Finalist Docent van het Jaar "Leerrendement gaat bij mij voor studenttevredenheid"

291030 Een header voor bij een serie artikelen met Karen Kotten-Lips. Zij was finalist van de Docent van het Jaar-verkiezing. Geplaatst door Hanneke Bulten.

Lesgeven aan de HAN. Waarom doe je het, en wat geef je mee aan studenten? Karen Lips, finalist in de Docent van het Jaar-verkiezing, doet graag een boekje open. Tijd voor de laatste 10 vragen! Over lef voor diëtisten, Karens vele ‘yes!’-momentjes en wat ze nog in petto heeft voor de HAN.

Je wilt bewust-bekwame professionals afleveren. Kun je een voorbeeld noemen?

Een tijd terug had ik een gesprek met een student over een behandeling die hij had ingezet bij een cliënt. Ik vond het een niet voor de hand liggende keuze en vroeg waarom hij dit had gedaan. Het perspectief van de student was zo verhelderend, ik dacht: ja, zo kun je er ook naar kijken! Door ernaar te vragen en de student het te laten onderbouwen, kun je zelf als docent ook weer leren. We zijn niet gelijk, maar werken wel gelijkwaardig met elkaar.

Waarom past de onderwijsvisie 'LEF' zo goed bij jou?

Diëtisten kunnen van nature bescheiden zijn. Er zijn in voedingsland veel kapers op de kust, coaches, gewichtsconsulenten, noem maar op. De Diëtist is een beschermde titel voor de Wet BIG, daar mogen we trots op zijn en dat meer uitdragen. Om dat te kunnen, heb je LEF nodig. Om dat LEF authentiek en goed te laten zijn en geen gebakken lucht, moet je je goed kunnen verwoorden en verantwoorden. Daar helpt EBP bij. Dan is de cirkel weer rond! 

Wat kunnen collega’s van je leren? En het management? En studenten?

Wat eenieder wil leren, is sterk afhankelijk van je leerbehoefte. Ik heb altijd een drang om te kijken waar het beter, mooier, efficiënter, effectiever kan. Daar zet ik mijn tomeloze enthousiasme en creativiteit voor in. Ik hoop dat anderen mee willen op die ontdekkingsreis. En zoals Marleen Kaijen altijd mooi zegt, ja, dat is een trektocht en nee, dat is geen all inclusive, verzorgde reis waar je achterover kunt zitten.  

In je onderwijs werk je in dagdelen en met grote groepen studenten. Wat zijn daar de voordelen van?

In 1 woord: differentiëren. Doordat je met meerdere collega’s op een groep staat, kun je de  groep indelen. Naar niveau, naar voorkeur voor een opdracht, naar leerbehoefte, et cetera. Net wat er nodig is voor je leerdoelen. Als je in je eentje op 25 studenten staat, kun je dat  deels doen, maar niet met dezelfde aandacht en betrokkenheid.  

Wat levert co-teaching op?

Door samen les te geven, leer je elkaar veel beter kennen en durf je daardoor meer op elkaar te vertrouwen. Je leert ook elkaars kwaliteiten veel beter kennen en kunt daar veel beter op inspelen. Het is ook leuker en gezelliger voor de dynamiek in de klas. En de student kan af en toe kiezen met wie hij/zij in gesprek gaat, met de één klikt het nou eenmaal beter dan met de ander. Dat wil niet zeggen dat je met de anderen niet samenwerkt, maar soms is er ruimte om daarin te kiezen.  

281197 Foto van Karen Kotten-Lips voor docent van het jaar
docent Karen Lips

Waar zie jij studenten van groeien?

Betrokkenheid! Laat zien dat je er voor ze bent, en heb oprechte aandacht en nieuwsgierigheid naar en voor ze. Ben oprecht en eerlijk. Geef ze zelfvertrouwen door o.a. complimenten te geven en te bevestigen en te ondersteunen op wat wel goed gaat, feedback dus. En geef ze tips en adviezen hoe ze aan hun valkuilen kunnen werken: feedup en feedforward.

Studenttevredenheid is niet hetzelfde als leerrendement. Hoe sta jij daarin?

Leerrendement gaat bij mij voor studenttevredenheid. Soms moet je als docent een impopulaire beslissing maken, maar wel voor het goede doel gaan. Wij zijn er als docenten om de studenten iets te leren. Als je dat doet, weet ik zeker dat ze ook tevreden zijn.

Ik houd heel erg van een grapje en humor in de les. Aan het einde van de les vraag ik bijna standaard, wat neem je nu mee naar huis voor inzichten? Wat nou als je thuis was gebleven en niet naar de les was gekomen, wat had je dan gemist? Als ze antwoorden: ik had liever thuis willen blijven, ik heb vandaag niks geleerd, dan hebben we iets niet goed gedaan met elkaar. Daar gaan we dan samen op zoek naar wat dat is. En hoe we dat een volgende les beter kunnen doen. Daar vraag ik dan ook meteen naar in de volgende les, ging het nu beter? Waarom wel of niet? Die onderzoekende houding en die follow-up heb je echt nodig om je onderwijskwaliteit en leerrendement te waarborgen. En dus ook je tevredenheid onder studenten.

Wat moet een docent in ieder geval in zijn rugzakje hebben?

De passie en de wil om studenten iets te leren, ook als het even tegenzit of niet zo lekker gaat. En oprechte, authentieke interesse in je student. Open vragen stellen en niet oordelen.

Wanneer heb jij een ‘yes!’-momentje?

Oh, dat zijn er zoveel! Wij hebben een heel responsief curriculum. Komt vandaag iemand aankloppen voor een gastcollege, dan staat deze persoon bij wijze van spreken volgende week in de les, dat vind ik gaaf. Studenten die laatst het lef hadden om tijdens een online congres te vertellen over hun project. Mooie samenwerkingen tussen studenten over de academies heen. Als je een student stimuleert om te gaan ontdekken waar haar carrière ligt, dat ze dan gesprekken heeft gevoerd met diëtisten die haar weer aan het denken zetten. Onze manier van samenwerken in het team en hoe we werken aan een mooie blend van fysiek en online onderwijs. Het is te veel om op te noemen! Ik heb elke week meerdere van dat soort momenten, misschien leuk als we daar een HAN-online prikbord van maken!

Welke ontwikkelingen wil je nog graag in gang zetten?

In de nabije toekomst zou ik graag verder willen uitbouwen waar we nu mee bezig zijn: LEF, responsief onderwijs, blended onderwijs en programmatisch toetsen. Wat verder in de tijd lijkt me zo gaaf als we meer tussen academies samenwerken, misschien wel tussen hogescholen. En ook dat beroepsprofessionals samen met studenten in de klas zitten. Iedereen kan immers van elkaar leren! Dat we samen mooi en goed onderwijs maken met een hoog leerrendement, en dat het veel minder gaat om de beste willen zijn, minder concurrentie dus.