Praktijkondersteuning

‘Als wij ons werk niet doen, is er geen praktijkonderwijs’

4f26eee4-0cfb-11ee-9c6b-02565807075b Technisch Onderwijs Assistent Ellen Roelofs in het Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek-lab van Academie Toegepaste Biowetenschappen en Chemie

Ellen Roelofs is één van de hoeders van het lab en zorgt al ruim tien jaar met onverminderde energie voor alle benodigde materialen, apparatuur en levende organismen voor het BML-praktijkonderwijs. Als TOA vervult zij samen met haar collega’s een essentiële rol binnen de academie.

Een rol die veel meer behelst dan misschien gedacht: “Soms zijn we er ook voor mentale ondersteuning, haha.”
De uitgebreide kennis van alle benodigde stoffen, organismen, apparatuur én het lesrooster maakt de TOA een soort hoeder van het lab. Maar wie denkt dat een TOA alleen druk is met het klaarzetten en weer opruimen van materialen voor de praktijklessen, heeft het goed mis.

“Praktijklessen voorbereiden is onze core business”, vertelt Ellen. “Maar we helpen studenten ook tijdens de les, begeleiden stagiaires bij hun onderzoek en docenten hebben regelmatig onze hulp nodig. Er zijn ook weleens stagiaires of docenten die even hun hart willen luchten. Dan komen ze na een drukke dag naar me toe: ‘Ellen, ik moet echt even iets kwijt.’ Dat is ook mooi aan deze baan, mensen ondersteunen.”

Groot team

Laboratoriumonderzoek is natuurlijk een belangrijk onderdeel bij ATBC. Dat blijkt ook wel uit het grote team van TOA’s. Er zijn vijf chemie- en elf BML-TOA’s, onder wie Ellen. “BML heeft altijd met levende dingen te maken. Dus wij moeten zorgen dat we alle planten, bacteriën, schimmels, gisten en nog veel meer levend houden én dat ze precies op het juiste tijdstip klaar zijn voor gebruik in het onderwijs. Als wij ons werk niet doen, is er geen praktijkonderwijs. En dat is belangrijk, want de vaardigheden en handigheid die je in de praktijk ontwikkelt, kun je niet uit een boek halen.”

Als wij ons werk niet doen, is er geen praktijkonderwijs.

Elke TOA heeft zijn eigen expertise. Ellen is gespecialiseerd in moleculaire plantenkunde, maar is zich sinds twee jaar ook gaan toeleggen op celkweken en ‘wormpjes en aaltjes’. “Met C. elegans werken, dat is natuurlijk echt een ding hier.” Voor de leken: C. elegans is een eenvoudige ‘rondworm’ die qua samenstelling en processen veel op mensen lijkt. Ze worden daarom gebruikt voor bijvoorbeeld kankerstudies.

Er is dus gedegen kennis nodig van alle benodigde organismen voor het werk. En ook planning is essentieel. Toch verloopt Ellens dag vaak chaotisch, vertelt ze lachend. “Je krijgt continu vragen over de materialen en apparatuur. Maar dat uitleggen vind ik juist leuk. En gelukkig hebben we een groot team, waardoor we altijd dingen van elkaar kunnen overnemen.”

Je krijgt continu vragen over de materialen en apparatuur. Maar dat uitleggen vind ik juist leuk.

Het lukt het TOA-team daardoor meestal wel om op normale tijden de deur van het lab weer achter zich dicht te trekken. Voor Ellen betekent dat: terug naar haar gezin in Beuningen. En als de tijd het toelaat: een Marvel-film kijken met haar man. “We zijn allebei groot fan van Marvel Universe en DC Comics!”


Foto Roos Teunissen