Samen een weg vinden in een complexe wereld

Hoe kunnen sociaal werkers jonge vluchtelingen het beste ondersteunen? Dat is de vraag die antropoloog Aniek Santema in haar promotieonderzoek wil beantwoorden. Het huidige politieke klimaat maakt het voor zowel de vluchteling als degenen die hen ondersteunen steeds lastiger, is haar ervaring.
“Er staat veel druk op de situatie van vluchtelingen, en daarmee ook voor sociaal werkers, die met deze doelgroep werkt. Het is geen makkelijke sector als je besluit je in te zetten voor jonge vluchtelingen”, spreekt Aniek uit ervaring. Ze werkt nu als docent-onderzoeker International Social Work bij de HAN, maar was de afgelopen jaren in diverse landen actief bij de begeleiding van vluchtelingen. “Je ziet dat het anti-immigratiesentiment groeit. Dat maakt het voor vluchtelingen in een ander land steeds moeilijker, maar ook voor de mensen die hen professioneel willen helpen.”

Complexe situatie
Wereldwijd zijn er ruim 122 miljoen vluchtelingen. Meer dan de helft daarvan bestaat uit kinderen en jongeren. Aniek: “Ze hebben vaak geen toegang tot essentiële diensten als psychosociale hulp, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs. Financiële, juridische en maatschappelijke belemmeringen maken dat jonge vluchtelingen beperkt zijn in de mate waarin ze kunnen beslissen over hun eigen leven. Het onderzoek dat naar de situatie van vluchtelingen wordt uitgevoerd gaat vaak óver hen, en wordt niet vanuit hun eigen perspectief uitgevoerd. Dat wil Aniek in haar onderzoek nu wel doen. “Ik wil kijken naar hun eigen ervaringen. Ze zijn niet alleen slachtoffer van een situatie in hun moederland of vluchteling, hun achtergronden zijn heel divers. De studie onderzoekt hoe internationale sociaal werkers samen kunnen werken met jonge vluchtelingen om hun weg te vinden in de complexe situatie waarin zij zich bevinden.”
Vertrouwensband
Het onderzoek is etnografisch en participerend in zijn opzet, wat wil zeggen dat je als wetenschapper probeert zo dicht mogelijk bij de levenswereld van de groep te komen die je onderzoekt. Aniek: “Ik ga meelopen met organisaties die werken met vluchtelingen, in eerste instantie in Nederland. Als je in een organisatie bekend bent, dan kun je een vertrouwensband opbouwen met de mensen die daar werken. Dat is een goede basis om vervolgens via diepte-interviews inzicht te krijgen in hoe ze naar hun eigen werk kijken. Door zelf ook praktisch bezig te zijn, kun je ook iets bijdragen aan het verbeteren van die praktijk. Mijn eigen studenten lopen ook stage bij verschillende organisaties die met vluchtelingen werken. Het is mooi dat die connectie er ook meteen is.”
Veel onderzoeken zien vluchtelingen op de eerste plaats als slachtoffers van de omstandigheden, stelt Aniek vast. “Er is vaak weinig oog voor het feit dat ze wel degelijk ook ‘agency’ hebben: het vermogen om zelf keuzes te maken en invloed te hebben op je situatie.”
Griekenland
De vluchtelingenproblematiek gaat over grenzen heen. Dan is het logisch om het onderzoek ook internationaal aan te pakken. Aniek: “De studie richt zich daarom op jonge vluchtelingen in Nederland en Griekenland. Wij werken samen met een universiteit in Griekenland waar al veel HAN-studenten stagelopen.”
De vluchtelingensituatie is in beide landen zeer verschillend. “Griekenland is op de eerste plaats een transitland: veel vluchtelingen die daar aankomen willen doorreizen. Vluchtelingen die in Nederland arriveren hebben doorgaans het plan hier ook te blijven. Dat zijn 2 heel verschillende uitgangsposities die invloed hebben op de hulpvraag. Ik ben nu bezig met het opzetten van een groep meedenkers. Daar zitten studenten in, mensen die met vluchtelingen werken maar ook ex-vluchtelingen. Zij moeten helpen om te bepalen of de huidige onderzoeksopzet inderdaad de juiste manier is om dit onderwerp aan te vliegen en kunnen mede bepalen welke vragen we in het onderzoek stellen.”
Aniek vervolgt: “Ik hoop dat mijn onderzoek bijdraagt aan het versterken van de positie van jonge vluchtelingen en de sociaal werkers die met hen werken. Ook wil ik bijdragen aan verbetering van het onderwijs voor sociaal werkers. Er ligt veel druk op de steun aan vluchtelingen. Er is steeds minder draagvlak voor en ook minder geld van de overheid. Tegelijkertijd zijn er steeds meer non-gouvernementele organisaties die het ondersteunen van vluchtelingen oppakken. Ook zij moeten het echter doen met steeds minder geld. Het is kortom een complexe plek om als sociaal werker werkzaam te zijn.”
Politieke dimensie
Aan het enthousiasme waarmee Aniek haar verhaal vertelt, merk je dat ze zich niet heeft laten demotiveren door dergelijke obstakels. Voor haar geldt wat voor de meeste studenten van de studierichting International Social Work van toepassing is: ze zijn bevlogen en willen bijdragen aan een betere wereld. En dan is werken met vluchtelingen een logisch werkterrein. Aniek: “Als sociaal werker moet je niet alleen kijken naar wat er binnen de huidige situatie mogelijk is. Je moet ook aan de slag met de structuren die het momenteel voor vluchtelingen zo moeilijk maken. Er zit onvermijdelijk een politieke dimensie aan.”
Werkzame Factoren in de Jeugd- en Opvoedhulp
Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen het lectoraat Werkzame Factoren in de Jeugd- en Opvoedhulp. Professionals in de jeugdzorg werken elke dag opnieuw met zeer verschillende mensen. Hoe realiseer je dan een goede en dus effectieve samenwerkingsrelatie? En hoe zorg je dat deze goed blijft? Het Lectoraat Werkzame Factoren in Jeugd- en Opvoedhulp focust op samenwerkingsvraagstukken in jeugd- en opvoedhulp.
