Rapport Partners van Gelderland gereed Gelderse samenwerking beter, maar meer investeren in samenwerking is nodig

98851 Arnhem Klarendal met molen

Overheden in Gelderland vinden elkaar steeds beter, maar de samenwerking kan echt nog wel beter. Dat is de hoofdconclusie van het rapport ‘Partners van Gelderland’ dat op 16 juni 2022 aan betrokken bestuurders is overhandigd.

De grote uitdagingen van vandaag voor het mooie Gelderland - vragen om meer investeren in elkaar. Spelregels kunnen ervoor zorgen dat projecten niet te veel gaan uitlopen, te duur worden of zelfs vastlopen. Van belang is dat partners vooraf scherper maken waar men samen voor gaat en duidelijker worden over wat men wel en niet van elkaar mag verwachten. Afspraken maken over rolverdeling en de inzet die men belooft te leveren horen daar ook bij. En inzicht in belangentegenstellingen en hindernissen die men samen te nemen heeft. Zo kunnen er sneller meters gemaakt worden.

Bevindingen en aanbevelingen

Het rapport ‘Partners van Gelderland’ onderzocht de praktijk van de samenwerking aan de hand van 5 casussen. Het project Partners van Gelderland is een vervolg op een eerder rapport van de Commissie Bestuurskracht waarin de provincie Gelderland haar eigen functioneren liet onderzoeken. Dit keer hebben de partners van vijf Gelderse samenwerkingsverbanden hun eigen rol en die van de andere partners samen tegen het licht gehouden. Dit deden ze onder begeleiding van onderzoekers van de HAN onder leiding van hoofdonderzoeker Frans de Vijlder. Uit de vele gesprekken kwamen een aantal bevindingen en aanbevelingen naar voren.
Duidelijkheid over wederzijdse verwachtingen 
Gemeenten weten vaak niet wat ze van de provincie kunnen verwachten. Dat is lastig. Van hun kant verschillen gemeenten onderling vaak van mening, ook over de manier van samenwerken. Dat maakt het voor de Provincie ingewikkeld. Moet zij nu zakendoen met een regio-organisatie of met de individuele gemeenten? Het rapport roept de provincie op tot duidelijkheid over de rol die zij wil innemen en die duidelijkheid ook te eisen van gemeenten en andere partners. Voor alle partners is er dus werk aan de winkel.

Regelmatig stilstaan bij de samenwerking
Alle partners zouden regelmatig stil moeten staan bij de vraag of de manier van samenwerking nog past bij wat er te doen staat. Dat gebeurt nu nog te weinig.

• Scherpere rol van Gemeenteraden en Provinciale Staten
Gemeenteraden en Provinciale Staten ervaren de afstand met samenwerkingsverbanden vaak als te ver van hun bed. Hun uitdaging is scherper worden op hun controlerende rol en op voldoende informatieverstrekking door de colleges.

• Meer doortastendheid van gemeenten en andere partners
Gemeenten moeten bestuurlijk en ambtelijk investeren in verbetering van de gezamenlijke slagkracht in samenwerkingsverbanden. Zorg dat goede en innovatieve voorbeelden navolging vinden en investeer in nieuwe samenwerkingsvormen.

• Ambtenaren en leidinggevenden: wees minder formeel
Kom achter de vergadertafels vandaan en ontwikkel andere werkwijzen waarin kennis, passie en potentie van iedereen veel beter tot hun recht komen. Toon lef en wees kritisch naar elkaar binnen de ruimte die het bestuur u heeft gegeven.

