Laadpaal van de toekomst

HAN-studenten leggen fundament onder laadpaal van de toekomst

Testen van fundering met Daan, Timo, Gert-Jan, Jeroen en Manon

Zes HAN-studenten hebben het afgelopen halfjaar ElaadNL geholpen bij het ontwikkelen van een gestandaardiseerde fundering voor publieke laadpalen. Een onzichtbare, op het eerste oog simpele innovatie, die grote impact gaat hebben.

Als je thuis de keuken vervangt, blijft de fundering natuurlijk gewoon staan. Maar in ‘laadpalenland’ gaat dat anders. Als een publieke laadpaal na tien jaar vervangen wordt, moet ook de fundering worden vernieuwd. Elke laadpaalfabrikant heeft namelijk een eigen fundering, waardoor de palen niet uitwisselbaar zijn. En een nieuwe fundering heeft weer als gevolg dat óók de netaansluiting opnieuw aangelegd moet worden. Kortom, het vervangen van een laadpaal kost veel tijd en geld.

Standaardisering laadpaalfundering

Dat kan veel beter. Daarom werkt ElaadNL, het kennis- en innovatiecentrum voor laadinfrastructuur in Nederland, aan een nieuwe norm die tot standaardisering van laadpaalfunderingen moet leiden. “Als de fundering in de grond kan blijven, wordt bij de vervanging zo’n tien uur arbeid per laadpaal bespaard”, zegt projectmanager Paul Bartelds van ElaadNL. “In 2030 moeten er 200.000 publieke laadpalen zijn. Het gaat dus om een enorme besparing, alleen al in Nederland. En wat betreft laadinfra lopen we hier echt voorop. Dus ook in de rest van de wereld kan dit impact gaan hebben.” 

SEECE

Bij ElaadNL, één van de key partners van SEECE, ontbrak de capaciteit om zelf een prototype te maken voor de laadpaalfundering. Daarom is een project opgetuigd met studenten van de HAN, een heel concreet voorbeeld van de visie en werkwijze van SEECE. Voor partijen binnen SEECE is samenwerking tussen het onderwijs, onderzoek en werkveld namelijk de sleutel om tot oplossingen voor de uitdagingen in de energietransitie te komen.

ElaadNLis heel serieus omgegaan met het project. We hebben veel stakeholders leren kennen, zijn bij verschillende bedrijven langs geweest en iedereen was heel nieuwsgierig en behulpzaam. Dat motiveert gewoon.

CO2-neutraal beton

Manon Sijben (19), derdejaars studente Industrieel Product Ontwerpen in voltijd én Werktuigbouwkunde in deeltijd, hield zich onder meer bezig met de gebruiksvriendelijkheid. “Kun je bij de installatie van de fundering overal makkelijk bij? Is het veilig? Is de fundering makkelijk te tillen?” Gert-Jan Maalderink (19), derdejaars Werktuigbouwkunde student, deed vooral onderzoek naar het materiaal. “Ons advies is om voor beton te kiezen. Dat kan CO2-neutraal geproduceerd worden en bestaat uit materiaal dat je na vijftig jaar weer kunt hergebruiken. Dat sluit goed aan bij het duurzame karakter van een laadpaal.” 

Nieuwe norm

Het is nu alleen nog wachten op de uitslagen van de laatste testen. Die moeten onder meer uitwijzen of de prototypes sterk genoeg zijn en niet verzakken of gaan draaien. Daarna dienen ze als voorbeeld voor laadpaalfabrikanten. Maalderink: “Ze geven een goed beeld van hoe je het kunt doen. In het advies dat we hebben gemaakt staan ook alle afwegingen beschreven, bijvoorbeeld over materiaalkeuzes. Dat geeft richting.”

Aan het einde van het jaar moet de nieuwe norm af zijn en opgenomen worden in aanbestedingsprocedures. Nieuwe publieke laadpalen moeten vanaf dat moment een gestandaardiseerde fundering krijgen. Ook al is er (bijna) niemand die het ziet, de impact daarvan is groot. 

