Lector Veenhuizen met pensioen: ‘Het hbo moet blijven meebewegen’

Bram Veenhuizen (65) gaat met pensioen. Tijdens een eindsymposium op 25 juni neemt de lector van Automotive Research na twintig jaar afscheid van de HAN. In een interview blikt hij terug én kijkt hij vooruit.
Hij is trots. Trots op alle grote, afgeronde projecten op het gebied van groene en slimme mobiliteit. Op de enorme groei van het lectoraat Automotive Research. Trots is hij ook op de ontwikkeling van het hoogwaardige onderwijsmateriaal. Op de impact op studenten. En op de sterke verbinding tussen onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven.
Lector Bram Veenhuizen (65) gaat op 1 juli na twintig dienstjaren bij de HAN met een goed gevoel met pensioen. “Als man van de inhoud en techniek, heb ik de rol als lector altijd heel erg leuk gevonden”, zegt hij. “Je verbindt studenten, bedrijven en docentonderzoekers en bedenkt projecten, ontwikkelt nieuwe kennis en draagt die over.”
Space Race
Hij denkt met name met plezier terug aan de projecten, waarin hij samen met collega’s bedrijven en studenten heeft gewerkt aan iets tastbaars. “Dat zorgt namelijk voor focus. De Space Race uit jaren 60 is daarvan misschien wel het mooiste voorbeeld. Die zorgde in Amerika en de Sovjet-Unie voor een enorme focus: iedereen wist wat het doel was en wat-ie moest doen.”
De zelfontwikkelde H2 Demonstrator, een waterstofdemonstratie-aanhanger, is wat dat betreft één van ‘Veenhuizens Spoetniks’. Want hoewel hij de teamprestatie benadrukt, is híj́ de drijvende kracht achter het waterstofonderzoek binnen de Academie Engineering en Automotive van de HAN. “In de Demonstrater komt alles samen. Het is een mooi huwelijk tussen techniek, bedrijfsleven, onderzoek en kennisoverdracht.”
Loopbaan Veenhuizen
Waterstof speelt pas een prominente rol in zijn leven, sinds hij lector is bij de HAN. Veenhuizen is van origine fysicus, werkte bij lager producent SKF, onderzocht in Zweden sensortechnieken en belandde in de jaren 90 in de auto-industrie via Van Doorne’s Transmissie (tegenwoordig Bosch) en een onderzoeksgroep van de TU Eindhoven.
In 2005 begon hij als lector bij de HAN, waarmee hij onderdeel werd van een kleine, nieuwe onderzoeksgroep die zich ging richten op groene en slimme mobiliteit. Het lectoraat is vervolgens uitgegroeid tot 25 fte. “Daarmee zijn we een grote onderzoeksgroep, ook landelijk gezien. De impact die we maken is groot en de betrokken bedrijven, studenten en medewerkers zijn tevreden. Dat is heel erg mooi.”
Het gemiddelde kennisniveau is gegroeid en waterstof is volwassener geworden. Daar hebben wij een rol ingespeeld. Maar we zijn er nog lang niet.”
Waterstoftechniek
Binnen het lectoraat speelt waterstoftechniek dus een voorname rol. “Omdat het één van de technieken is die een rol zou kunnen gaan spelen in de energietransitie. Daarom zijn we kennis gaan opbouwen, samen met bedrijven. Hoe werkt het? Op welke manieren kan het nog meer werken? Hoe breng je het aan boord van een voertuig?”
Zo was een eerste project de ontwikkeling van een bagagetrekker op waterstof, bedoeld voor Schiphol. “De vragen waar we toen mee te maken kregen, bijvoorbeeld van de brandweer, worden nu niet meer gesteld. Het gemiddelde kennisniveau is gegroeid en waterstof is volwassener geworden. Daar hebben wij een rol ingespeeld. Maar we zijn er nog lang niet.”
Wondermiddel
Bovendien heeft Veenhuizen waterstof ook nooit gezien als een panacee, een wondermiddel. “Het zal een onderdeel van de energietransitie zijn, maar de vraag is nog altijd welke rol het precies gaat spelen. Er wordt nu vooral naar zware voertuigen gekeken. Tegelijkertijd geldt dat als het landelijke waterstofnetwerk er ligt, waterstof toegankelijker wordt en wie weet welke effecten dat weer heeft.”
Typisch voor hbo-onderzoek is dat het aansluit bij de behoefte die bedrijven nu en in de nabije toekomst hebben. Wij moeten meebewegen met veranderingen in de samenleving.
Veranderende omgeving
Wat Veenhuizen ermee wil zeggen: je moet voortdurend alert zijn op ontwikkelingen in de maatschappij. “Typisch voor hbo-onderzoek is dat het aansluit bij de behoefte die bedrijven nu en in de nabije toekomst hebben. Wij moeten meebewegen met veranderingen in de samenleving. Daarom hebben we óók kennis ontwikkeld over batterijtechnologie. En moet er nu nagedacht worden over onderwerpen als kernenergie, defensie en AI. Gelukkig leeft dat besef heel breed binnen de HAN. Van verpleegkunde tot techniek: er is heel nadrukkelijk aansluiting bij het beroepenveld.”
Grote uitdaging HAN
Waar Veenhuizen in de toekomst wél een grote uitdaging ziet voor de HAN is de terugloop in studentenaantallen door demografische ontwikkelingen. “Dat heeft invloed op de businesscase. Studies met vijf studenten leveren niets op, al zijn sommige opleidingen, zoals elektrotechniek, te belangrijk voor de maatschappij om op te geven. Een mogelijk antwoord is het vergroten van het bij- en omscholingsaanbod. En het wendbaarder maken van opleidingen. Onze masteropleiding is daar een goed voorbeeld van. Per semester sturen we die inhoudelijk bij, met succes.”
Maar dat is aan de jongere generatie. Nog heel even en dan zit het werkzame leven van Veenhuizen erop. “Ik ga nu eerst een maand of drie niets doen en daarna weet ik het nog niet precies. Een idee is om iets te doen binnen de energietransitie in de regio Den Bosch, waar ik woon. Maar dat zou dan zijn als een betrokken burger met de nodige kennis en ervaring. Want aan deadlines heb ik geen behoefte meer.”
Eindsymposium
Het eindsymposium van lector Bram Veenhuizen vindt plaats op woensdagmiddag 25 juni en is onderdeel van een groter programma. Ook is de presentatie van dertig ‘Semester 6-projecten’, een onderzoeksopdracht van Automotive-studenten. Tevens wordt het grote waterstofproject H2 Modus afgesloten. Iedere geïnteresseerde is welkom. Meer informatie: Symposium: Waterstof bij de HAN: 20 jaar onderzoek en de weg vooruit.