Proces van lange adem
De bestuurskracht van Gelderland is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincie én de partners. Samenwerking tussen overheden en andere maatschappelijke partners is noodzakelijk geworden. Er is geen ontkomen aan. Zonder betere samenwerking worden onze maatschappelijke opgaven niet of in onvoldoende mate gerealiseerd. En dan staan de geloofwaardigheid en legitimiteit van publiek handelen op het spel

Werk aan de winkel

Meer slagkracht ontwikkelen door betere samenwerking vraagt ook een andere bestuurscultuur. En dat is een kwestie van lange adem en permanente aandacht. Het rapport beveelt alle partijen die zich ‘Partner van Gelderland’ daarom aan om gezamenlijk Partners van Gelderland voort te zetten. Laat dit platform een ‘hub’ worden voor bestuurlijke krachtenbundeling en kennisdeling over instrumenten, handreikingen en goede voorbeelden. Partners en provincie, pak dit samen op. Nodig ons uit Het onderzoek vond plaats onder regie van een onafhankelijke begeleidingsgroep voorgezeten door Helmi Huijbregts-Schiedon. De begeleidingsgroep en het onderzoeksteam van dit rapport zijn van harte bereid om het rapport toe te lichten, gezamenlijk te reflecteren en te kijken hoe deze ervaringen kunnen worden omgezet in meer daadkracht en vervolgstappen. Nodig hen daarvoor uit. 

Lectoraat Goed bestuur en Innovatiedynamiek in Maatschappelijke Organisaties

"Ons rapport 'Partners van Gelderland' is 16 juni 2022 door Helmi Huijbregts aangeboden aan alle partners die in het onderzoek naar de bestuurskracht van Gelderland betrokken waren", geeft Frans de Vijlder aan. "Ook de totstandkoming van het rapport was een prachtige samenwerking met begeleidingsgroep Helmi Huijbregts (vz), René Verhulst, Arne van Hout, Katinka Oldenburger en kerngroep onderzoek Myriam Bergervoet, Anya van Beek, Sjoerd van der Meer, Renée van Os, Ron Theunissen, Jenneke Hollebrandse-Kemp MSc, Claudia ter Veen en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) onderzoekers Korrie Melis en Wenne Bergman. En niet te vergeten onafhankelijk en professioneel secretaris Mitchell Kortboyer, steun en toeverlaat voor ons allemaal. En al die anderen in de onderzoeksgroepen. Hartelijk dank allemaal en stop niet met leren samenwerken in prachtig Gelderland, want dat kan nog beter, blijkt uit ons rapport."

 

Korrie Melis over de rol van de onderzoeker in het project ‘Partners van Gelderland’

“Per case was er een onderzoeksgroep meteen trekker vanuit de samenwerking, onderzoeker en verschillende partners, oa de Provincie Gelderland. Zij trokken samen op en dat werkte heel goed in dit project”, geeft senior onderzoeker Korrie Melis aan. “De trekker en onderzoeker bekeken samen de koers. Elke case had daarmee ook zijn eigen proces van aanpak en uitwerking. Zo heeft één case van mij meer met interviews gewerkt en heeft onderzoeker Wenne Bergman in een andere case meer met vragenlijsten gewerkt. Uit alle cases haalde een zogenaamde kerngroep onder aanvoering van Frans de Vijlder de belangrijkste bevindingen en maakte het eindrapport.”
 
Als onderzoeker zit je bijdrage in bijvoorbeeld welke methode past bij deze case, welke mogelijkheden zijn er en wat komt daarbij kijken. “En in dit project was het leuk om dit samen met de trekker uit het samenwerkingsverband te doen”, licht Korrie toe. ”Je bouwt samen een werkrelatie op en bespreekt met elkaar de aanpak. Bijvoorbeeld de term wederkerig bestuur is best een abstracte term. Een ambtenaar is er niet dagelijks mee bezig. Maar als je het begrip vanuit een andere hoek met elkaar bekijkt en vragen stelt als: wat gaat goed en wat gaat minder goed in de samenwerking? Dan kun je daar al elementen uithalen voor het abstracte begrip. Door zo te spelen met woorden, kom je ook dichterbij het begrip wederkerig bestuur en maak je het begrip iets eenvoudiger.”

In het rapport staat de samenwerking centraal, maar dat gaat niet altijd vanzelf. “Samenwerking is geen doel”, geeft Korrie aan. “Samen is wel nodig nu in het bestuurlijk landschap. Dat vraagt aandacht. Samenwerken is essentieel en door dit rapport blijft de samenwerking onder de aandacht.”