Groot effect

Bartelds van ElaadNL: “Binnen de hele energietransitie is dit natuurlijk een kleine innovatie, maar in de publieke laadinfra heeft het een heel groot effect en helpt het bij het versnellen van de transitie. Al die uren arbeid die worden bespaard zorgen ervoor dat technische mensen ergens anders voor ingezet kunnen worden. Daarnaast kunnen oude laadpalen refurbished worden. En het scheelt veel materiaal, want een fundering blijft straks vijftig jaar zitten, terwijl die anders in dezelfde periode vier keer vervangen was.”

Aanpassingen in proces

Voordat het allemaal zo ver is, moeten alle partijen in de ‘keten’ de fundering nog wel eerst omarmen. De leverancier moet de laadpaal aanpassen, installateurs moeten op een andere manier de paal installeren, eigenaren van de laadpalen moeten anders omgaan met vervanging, netbeheerders moeten veiligheidsinstructies aanpassen en overheden moeten de aanbestedingen veranderen.

“We zijn daarom de afgelopen tijd druk geweest met het creëren van draagvlak hiervoor”, zegt Bartelds. “Dit is een innovatie, die zo voor de hand ligt, dat iedereen de meerwaarde er snel van begrijpt. Neemt niet weg dat het dus de nodige aanpassingen vraagt van allerlei partijen. Wellicht dat studenten van de HAN hierin nog een rol kunnen spelen, maar dat zal dan meer een bedrijfskundig project worden.”

Binnen de hele energietransitie is het een kleine innovatie, maar in de publieke laadinfrastructuur heeft het een heel groot effect en helpt het bij het versnellen van de transitie. Paul Bartelds, projectleider bij ElaadNL.

Geslaagd project

Hoe dan ook kijken zowel Bartelds als de studenten terug op een geslaagd project. “De studenten hebben meer gedaan dan verwacht”, zegt de projectmanager. “Ze hebben kennis ingebracht, waar wij niet over nagedacht hadden. Zo hebben ze bijvoorbeeld met behulp van software de langdurige inzetbaarheid van de fundering kunnen voorspellen. Dat hebben wij weer kunnen gebruiken om de norm te verbeteren. En voor hen was het denk ik een mooie mix tussen theorie en praktijk.” 

“ElaadNLis heel serieus omgegaan met het project”, zegt Sijben. “We hebben veel stakeholders leren kennen, zijn bij verschillende bedrijven langs geweest en iedereen was heel nieuwsgierig en behulpzaam. Dat motiveert gewoon.” 

Studenten presenteren de prototypes tijdens het Future Tech Symposium

HAN@Connectr 

Bovendien inspireerde de omgeving. Drie dagen per week werkten ze bij HAN@Connectr in het Connectr Innovation Lab op het Cleantech Park Arnhem (tot voor kort Industriepark Kleefse Waard), waar ElaadNL en de HAN buren van elkaar zijn. “De werksfeer is er heel fijn, en helemaal bij ElaadNL”, zegt Maalderink. “Er wordt ook continu gewerkt aan allerlei innovaties.” Sijben: “Je krijgt veel mee van wat bedrijven er doen en komt makkelijk mensen tegen aan wie je eens je vragen kunt stellen.” 

Al met al heeft het project de studenten een mooi en leerzaam inkijkje gegeven in de wereld van de energietechniek en energietransitie. Of ze na hun studie daar ook in gaan werken, weten ze nog niet. “Mocht er iets moois voorbijkomen, dan sluit ik het niet uit”, zegt Maalderink. “Het is een jonge markt, waarin nog veel onderzocht en ontwikkeld moet worden. Dat is natuurlijk wel interessant.” In elk geval hebben ze een belangrijke bijdrage geleverd aan het fundament onder de laadpaal van de toekomst.