Macht in de psychiatrie: machtsbalans en verbindende taal
Als de bijna 100 bezoekers net een plek hebben gevonden, vraagt lector Bauke Koekkoek: “Willen jullie meedoen met een experiment? Mensen op rij 3 en 4: sta op!” Een paar minuten later zitten de bezoekers niet meer verspreid door de collegezaal, maar allemaal op de eerste rijen. “Wie voelt zich nou in de maling genomen?” vraagt Bauke. Een paar handen gaan de lucht in. “Met dit experiment heb ik mijn macht over jullie gebruikt.”
Een duidelijk voorbeeld waarmee de studiemiddag Macht in de psychische hulpverlening begint. De studiemiddag wordt jaarlijks georganiseerd door het lectoraat Onbegrepen Gedrag, Zorg en Samenleving (OZS), onze post-hbo opleiding Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) en de minor Sociale Psychiatrie. Elk jaar met een ander thema waar studenten, professionals en ervaringsdeskundigen mee worstelen.
Formele en informele macht
“Macht, dat heeft niet altijd een positieve betekenis. Mensen denken snel aan machtsmisbruik, macht mag er niet altijd zijn,” begint Jessy Berkvens haar verhaal. Als eerste spreker vertelt de onderzoeker van het lectoraat OZS (en van oorsprong hulpverlener) over formele en informele macht. “Bij formele macht is er sprake van ongelijkheid, bijvoorbeeld een leidinggevende en een werknemer. Bij informele macht zijn de rollen gelijk, maar doordat iemand verbaal sterker is of deskundig is, krijgt hij of zij meer macht.
“Als ik terugdenk aan werk als hulpverlener zijn het buikpijnmomenten: de momenten dat macht wordt gebruikt, omdat er belangen spelen.” Een voorbeeld uit de tijd dat Jessy in gesprek ging met een cliënt van een beschermde woonvorm. “Hij legde mij uit dat het niet eerlijk was dat cliënten die beter uit hun woorden kwamen en sterker waren, meer gedaan kregen van de hulpverleners dan die cliënten die verbaal minder sterk waren. Die konden minder zelf bepalen.” Dat wil niet zeggen dat macht altijd negatief is, het kan juist ook helpend zijn. “Bij een hulpverlener-patiënt relatie wordt macht gebruikt om de cliënt te beschermen of te helpen.” Een leerpunt voor alle bezoekers; om macht eerlijk te verdelen, moeten de voorwaarden ook gelijk zijn.
Marlieke de Jonge heeft daar wel iets op toe te voegen: “Als psychiatrisch patiënt heb je ook macht, daar weet ik alles van!” De overlevingskunstenaar en praktiserend patiënt bij het Centrum voor Integrale Psychiatrie en stafmedewerker empowerment bij Lentis, neemt ons mee in haar wereld als patiënt. “De maatschappij is niet ingericht op mensen met een psychisch probleem. We zijn wegwerpmensen, het liefst weggestuurd naar Verweggistan, om vervolgens weer te integreren in de ‘gewone’ samenleving. Ik ben dol op deze samenleving, maar hij deugt niet helemaal.”
Ultieme vorm van macht: hulpverlener dwingen tot dwang
Al op jonge leeftijd worstelde Marlieke met zelfmoordgedachten en anorexia (dat had toen nog geen naam) en kwam uiteindelijk terecht in een intramurale setting. “Dat vond ik echt een ingreep, de samenleving past niet meer, ik ben uit de maatschappij gegooid.” Maar daar merkte ze al snel dat ze zelf de touwtjes in handen had. “Zwijgen was mijn eerste strategie. Niets zeggen, niets doen. Mijn verhaal is van mij, mijn eigen verhaal. Niemand kan in je hoofd kijken. Ik ging in hongerstaking, dreigde met zelfmoord en liep dan weg. Geen dag was hetzelfde, saai was ik niet,” zegt ze lachend.
Uiteindelijk belandde Marlieke vaak in de isoleercel: “Een hulpverlener dwingen tot dwang, dat was het toppunt van macht!” Maar ze zag haar hulpverlening niet als een machtsstrijd. “De methodes en medicijnen, dat was geen machtsmisbruik. Het was een kat-en-muis-spel. Ik deed mee met het spel,” vertelt Marlieke. “Maar uiteindelijk ben ik niet door de middelen of therapieën beter geworden, maar door de mensen. Toen ik doorhad dat ze niet weg zouden gaan, dat ze er altijd waren, toen durfde ik te vertrouwen.”
