23 juni 2021 Interview KEMA Laboratories: Energietechnologie verandert in hoog tempo

369559 Peter Vaessen van KEMA Laboratories op het IPKW voor het gebouw van Connectr. SEECE

Wat is de waarde van het SEECE-netwerk in de energietransitie? Peter Vaessen van KEMA Laboratories vertelt waarom hij samenwerkt met andere bedrijven en kennisinstellingen. “Als je de energietransitie voor elkaar wil krijgen, dan moet je rekening houden met de hele keten.”

In 2013 sloegen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en een aantal bedrijven de handen ineen, om samen te werken aan twee grote uitdagingen. Ten eerste: meer personeel opleiden, dat goed geëquipeerd is voor de energietransitie. Ten tweede: hiervoor de noodzakelijke kennis ontwikkelen en innovaties tot stand brengen. Het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) was geboren.

Acht jaar later is de samenwerking onverminderd relevant. Maar waarom eigenlijk? Op die vraag geven SEECE-partners antwoord in een serie artikelen. In deze tweede editie vertelt Peter Vaessen (innovatiemanager bij KEMA Laboratories) hoe zijn vak verandert en waarom hij samen met andere partijen aan de energietransitie werkt.

Verbonden aan kennisinstellingen

KEMA Laboratories heeft behoefte aan goede ingenieurs, en daar staat het bedrijf niet alleen in. “Er wordt superhard getrokken aan mensen met een energietechniekopleiding, ook aan hbo’ers. En niet alleen door KEMA Laboratories. Ook door andere bedrijven in de regio; zoals de netbeheerders, installateurs, de ontwikkelaars van windparken en zonneparken, enzovoorts. De hele renewables business. En het poeltje met hbo’ers is relatief klein, dus dat maakt het moeilijk”, zegt Vaessen.

Vaessen is al jaren verbonden aan kennisinstellingen, waar hij studenten warm maakt voor een carrière in de energiesector. Hij is hoogleraar hoogspanningstechniek aan de TU Delft, geeft les in de Master Engineering Systems op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en zit in de regieraad van het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE). Daar geeft hij “gevraagd en ongevraagd advies” over de koers van het centre of expertise.

Samenwerken in de energietransitie

In het SEECE-netwerk, dat uit meer dan veertig organisaties bestaat, draagt KEMA Laboratories zijn steentje bij aan het opleiden van nieuwe professionals. Het is belangrijk dat bedrijven en kennisinstellingen samen optrekken; SEECE-partners zijn afhankelijk van elkaars succes. “Als je de energietransitie voor elkaar wil krijgen, dan moet je de hele keten in beschouwing nemen: van het ontwerpen en produceren van nieuwe technologie, tot het installeren het elektrische energiesysteem.”

KEMA Laboratories, dat onderdeel is van het Italiaanse CESI, is een belangrijke schakel in die keten. Het test en certificeert energietechnologie over de hele wereld. “We zijn een wereldspeler. Je zou het bijna vergeten: naast de labs in Arnhem hebben we labs in Amerika, Tsjechië, Duitsland. Ook zijn we betrokken bij een lab in het Midden-Oosten”, zegt Vaessen. In de labs worden transformatoren, kabels, schakelaars, en nog veel meer producten getest. “Wij doen midden- en hoogspanning; de grotere vermogens.”

Energietechniek verandert snel

De technologie die door KEMA Laboratories getest wordt, verandert in rap tempo door de transitie naar een duurzame energievoorziening. “Denk aan zaken als snelladers voor groot vermogen die op de markt komen. In de ordegrootte van MegaWatts, voor bussen of om in tien minuten een tesla vol te duwen. Dan praat je over grote stromen, en die zijn best gevaarlijk”, aldus Vaessen.

Een ander voorbeeld is de opkomst van waterstoftechnologie. Om van elektriciteit waterstof te maken, zijn elektrolysers nodig. Die worden op steeds grotere schaal gebouwd en aan het net gekoppeld. “Als je een grote elektrolyser bouwt, dan heb je ineens transformatoren nodig die hele grote stromen moeten leveren bij relatief lage spanning. Dan krijg je hele grote kortsluitkrachten.”

Digitalisering van energiesystemen

En dan is er nog de digitalisering van het energiesysteem. “Er komen steeds meer sensoren in de hoogspanningsnetten. Daar worden spanningen en stromen gemeten. En er wordt steeds meer elektronisch gestuurd. Dus elektronica moet ook meer getest worden. En wat dacht je van operationele cyber security? Dus niet zozeer het hacken van software, maar het hacken van hardware en de elektronica die erin zit. Bijvoorbeeld een transformator of schakelaar.”

De energietransitie en digitalisering van de energie-infrastructuur vraagt om een nieuw soort professional; een die zich bekwaamt op het snijvlak van meerdere disciplines. “Je ziet een stroom studenten die energietechniek wil studeren en denkt: ik hoef gelukkig niet te programmeren. En studenten die met ICT bezig zijn, denken: energietechniek is lomp en saai.” Maar – gezien de digitalisering – is de combinatie van ICT en traditionele energietechniek juist essentieel.

Werelden bij elkaar brengen

De energieprofessional van de toekomst wordt opgeleid in hybride leeromgevingen, waar die in aanraking komt met andere disciplines en niveaus. Bijvoorbeeld in het gloednieuwe Connectr op het Industriepark Kleefse Waard in Arnhem, waar KEMA Laboratories partner van is. In het Connectr-innovatielab delen partijen hun kennis en kunde, testen ze nieuwe ideeën en brengen deze in de praktijk. Studenten werken daar in teams aan vraagstukken uit de praktijk.

“Connectr brengt verschillende werelden bij elkaar”, zegt Vaessen. “En dan zien studenten dat de sector waar het meest geautomatiseerd wordt niet de logistiek of de bankensector is, maar de energietechniek.”