29 oktober 2019

HAN W@TTS: SEECE investeert in unieke infrastructuur voor onderwijs en onderzoek

Het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) investeert in opleidingsfaciliteiten voor de energietechnicus van morgen. De faciliteiten zijn onderdeel van HAN W@TTS - Infrastructure for Research and Education on Power Systems dat in december van start gaat.

Wie het Instituut Engineering van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) binnenloopt, komt onherroepelijk in aanraking met energietechnologie. Er staan slimme laadpalenpracticumsets voor elektrotechnieklessen, een tafel die een smart grid simuleert en trainingssystemen waarin allerlei energiecomponenten aan elkaar gekoppeld zijn. Échte energietechnologie die studenten voorbereidt op de wereld van morgen.

Deze opleidingsfaciliteiten worden ondergebracht in HAN W@TTS, dat in december gelanceerd wordt. Onder de vlag van HAN W@TTS maken straks allerlei groepen gebruik van de energietechnologie die - mede dankzij SEECE - op de HAN beschikbaar is. Van mbo- tot master-studenten, van allerlei onderwijsinstellingen. Ook onderzoekers gebruiken de faciliteiten voor de projecten waar ze aan werken.

Momenteel wordt de technologie vooral gebruikt voor studenten en cursisten van de HAN zelf. Alle opleidingen op het Instituut Engineering hebben een energiecomponent en de afdeling Cursussen Post-hbo en Maatwerkopleidingen (CPM) biedt steeds meer energiegerelateerd onderwijs aan, waaronder de cursus Duurzame Energietechniek en de gloednieuwe cursus Waterstof.

LEREN DOOR TE ERVAREN

Trainingen van HAN W@TTS worden begeleid door vakexperts van het Lectoraat Meet- en Regeltechniek. Zij leren studenten welke invloed componenten hebben op het energiesysteem. De onderwijsfaciliteiten helpen om lastige onderwerpen, zoals netbalans, inzichtelijk te maken. ‘Studenten onthouden het beter, omdat ze met échte energietechnologie werken’, zegt onderzoeker Ballard Asare Bediako.

De nieuwste aanwinst is een uitgebreid trainingssysteem van het Duitse bedrijf Lucas-Nülle. De HAN heeft de grootste opstelling van deze technologie ter wereld. Elk paneel heeft een specifieke functie. Er is bijvoorbeeld een paneel dat een windmolen simuleert en een paneel dat de rol van huishoudens vervult. Deze panelen zijn gekoppeld aan een controlecentrum, waarmee men het energienet in balans houdt.

Er kunnen panelen worden toegevoegd aan het systeem. Zo is het mogelijk om waterstofopslag een rol te laten spelen in de opstelling. Ook de panelen zelf zijn modulair, laat Asare-Bediako weten. ‘De modules kun je uit een paneel halen en zelf samenstellen.’ Tot slot is de software achter het systeem, dat geleverd wordt met lesmateriaal, aan te passen. Zo kan de trainingsopstelling door de onderzoekers van het lectoraat worden afgestemd op actuele energievraagstukken.

Zie ook de video: Entering a new Era - smart grid training at the HAN

SAMENWERKEN IN DE DRIEHOEK

De HAN W@TTS- infrastructuur wordt de komende jaren door vakexperts verbeterd. Zo werkt de HAN samen met Avans Hogeschool om het systeem van Lucas-Nülle uit te breiden. De Brabantse hogeschool is ook in het bezit van een aantal panelen. Door samen te werken, kennis te delen en gebruik te maken van elkaars faciliteiten kunnen kennisinstellingen studenten beter en efficiënter opleiden.

Er wordt niet alleen samengewerkt met andere onderwijsinstellingen, het werkveld speelt ook een grote rol in HAN W@TTS. Zo werkt netwerkbedrijf Alliander mee aan de ontwikkeling van de Smart Grid Demo Table, een tafel die inzichtelijk maakt hoe een slim energienet functioneert. De tafel geeft een hoog-, midden- en laagspanningsnet weer en laat zien welke kant de elektriciteit op stroomt.

Op de tafel staan verschillende componenten die het elektriciteitsnet beïnvloeden: windmolens, huizen met zonnepanelen, energieopslag enzovoorts. De tafel herkent deze objecten door middel van een RFID-chip. Wordt er een ‘windmolen’ op tafel gezet, dan gaat de productie omhoog. Wordt er een ‘fabriek’ op de tafel gezet, dan gaat de consumptie omhoog. Effecten waar netbeheerders in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen.

SEECE-partners, zoals Alliander, hebben een tekort aan goed geëquipeerde energietechnici. Daarom investeren zij mee in faciliteiten voor de energieprofessional van morgen. Een technicus die voorbereid is op de energietransitie en alle vraagstukken die daarbij horen.