8 maart 2019

Technisch Weekblad: Duurzame-energiecursussen in opkomst

Afbeelding-SEECE-2021

In de 'Special Arbeidsmarkt en Opleidingen' besteedt het Technisch Weekblad aandacht aan de invloed van de energietransitie op het onderwijs. Onder andere de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en zijn cursussen, wordt uitgelicht.

Een fragment uit het artikel:

Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) komt de opleidingsvraag op het gebied van energie met name vanuit het bedrijfsleven. ‘De energietransitie zorgt ervoor dat onze elektriciteitsnetten zich anders zullen gaan gedragen en de beroepsmensen die hiermee werken moeten dan ook goed voorbereid zijn’, zegt Bram Steennis, directeur HAN-CPM (Cursussen, Post-hbo en Maatwerkopleidingen).

De faculteit techniek biedt sinds de cursus ‘duurzame energietechniek’ aan. Deze post-hbo-cursus duurt ongeveer een half jaar en laat studenten werken aan diverse casus-opdrachten, die uiteindelijk weer één geheel vormen. Steennis: ‘Er is veel belangstelling van gemeentes, bedrijven en ingenieursbureaus. We richten ons op het niet-managementniveau. Eerst willen we de techniek op een rij hebben. Wat zijn de technische mogelijkheden? En welk rendement levert het op? Dat zijn enkele vragen die we tijdens deze cursus stellen.’

De cursisten hebben veelal een achtergrond hbo werktuigbouwkunde. ‘Er zijn ook elektrotechnici of chemici die zich willen laten omscholen. Ook hebben wij elk jaar wel een aantal wo-studenten. In het wo heb je weinig praktische toepassingen, dus ook voor hen is het stevig’, aldus Steennis. Volgens hem is belangrijk dat het duidelijk is welke aanvullende technieken er zijn op het gebied van energietransitie.

Pas na het opleiden van deskundigen komt het politieke aspect: ‘In Den Haag worden dingen geroepen zonder een goede onderbouwing. Mensen doen uitspraken op basis van een onderbuikgevoel. Als wij de kolencentrales gaan sluiten, gaat mogelijk ergens anders in Europa een meer vervuilende bruinkoolcentrale wel weer open. Dat is verplaatsing van het probleem. We moeten in zo’n geval eerst kijken naar de mogelijkheden voor het afvangen van CO2.’