Samen bouwen aan veerkrachtig ouder worden

In 2040 is 1 op de 4 Nederlanders ouder dan 65. Voor professionals in zorg en welzijn is deze vergrijzing een gamechanger: het aantal mensen dat ondersteuning nodig heeft stijgt, terwijl het aantal professionals daalt. Tijdens het symposium Veerkrachtig Ouder Worden van de Werkplaats Sociaal Domein
“We kunnen het niet meer doen zoals we het nu doen. Meer mensen hebben hulp nodig terwijl er in verhouding minder professionals zijn”, start Wendy Kemper haar verhaal. In het leeratelier Veerkrachtig Ouder Worden kijken onderzoekers samen met ouderen, het werkveld en studenten naar de vraag: hoe zorgen we dat mensen hun leven kunnen blijven leiden zoals zij dat willen – met minder hulp van professionals, maar met meer steun in en van gemeenschappen en de wijk?
Zorgnetwerk is optelsom
Een stevig (zorg)netwerk wordt onmisbaar. Niet alleen professionele zorg, maar vooral de optelsom van buren, familie, vrienden en vrijwilligers. Veel mensen willen in hun eigen buurt blijven wonen, maar een netwerk ontstaat niet vanzelf. Wendy: “Vooral bij ouderen denken we vaak dat iemand geen netwerk (meer) heeft en lossen dat op met professionele zorg, maar we zoeken zelden écht samen met ouderen zelf naar wat er wel is. Als we dat wel doen, zijn we vaak verrast van contacten die je kunt aangaan of herstellen. En die daarmee in beeld komen om te helpen.” Daarom werkt de HAN samen met gemeenten, zorgorganisaties en bewoners aan manieren om dat netwerk eerder te herkennen én te versterken. Van informele (voorzorg)cirkels tot woongemeenschappen: het draait om elkaar zien, (praktische) steun organiseren en weten wie je kunt bellen als het nodig is.
Meer mensen hebben hulp nodig terwijl er in verhouding minder professionals zijn. Een stevig zorgnetwerk wordt onmisbaar."
Praten over ouder worden
Hoe ga je samen met elkaar het gesprek aan over ouder worden? Niet met de vraag ‘hoe wilt u ouder worden?’, want dat werkt zelden. Wendy: “Ouder worden is geen leuk gespreksonderwerp. Maar als je het hebt over de ‘wijk van de toekomst’, praten mensen ineens wél. Dan hebben ze het over anderen – en stiekem ook over zichzelf.” Bewoners ontdekken zo wie ze al kennen, welke steun zij zelf kunnen bieden en waar nog ruimte is voor ontmoetingen. Dat helpt om betekenisvol contact te stimuleren – contact dat verder gaat dan elkaar groeten op straat.
Wat is veerkracht?
Als het gaat om vraagstuk van ouderen, dan hebben we veerkracht nodig. Maar wat is veerkracht nu eigenlijk? Mariël van Pelt onderzocht het. “Een uniforme definitie ontbreekt, maar veerkracht bevat vaak 3 kernelementen: de aanwezigheid van tegenslag, het proces van adaptie en herstel en daarna weer kunnen terugveren.” Veerkracht ontstaat op verschillende niveaus:
- Individueel: optimisme of vaardigheden die helpen omgaan met tegenslag.
- Collectief: steun van familie, vrienden of andere mensen en voorzieningen zoals dagbesteding.
- Maatschappelijk: wet- en regelgeving die ruimte geeft aan passende ondersteuning.

De meeste factoren voor veerkracht zitten op het collectieve en maatschappelijke niveau. Juist daar kunnen we als samenleving het verschil maken.”
De kracht van sociaal kapitaal
Voor veerkracht is daarom sociaal kapitaal heel belangrijk. Sociaal kapitaal gaat over wederkerige relaties tussen mensen en de hulpbronnen – steun, praktische hulp, netwerk, informatie, financiële hulp - die binnen die relatie beschikbaar komen. Het gaat om 3 soorten relaties:
- Verbinden: contact met mensen die op je lijken.
- Overbruggen: contact met mensen die niet op je lijken.
- Koppelen: toegang tot instanties en voorzieningen.
Vooral contacten met mensen die anders zijn helpt bij het verkrijgen van nieuwe hulpbronnen. Als je de kracht in een gemeenschap wil versterken, dan is het sociaal kapitaal één van de doelen waar je aan werkt.
Een voorbeeld uit Dorst
Een mooi voorbeeld ziet Mariël in Dorst, een dorp in de buurt van Breda. Daar heeft de organisatie Crataegus Woonzorg een kleinschalige voorziening voor ouderen. De voorziening maakt echt onderdeel uit van het dorp. Bewoners en vrijwilligers kennen elkaar en in de activiteiten en inrichting is aandacht voor verbinden, overbruggen en koppelen. Een medewerker vertelt: “De keuken is open, de drempel laag. Zo mocht de avondvierdaagse dwars door het gebouw heen lopen en schonken bewoners ranja voor de lopers.” Een oudere is daarmee niet alleen een zorgontvanger, maar ook een zorggever. “1 van de lopers kwam later spontaan terug en begon als vrijwilliger een mini bibliotheek. Dat ontstaat gewoon hier, zonder wervingscampagne.”
Vragen in de toekomst
Er is over dit onderwerp nog genoeg uit te pluizen volgens Wendy. “Wat kan je wel en niet vragen aan een informeel netwerk? Mensen vinden cognitieve problemen zoals dementie en psychische problemen vaak best spannend. Wat heeft een informeel netwerk nodig om daarmee om te kunnen gaan?”
In de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen, het Centre of Expertise Bestendige Zorg én het Lectoraat Sociale Veerkracht blijft dit onderwerp daarom de aandacht houden.
Lees meer over het leeratelier Veerkrachtig Ouder Worden van de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen (verbonden aan de HAN).

