Waarom ‘afkijken’ niet werkt…

Een blog over sociaal werkers in Zweden die niet 10 jaar vooruit lopen in het sociaal domein, maar wandelen via een andere route over een stabiel wegdek.

docent wijst in boek bij studenten

Jessy Berkvens (projectleider Methodisch samenwerken bij het Lectoraat Onbegrepen gedrag, Zorg en Samenleving):

Samen met een bonte verzameling aan bestuurders, docenten, sociaal werkers, sociaal ondernemers, beleidsmedewerkers en projectleiders ging ik vol verwachting en ietwat euforisch op werksafari naar Zweden. Op zoek naar ‘verlossende’ antwoorden op een aantal vraagstukken in Nederland, zoals: hoe kunnen we als gemeente/in wijken een inclusieve samenleving creëren? Hoe gaan we om met ‘verwarde personen’? Hoe werken we met technologie? En wat doen zij zo succesvol in ondersteuning van mantelzorgers/naasten?

Al snel realiseerde ik me dat ik geen antwoorden ging krijgen waar ik vandaag of morgen iets aan kan veranderen. De grap is dat de verwarde personen-discussie helemaal niet begrepen werd. Een van de hulpverleners vroeg: “Ik heb een artikel gelezen over het probleem met verwarde personen in Nederland, maar wie zijn dat dan?” Lachwekkend, want die vraag stelde ik een aantal jaren geleden ook, waarna ik later ontdekte dat dit veel mensen zijn met (en voor) wie ik dag in dag uit samenwerk. Ook technologie in de zorg heeft nog onvoldoende fundament. Er worden apps ontwikkeld en nog meer apps, maar wat mist is een gedragen plan voor goede ‘producten’ op grotere schaal. Tot zover wat ik niet heb opgehaald. Maar wat heb ik dan wel opgehaald?

Een warm ‘fika’ welkom

Daar waar wij zeggen: ‘de cliënt of onze doelgroep staat centraal’, kunnen we ons afvragen of dat echt zo is. Raken we niet te veel af van de kern van ons werk door allerlei ‘gedoe’? Mij viel op dat de mensen die ik sprak in Zweden consequent zijn. Ze verwelkomen ons als groep, wij staan centraal. We worden echt warm onthaald. Met iedereen wordt een handje geschud, er staat een fika klaar met een kopje koffie. Presentaties worden door meerdere mensen samen uitgevoerd, vaak mensen met verschillende expertises. Het viel me op dat de ‘activiteit of methode’ waarmee zij werken niet zoveel afwijkt van hetgeen wij kennen in Nederland. Denk aan kleinschalige woonvormen voor ouderen en ambulante hulpverlening voor mensen die psychische problemen hebben. Tijdens het doorvragen bleek steeds weer dat zij echt in staat zijn om met elkaar terug te gaan naar de daadwerkelijke kern, hoe werken we samen vanuit écht contact?

Over het medisch model heb ik weinig gehoord. Ze hebben het eerder over ‘needs’ in plaats van over medicatie en specifieke behandeling. Hulp is allereerst gericht op de sociale context, voordat er wordt geredeneerd vanuit behandeling voor psychiatrische ziekte. Ook in het handelen werd mij duidelijk dat de hulpverleners zich realiseren dat zij enkel een duwtje in een goede richting geven. Een hulpverlener zei: “Een man vroeg hoe hij zijn huis op orde kon houden, het hielp hem als ik elke dag een berichtje stuurde. De focus ligt dan te veel op mij, ik gaf aan dat ik dat niet wilde. We kwamen samen uit op een reminder-app.”

Wie waagt de sprong?

Een aantal zaken viel mij op in de OGGZ. Zij hebben tussenvoorzieningen in de vorm van ‘trampoline-woningen’. Dat zijn appartementen waar mensen ongeveer een half jaar tot een jaar kunnen verblijven. Op deze plek komen mensen op adem, terwijl ze ook direct deelnemer zijn aan allerlei activiteiten die het gewone leven stimuleren. In Nortalljje was een focushuis opgericht waar groepsgewijze stimulerende activiteiten plaatsvonden zoals mindfulness/yoga, slaapschool etc. Het gaat daarbij niet over de diagnose maar over personen die samen op een bepaald thema willen ontwikkelen. Dat bleek sowieso gemeengoed. Een van de hulpverleners zei: “Oké iemand heeft autisme, maar daar gaat het niet om, het gaat om het gedrag.”

Omdat de zorg en welzijn op zo’n kleine gemeentelijke schaal geregeld is, is er meer overzicht over de kwetsbare mensen in de wijken. In Nortalljje is er langere tijd geen passende wijze van zorg geweest waardoor mensen zelfs zijn overleden, aldus de coördinator van het project. Nu is de situatie zo dat de hulpverleners mensen woonachtig in de gemeente vaak bij naam kennen, ze verdwijnen niet meer onder de radar. Ze kunnen terecht voor vragen en hulp, een warme maaltijd of een kop koffie. Vragen kunnen ongeregistreerd gesteld worden, als een open inloop. Hier wordt dankbaar gebruik van gemaakt.

“You need to do it together”

Samenwerken is hét ingrediënt. De hele reis is herhaaldelijk gezegd: you need to do it together. Ook in Zweden blijken verschillende disciplines in de gezondheidszorg en het sociaal domein elkaars taal onvoldoende te spreken. Wat volgens hen helpt is elkaar blijven uitleggen hoe en waarom jij vanuit jouw vakperspectief keuzes maakt. Vaak weten hulpverleners vanuit verschillende disciplines niet goed waarom anderen handelen zoals ze doen. Dat kan leiden tot onbegrip van elkaar. De gouden tip: help elkaar te begrijpen. Soms betekent dat ook dat je elkaar tegen het zere been moet schoppen, want ‘als het niet schuurt kan het ook niet gaan glanzen’. Samenwerking is dus niet alleen bij ons moeilijk. Maar als je niet goed samenwerkt is de inwoner de dupe.

Dus… waarom afkijken niet werkt? We kijken graag naar goede voorbeelden en nog liever willen wij dat óók zo doen. We proberen het dus, we decentraliseren en maken gemeentes verantwoordelijk. Maar… dat doen we tóch anders. Er is een grote drang tot controle in Nederland, vanuit het ministerie wordt dit gevoeld door Jan uit de Vogeltjeswijk. We kunnen niet doen wat ze in Zweden doen, want zij werken vanuit een ander fundament. Ik was geïnspireerd, maar wat ik morgen anders kan doen? Er is voor mij maar één antwoord, vooral dicht bij mezelf blijven.

Lees hier meer over het Project Fokushuset!