Innovatielab Van hybride leeromgevingen naar Innovatielab op het IPKW

Innovatielab SEE, studenten werken aan een step

Studenten die multidisciplinair aan maatschappelijke vraagstukken werken binnen de driehoek onderwijs, onderzoek en ondernemingen. Dat zijn hybride leeromgevingen. Die zijn een opmaat voor het Innovatielab, waar deze leeromgevingen straks een plek krijgen. Zoals in het Innovatielab Energie en Mobili

De hybride leeromgevingen van het HAN-zwaartepunt Sustainable Energy & Environment (SEE) zijn het Mobility Innovation Centre (MIC), het Powerlab en het HAN H2Lab. Iwan van Bochove operational manager van het MIC en Paul Sistermans projectmanager in het SEE-kernteam, zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Innovatielab. Zij vertellen over het belang van hybride leeromgevingen, de samenwerking binnen de driehoek en de ontwikkelingen op het IPKW.

Is de hybride leeromgeving een aanloop naar het Innovatielab?

Van Bochove: “Met de hybride leeromgeving zetten we serieuze stappen in het vormgeven van de samenwerking in de driehoek. Zo hebben we een goed werkende structuur waar we straks mee van start kunnen gaan. In het lab kan die samenwerking veel intensiever zijn. Dat is enorm belangrijk, want zo leid je studenten het beste op voor de werkpraktijk en geef je ook bedrijven de kans om te zien welke studenten ze aan zich kunnen binden. Hoe meer en dichter die bedrijven bij de studenten zitten, hoe zinvoller zo’n hybride leeromgeving dus voor iedereen is. Op dit moment gaat zo goed met de hybride leeromgevingen, dat we bijna uit onze voegen barsten. De animo vanuit de HAN is groot, vanuit het onderzoeksveld loopt de interesse ook flink op en nu komen ook de eerste projecten waarbij grote bedrijven van serieuze omvang interesse tonen.”

Kun je een voorbeeld noemen van zo’n project dat uit zijn voegen barst?

Van Bochove: “Het SEE-project Waterstof & Mobiliteit begint inmiddels behoorlijk groot te worden. Er is veel onderzoek naar de ontwikkeling van een waterstofvoertuig. De eerste bedrijven hebben zich voor het ontwikkelen van een businesscase gemeld. Want de ontwikkeling van zo’n voertuig heeft natuurlijk alleen maar zin als je het echt in productie kunt brengen. Verder is er het Smart Production Centre. Daar zijn meerdere bedrijven bij betrokken, zoals Qing en diverse productiebedrijven. Van dat soort projecten zou ik er straks het liefst een stuk of tien hebben. Die zijn van zo’n omvang en inhoud dat daar enorm veel waardevolle leertrajecten in kunnen zitten. Meerdere stagiaires en afstudeerders van verschillende opleidingen kunnen erin terecht. En andersom brengen bedrijven graag hun innovatievraagstukken in. Ze zien zo meteen wie de meest geschikte mensen zijn.”

Wat is de stand van zaken van het Innovatielab op dit moment?

Sistermans: “Er is al een hal gereserveerd op het IPKW van 10.000 m2. Nu zijn we vooral samen met de provincie, gemeente en het IPKW aan het kijken naar de uitwerking en de mogelijke invulling ervan ter voorbereiding van een grote subsidieaanvraag. Hoeveel studenten gaan daar werken? Wat voor labruimtes zijn er wenselijk? En in hoeverre kunnen we die ruimtes samen met andere partijen benutten? Willen we bijvoorbeeld een houtwerkplaats en een 3D-printer voor onszelf alleen, of moet die voor iedereen binnen het lab beschikbaar zijn? En op wat voor manier dan? Er zijn door de architecten al schetsen gemaakt. Hóe de ruimtes zullen worden ingedeeld is al duidelijk. En we willen gebruik maken van shared facilities zoals werkplaatsen. Ook onze waterstoffaciliteiten gaan we als zo aanbieden. Dat biedt een enorme meerwaarde voor iedereen. Daarnaast komen er conferentieruimtes, ontmoetingsplekken en natuurlijk een koffiecorner. Alle goede ideeën beginnen tenslotte met koffie.”

Is het niet lastig om als SEE alle partijen binnen de HAN bij elkaar te houden?

Sistermans: “Het overzicht houden vraagt inderdaad veel aandacht. De HAN is natuurlijk een veelkoppig monster: wij als zwaartepunt proberen de verschillende wensen vanuit de HAN zo goed mogelijk in te brengen in de gezamenlijke ontwikkeling die het Innovatielab is. Andere partijen die straks gaan participeren hebben allemaal hun eigen wensen en belangen. Het gaat alleen lukken als al die belangen voldoende zijn vertegenwoordigd. Het is een lastig proces, maar als je niets doet tot je alles helemaal zeker weet, gebeurt er nooit iets.”

Wat verwachten jullie straks nog meer van het Innovatielab?

Van Bochove: “We willen dat externe partijen onze faciliteiten kunnen gebruiken en andersom. Zo werken we nu al met een start-up bedrijf dat elektrische stepjes maakt. Die kunnen bij ons terecht voor de faciliteiten. Wij hebben daar zelf op dit moment niet direct voordeel van, maar onze filosofie is: als je iets geeft, komt het een keer terug. Als daar straks op het Innovatielab meer ruimte voor is, is er volop gelegenheid voor dat soort kruisbestuivingen.” Sistermans: “Voor de HAN bieden de hybride leeromgevingen een enorme meerwaarde voor zowel onderwijs als innovaties. Daar gaan we straks in het Innovatielab echt vol op inzetten.”