Verbindende taal
Wat voor tips heeft Marlieke nog voor de hulpverleners in de zaal? “De systeemtaal werkt niet. We worden allemaal in hokjes geduwd,” legt ze uit. “Het woord cliënt of verwarde personen, dat zet de hulpverlener op een hoger niveau. Het werkt niet. Je moet op hetzelfde niveau praten met verbindende taal, dicht bij de werkelijkheid van de patiënt.” Daarnaast is Marlieke een groot voorstander van eerlijkheid. “Doe geen valse beloftes, wees gewoon eerlijk. Maar bovenal, verwonder je over de kracht en creativiteit van de patiënt. Dat hij het ondanks alles toch heeft overleefd.”
Verbindende taal, dat vindt ook Hans van Eeken, onafhankelijke ervaringswerker met herstelvisie een goed idee. “Onderhandelen mag, gelijkwaardigheid is goed, maar gelijk zijn we niet als patiënt en hulpverlener.” Hans heeft veel meegemaakt in zijn leven. Zelfs als klein kind had hij al dwanggedachten. Toen hij op latere leeftijd zijn gezin, zijn baan en zijn familie kwijtraakte, raakte hij van het pad af. De angststoornis kwam erger terug en hij kwam amper nog van de bank af. Met trillende stem vertelt Hans dat hij zichzelf toch weer van die bank wist af te sleuren.
Machtsbalans nodig
Door de nodige therapie en het begeleiden van zelfhulpgroepen, leerde hij al snel dat in zijn jeugd macht gelijk stond aan machtsmisbruik. “Macht wordt vaak gedomineerd door machtsmisbruik, ook in de hulpverlening. Als een cliënt zijn medicatie niet inneemt en de hulpverlener spreekt hem corrigerend toe of komt met een maatregel, dan schiet de cliënt in de overlevingsstand. De theorie toont dat ook,” legt Hans uit. In een heftig conflict schieten personen snel in een rol. Bijvoorbeeld die van almacht. “De positie om jezelf groter en beter te maken. Je plaatst jezelf als het ware boven de ander. Anderen schieten juist in de onmacht, de slachtofferrol en maken zichzelf kleiner en minderwaardig tot de rest. Ikzelf ging in conflicten de strijd aan. Alle drie de rollen leiden af tot waar het echt omgaat, je ware kracht. Machtsbalans is nodig, in elke relatie.” In zijn herstelvisie is dat dan ook het belangrijkste. “Een conflict is in basis neutraal. Als er belangen of macht bij komt kijken, dan komt er onbalans. Rang, volgorde, rol, het is nodig om machtsbalans te bepalen.”
Daarmee maakt Hans de overstap naar de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), waarmee de rechten geregeld worden van mensen die te maken hebben met verplichte zorg vanwege een psychische aandoening. In een driehoek wordt de verplichte zorgvraag bepaald door de rechtelijke macht, de gemeente (en de leefomgeving) én de zorg. “Ik ben voorstander van de Wet, omdat het goed is voor de humanisering van de GGZ.” De patiënt houdt zo veel mogelijk de eigen regie, bijvoorbeeld met een eigen plan van aanpak of een zorgkaart. Hulpverleners moeten regelmatig met de patiënt overleggen en de zorg samen evalueren. “Hierdoor ontstaat die gezonde machtsbalans en gelijkwaardigheid waar wij met zijn allen naar streven. De hulpverleners én de patiënten.”
Onbewust oordeel over macht
Na deze inspirerende sprekers, keken de studenten en professionals in workshops naar voorbeelden van video’s van machtssituaties. H Hier gaven hulpverleners aan dat ze onbewust snel oordeelden, voordat ze wisten wat er eigenlijk aan de hand was. Dat wil niet zeggen dat ze dit uiten, maar wel dat er nog veel te leren valt over machtsbalans. Jeanne Derks, trainer van de SPV-opleiding legt uit: “Het bewust zijn van deze gedachten en het zien van verschillende perspectieven, dat helpt uiteindelijk bij het beter beoordelen van de machtssituatie. En dan kun je weer die machtsbalans vinden.”
Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV)
Heb je ook interesse in de psychische zorgverlening? Sociaal psychiatrisch verpleegkundigen houden zich bezig met vraagstukken die zich afspelen op het snijvlak van het sociale domein en gezondheidszorg. Volg de opleiding Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) om je persoonlijk en professioneel te ontwikkelen tot een gespecialiseerd verpleegkundige. Bekijk de opleidingspagina.