Reflectie op Rudie van den Heuvel Technologie in de revalidatie, wie zit daar nu op te wachten?

37da60f6-0cf9-11ee-91fa-02565807075b Portretfoto Hans Kerstens voor website Centre of Expertise Sneller Herstel

Vandaag de dag wordt technologie in de zorg steeds belangrijker om een heel specifiek probleem het hoofd te bieden: de dubbele vergrijzing. Inzet van technologie kan helpen dat probleem het hoofd te bieden en bijdragen aan goedkopere, effectievere en efficiëntere zorg.

 Hoe voorkomen we dat zorg zo te onpersoonlijk wordt?

Er zijn steeds meer ouderen, en deze ouderen zijn steeds ouder. Dit fenomeen noemen we ook wel ‘dubbele vergrijzing’. Hierdoor krijgen we te maken met een toenemende groep mensen die meer en complexere zorg nodig heeft, die geleverd moet worden door een kleiner wordende groep die nog wel werkzaam is. Robotica, tele-consulting, sensortechnologie of online platforms kunnen uitkomst bieden. 

Patiënt moet centraal staan

Rudie van den Heuvel maakt hierbij als ‘ervaringsdeskundige techneut’ een belangrijke kanttekening: “We moeten oppassen voor de technology push. De patiënt moet centraal blijven staan”. Maar hoe doe je dat dan? Hoe voorkom je dat de zorg door technologie steeds onpersoonlijker wordt en letterlijk en figuurlijk steeds verder van het individu af komt te staan? Want op een dergelijk scenario zit niemand te wachten

Gepersonaliseerd spasticiteitsmanagement

Binnen mijn promotieonderzoek ‘Online monitoring van spasticiteit’ is technologie ingezet om gepersonaliseerde zorg te ondersteunen binnen het spasticiteitsmanagement van mensen met een beroerte of een spierziekte. Specifieke problemen binnen de behandeling van spasticiteit zijn de dagelijkse fluctuatie van klachten, de fluctuaties door spasme-remmende medicijnen, de geleidelijke toename van de klachten door de jaren heen en het feit dat de behandeling vooral geëvalueerd wordt op medische uitkomstmaten.

Monitoren van spasticiteit kan eigen regie bevorderen”

Het is hierdoor lastig voor patiënten en zorgverleners om inzicht en grip te krijgen op het beloop van spasticiteit waardoor de timing van interventies bemoeilijkt wordt. Monitoren van spasticiteit zou een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van dat inzicht en die grip en timing, waardoor gezamenlijke besluitvorming, zelfmanagement en eigen regie bevorderd kunnen worden.

Uitgangspunten voor monitoring

In het monitoren van de spasticiteit waren een aantal uitgangspunten belangrijk:
• De patiënt staat centraal, ook wat betreft de onderwerpen die gemonitord worden.
• De patiënt bepaalt zelf wie zijn informatie mag lezen en wie info mag toevoegen.
• Alle gebruikers, patiënt en zorgprofessionals, hebben dezelfde informatie, real-time ter beschikking.
• De app geeft feedback over de klachten en laat trends zien in het beloop van de klachten.
• Er zitten geen zwarte gaten in de grafieken door voldoende datapunten te verzamelen.

Inzet van technologie biedt ongekende mogelijkheden in het verlenen van gebruikersrechten, het eenvoudig verzamelen van vele datapunten, en het creëren van real-time informatie op basis waarvan feedback gegeven kan worden en trends gevisualiseerd kunnen worden.

Co-creatie met gebruikers

Bestaande technologische frameworks bevatten elementen die we goed kunnen gebruiken als we samen – in cocreatie – met gebruikers een online app willen ontwikkelen. Denk aan het MRC framework voor ontwikkeling van complexe interventies, het CFIR framework voor de implementatie van interventies en het design-thinking framework. Hiermee kunnen we wensen en eisen van gebruikers in kaart brengen, prototypes ontwikkelen waarop gebruikers feedback geven en optimalisatie toepassen in een real-life context. Het gaat hierbij dan niet alleen om wensen en eisen van de patiënt, maar ook om die van andere gebruikers van de technologie. Op deze manier kunnen we balans zoeken tussen ‘de push van de technologie’ en ‘de patiënt die centraal staat’.

Uitdagingen voor de toekomst

Uit de evaluatie van het gebruik van de online spasticiteitsmonitoring app bleek dat co-creatie niet alleen belangrijk is tijdens de ontwikkelfase, maar ook tijdens het gebruik van de online app in de behandeling. De patiënt-relevante uitkomsten die in het ontwikkeltraject op groepsniveau zijn geïdentificeerd moeten in het daadwerkelijke gebruik toegespitst worden op de individuele gebruiker, net als de timing en frequentie van monitoring. 
Hierbij moet rekening gehouden worden met de gezondheidsvaardigheden van de patiënt, in het bijzonder met de eHealth-vaardigheden. Informatie, scholing, en ondersteuning van zowel patiënt als diens zorgverleners is noodzakelijk voor acceptatie en gebruik van de technologische interventie. Om meerwaarde 47 Technologie in de neurorevalidatie 46 van gebruik van technologie in de zorg te ervaren is het vereist dat het gebruik van de technologie past binnen het dagelijks leven van de patiënt en dat de technologie geïntegreerd is binnen de werkroutines van de zorgverleners. 

Hans Kerstens