Onderzoeker aan het woord Toegankelijke communicatie in de fysiotherapie: een stap dichterbij?

Fysiotherapie - spreek in duidelijke, toegankelijke taal.

Een geslaagde fysiotherapeutische behandeling draait voor een groot deel om helder communiceren, zover was onderzoeker Ellis van der Scheer al. Uit vervolgonderzoek blijkt dat het knap lastig is dit echt goed te doen. Zeker in contact met laaggeletterden. Biedt een communicatietraining uitkomst?

Makkelijke woorden gebruiken, samenvatten, de terugvraagmethode toepassen. Dat waren de aanbevelingen die Ellis formuleerde bij eerder onderzoek waar ze bij betrokken was. Destijds ondervroeg Ellis 2 focusgroepen. De eerste groep bestond uit experts, de ander uit taalambassadeurs (voormalig laaggeletterden). “In vervolgonderzoek hebben we op basis van de uitkomsten van die focusgroepgesprekken geluidsopnamen geanalyseerd van meer dan 50 intakegesprekken. Het doel was om te checken of fysiotherapeuten hun taal en communicatiestijl aanpassen op het opleidingsniveau van de patiënt.

Verschil in taal?

Uit de geluidsopnamen blijkt dat de fysiotherapeuten nauwelijks tot geen verschil maakten tussen hoogopgeleide mensen - waarbij de aanname is dat ze goed kunnen lezen en schrijven en grip hebben op hun gezondheid - en praktisch opgeleide mensen - die mogelijk meer moeite hebben met lezen en schrijven en beperktere gezondheidsvaardigheden hebben. Ellis: “Sowieso gebruikten de fysiotherapeuten niet de communicatietechnieken waarvan we weten dat die belangrijk zijn. Ja, een enkele fysiotherapeut paste de terugvraagmethode toe. Hij vroeg de patiënt in z’n eigen woorden te herhalen wat hij zojuist had verteld, zodat hij zeker wist dat hij het goed had uitgelegd. Verder werd jargon wel eens toegelicht. Vaker kwam het voor dat de fysiotherapeuten dat níet deden. Ook vatten ze weinig samen wat ze tijdens de behandeling hadden uitgelegd.”

Ogen geopend

Of deze uitkomsten Ellis verbaasden? “Laat ik het zo zeggen: ik zie dat er nog veel moet gebeuren, al begrijp ik ook dat het gaat zoals het gaat. Veel van mijn collega’s zullen niet weten hoe ze laaggeletterdheid herkennen en hun communicatie aan kunnen passen op patiënten die moeite hebben met taal. Bij mij gingen de ogen ook pas open tijdens de gesprekken met mensen die minder taalvaardig zijn. Ik begreep ineens waarom sommige patiënten structureel te laat zijn en hun oefeningen niet doen; ze kunnen niet lezen, of vinden de uitleg die ik geef te moeilijk of te veel.”

Onderzoeker Ellis van der Scheer

Bang om belerend te zijn

“Voor de duidelijkheid: deze fysiotherapeuten waren van tevoren niet op de hoogte van de aanbevelingen en deden ‘gewoon’ hun werk”, benadrukt Ellis. “We hebben niet gevraagd waarom ze de communicatietechnieken niet toepasten. Uit ander onderzoek weten we dat bijvoorbeeld verpleegkundigen het lastig vinden om de terugvraagmethode toe te passen; ze zijn bang dat het belerend overkomt. Ook noemen ze gebrek aan tijd als reden.”

Training in de steigers

Het is helder: de communicatie van fysiotherapeut richting patiënt kan beter. Momenteel werkt Ellis samen met Centre for Language Studies van Radboud Universiteit aan een communicatietraining voor fysiotherapeuten. “We focussen vooral op de verwachtingen die je als zorgprofessional met je communicatie schept. Fysiotherapeuten drukken zich meestal nogal direct uit: ‘Uw rug staat scheef’. Of we zeggen ‘Niet slecht’ als patiënten laten zien hoe ze hun oefeningen doen. Je kunt ook zeggen: ‘Uw rug is hier niet helemaal recht’. En: ‘Ziet er goed uit!’. Dat klinkt heel anders en doet veel voor de motivatie van de patiënt.

Er moet nog veel gebeuren, al begrijp ik ook dat het gaat zoals het gaat. Veel van mijn collega’s zullen niet weten hoe ze laaggeletterdheid herkennen en hun communicatie aan kunnen passen op patiënten die moeite hebben met taal. Bij mij gingen de ogen ook pas open tijdens de gesprekken met mensen die minder taalvaardig zijn."

Testen en toetsen

Met de hulp van fysiotherapeuten uit het werkveld heeft Ellis de laatste hand aan de training gelegd. “Binnenkort gaan we de hem toetsen. Dan vergelijken we een groep fysiotherapeuten die de training volgde met een groep fysiotherapeuten die dat niet deed. We stellen daarbij vragen als ‘Welke verschillen in taal en communicatie zien we?’ en ‘Wat doet het voor de patiënt?’. Op basis daarvan scherpen we de training aan en rollen we hem uit, bijvoorbeeld via het KNGF - de beroepsvereniging van en voor fysiotherapeuten.”

E-learning voor bachelorstudenten

Hoe het ondertussen zit met toekomstige fysiotherapeuten die nu nog in de collegebanken zitten? Wim van Lankveld, hoofddocent Fysiotherapie bij de HAN, ontwikkelde voor hen een e-learning. Ellis: “Die bestaat uit 2 pijlers: hoe herken je mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden en/of mensen die laaggeletterd zijn? En: hoe pas je je communicatie erop aan? Ook de terugvraagmethode komt aan bod. Zo leiden we studenten op die in de basis weten hoe ze patiënten goed bereiken – en dus echt verder helpen. Waarom dat zo belangrijk is? Als HAN vinden we dat iedereen gelijke toegang tot zorg moet hebben. Dat begint met begrijpelijk communiceren, zodat mensen weten bij wie ze moeten zijn, wat ze hebben en wat ze zelf kunnen doen. Zo krijgen ze meer grip op hun gezondheid.”