Instituutsopleider, de linking pin tussen opleiding en opleidingsschool

Op de HAN werken de tweedegraads lerarenopleidingen en de pabo met een nieuw inwerkprogramma voor instituutsopleiders. Het ondersteunt HAN-docenten die voor het eerst aan de slag gaan als linking pin tussen opleiding en opleidingsschool.

schoolbord met post-its

Twee van die kersverse instituutsopleiders zijn Astrid Snel en Juliëtte Dinghs. Ze wilden allebei meer contact met het werkveld. Van dichtbij zien waar studenten mee bezig zijn. Ontdekken waar stagiairs precies tegenaan lopen. In de rol van instituutsopleider komt dat allemaal aan bod. Ze werken nauw samen met (vooral) de schoolopleiders van de stagescholen: ze hebben ieder eigen taken rondom de begeleiding en opleiding van stagiairs en werken met elkaar aan gezamenlijk beleid. Bijkomend voordeel voor de instituutsopleiders: zij kunnen door betrokkenheid bij het werkveld hun lessen op de HAN finetunen op wat nodig is in de praktijk.

De eerste ervaringen

Astrid (zie foto) en Juliëtte startten in september in hun nieuwe rol. Astrid werkt als instituutsopleider voor het Graafschap College in Doetinchem; Juliëtte doet hetzelfde, maar dan op het Maaslandcollege in Oss. De eerste weken waren voor hen allebei “hartstikke leuk”, maar ook “best een sprong in het diepe”. De rol van instituutsopleiders is complex, vertelt Astrid. “Je hebt veel taken, deels rondom de student en deels op het gebied van gezamenlijke beleidsontwikkeling. Dat komt aan het begin van het jaar allemaal tegelijk op je af, best heftig.”  

Maar moet je alles oppakken wat je tegenkomt? Nee, zeker niet, zegt Juliëtte: “Maar de vraag is waar de verantwoordelijkheid van de instituutsopleider ophoudt en waar de taken van de schoolopleider en de werkplekbegeleider beginnen. Dat is niet meteen duidelijk.”  

portretfoto astrid snel

Nieuw programma: de basis

Juist daarom is een inwerkprogramma zo belangrijk. Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan de nieuwe invulling daarvan. Dat gebeurde door Marloes Janssen (zie foto) en Bianca Pater. Ze werken allebei op de HAN. Marloes is lerarenopleider Nederlands met jarenlange ervaring als instituutsopleider en is regisseur van opleidingsschool Alium. Bianca is opleidingsdocent op de pabo en werkt daarnaast als instituutsopleider en als coördinator Samen Opleiden.  

Met hun gezamenlijke kennis en kunde stelden Marloes en Bianca een uniform programma op voor alle instituutsopleiders van de HAN Academie Educatie. Marloes: “Die uniformiteit voor de lerarenopleidingen en de pabo is natuurlijk efficiënt, maar het gaat ons vooral om de gezamenlijkheid: elkaar en elkaars wereld ontdekken en daarvan leren. We willen dat de deelnemers rugdekking voelen en zich onderdeel voelen van de HAN-community van instituutsopleiders.”  

portretfoto Marloes Janssen

Nieuw programma: de invulling

In totaal zijn er vijf bijeenkomsten: de eerste drie focussen op de inhoud, de laatste twee draaien om intervisie. 

Het inwerkprogramma is de boei, die steun biedt bij je sprong in het diepe.

De eerste bijeenkomst was begin oktober. Voor Astrid had die eerder mogen komen: “Kort na de start van het studiejaar of misschien zelfs voorafgaand aan het studiejaar. Het inwerkprogramma is toch een beetje de boei, die steun biedt bij je sprong in het diepe.” Het programma startte met een rondje langs de velden: Wat is Samen Opleiden? Wie hebben daar een rol in? Op welke scholen zijn de aanwezige instituutsopleiders gestationeerd? En daarna de vertaalslag naar de praktijk. Concrete voorbeelden. Do’s & don’ts. Tips & tricks. Ruimte om ervaringen te delen.  

Inzichten en kaders

Astrid: “Die eerste bijeenkomst was echt leuk. Eenmaal in die zaal snap je ook ineens waarom je het niet redt in de tijd: omdat je meer oppakt dan er onder je taken valt. Eén van de nieuwelingen had bijvoorbeeld beloofd bij alle startgesprekken aanwezig te zijn, maar dat past gewoon niet in de tijd. Nu weten we: dat wordt ook niet van ons verwacht, die taak ligt vooral bij de schoolopleiders. Als instituutsopleider schuiven we maar bij een paar gesprekken aan. Dat doen we om de kwaliteit ervan te borgen of als de situatie van een studente erom vraagt.”  

Ook Juliëtte zoekt nog naar haar precieze rol en de grenzen die daarbij horen. “Je pakt al snel meer op dan bij je takenpakket hoort. En soms doe je iets tóch, omdat het je wat oplevert. Dan denk ik aan de bijeenkomst voor werkplekbegeleiders op het Maaslandcollege. Het is niet mijn taak om die te organiseren en begeleiden; dat ligt ergens anders binnen de HAN. Maar ik heb het tóch gedaan: een mooie kennismaking met al die onbekende, maar zo belangrijke gezichten achter de schoolopleider, met wie ik - vooral buiten de klas - zo nauw samenwerk in de begeleiding en opleiding van stagiairs.” 

juliëtte dinghs

Intervisie

Juliëtte en Astrid kijken allebei uit naar de intervisie-bijeenkomsten later dit jaar. Astrid: “Ik studeerde zelf ooit aan de HAN en zag mijn instituutsbegeleider eigenlijk nooit. Mijn plan was om dat zelf anders te doen. Maar in de praktijk is dat niet zo makkelijk: het takenpakket is breed en de tijd krap. Hoe gaan anderen daarmee om?” Juliëtte schudt ook met gemak een intervisie-vraag uit haar mouw: “Met al mijn gebrek aan ervaring moet ik toch al aanschuiven bij beleidsoverleg. Liever zou ik eerst focussen op de student. En pas als ik echt geland ben ook het bovenschoolse deel erbij pakken. Hoe zorgen anderen dat ze tóch van toegevoegde waarde zijn?” 
 
Marloes en Bianca ondertussen, hebben de feedback van Astrid, Juliëtte en andere deelnemers gehoord: volgend jaar plannen ze de eerste bijeenkomst een paar weken eerder in.  
 
 
Astrid Snel is lerarenopleider Economie en instituutsopleider voor het Graafschap College in Doetinchem. Juliëtte Dinghs verzorgt het vak onderwijskunde op de lerarenopleiding Geschiedenis en is instituutsopleider op het Maaslandcollege in Oss. Marloes Janssen is lerarenopleider Nederlands, coördinerend instituutsopleider (cio) en regisseur bij opleidingsschool Alium.