 50.000 euro. Hij ontwikkelde samen met collega’s en studenten van de Academische Pabo (ALPO) een nieuwe module burgerschapsvorming. Daarmee leren studenten tijdens hun stage niet alleen hoe ze les moeten geven aan de klas, maar ook hoe ze als ‘change-agent’ het burgerschapsonderwijs van hun school actief mee kunnen ontwikkelen.

De échte rol van een academische leraar

Waarom was de module ook alweer nodig? De Beer: “Wat ik als docent op de ALPO belangrijk vind, is dat we onze studenten opleiden tot leraren die wat extra’s kunnen brengen zodat ze hun eigen rol op hun basisschool kunnen innemen. Daar leiden we ze nu nog te weinig voor op. Dus bedacht ik een plan om ze te laten oefenen in wat die rol van academische leraar nou écht in kan houden: dat je zowel leraar voor de klas bent, maar ook onderzoek uitvoert op schoolniveau en zo onderwijsvernieuwing kunt initiëren en het team daarin meetrekt.”

Veel twijfel en onzekerheid

Hoe ging dat in de praktijk? “Wat we al snel constateerden was dat studenten nog niet zo over die rol van academische leerkracht hebben nagedacht. Ze waren vooral bezig met lesgeven, maar niet met wat je als academische leerkracht nog meer kunt doen. En het is natuurlijk ook heel eng om als stagiair ineens een soort voortrekkersrol aan te moeten gaan nemen op een school met een vast team waar je 1 dag in de week in terecht komt. Er was bij studenten vooraf dan ook veel twijfel en onzekerheid. Maar de resultaten waren uiteindelijk positief.”

Een mooie eerste stap was richting kennismaking met de rol van academische leraar.”

Serieus luisteren naar studenten

Wat waren die positieve ervaringen zoal? “De belangrijkste ervaring van studenten was dat als ze in gesprek gingen met hun team er wel degelijk serieus naar ze geluisterd werd. Daardoor werd er ook met aandacht gekeken naar hun ontwerpen voor onderwijsvernieuwing. We hebben een vragenlijst uitgezet onder studenten, en daar kwam uit naar voren dat dit voor hen een mooie eerste stap was richting kennismaking met de rol van academische leraar.”

Ontwerpen van studenten daadwerkelijk uitgevoerd

Dan blijft de vraag nog over: hebben de scholen ook iets gedaan met de plannen tot onderwijsvernieuwing van de studenten? “Verschillende studenten hebben aangetoond dat ze daadwerkelijk zaken op hun school hebben veranderd. Ze werden als volwaardige collega gezien en hun ideeën werden over het algemeen positief gewaardeerd. In veel reflecties heb ik teruggezien dat leerkrachten achter hun ontwerpen staan en zeiden die komend schooljaar ook zelf uit te willen.

Ruimte voor verbetering

Helemaal perfect ging het natuurlijk niet allemaal. “Het bleef, nogmaals, voor studenten wel spannend om als stagiair die rol van ‘change-agent’ aan te moeten nemen. Met collega’s in gesprek te gaan over hun huidige ‘beperkingen’ doe je niet zomaar. Duidelijk is dat communicatie enorm belangrijk is. ALPO-studenten zijn bang ‘betweterig’ te worden gevonden, dus moeten we ze leren hoe ze in zo’n team een gesprek moeten voeren zodat er een gedeelde urgentie én eigenaarschap ontstaat. Zodat je laat zien: hee, hier zit wat onderwijs betreft een hiaat, hier kunnen we wat aan doen. Daarnaast is duidelijk dat we gedurende de hele opleiding aandacht moeten besteden aan het verduidelijken van de rol van academische leraar: niet alleen binnen de module Burgerschap.”

Vooral enthousiasme over de module in Nederland

De module is dit jaar onder meer gepresenteerd tijdens het Nederlandse Velon Congres in maart en de ATEE-conferentie 2019 in het Engelse Bath: de Association for Teacher Education in Europe. “De presentatie van onze module riep in het buitenland minder reactie op dan in Nederland. Dat komt waarschijnlijk omdat sommige opleidingen daar standaard universitair zijn, of juist alleen maar HBO. Wij hebben een tussenvorm, die in Nederland wél veel reacties heeft getriggerd. ‘Hee, wat leuk dat jullie dit doen’, hoor je dan. Hier willen academische leraren echt positie krijgen ín de school. Binnenkort presenteren we het eindresultaat: van daaruit gaan we bijschaven en kijken hoe we alles verder kunnen brengen.”