"Waar ligt het spraakprobleem bij kinderen nu écht?”

Spraakonwikkelstoornissen behoren tot de meest behandelde stoornissen door logopedisten. Een genormeerd spraakonderzoek is er echter nog niet. Onderzoeker Sanne Diepeveen heeft daar in haar promotieonderzoek naar gekeken.

Onderzoeker Sanne Diepeveen tijdens haar promotie

Sanne schetst: “Logopedisten brengen het spraakproces vaak in kaart met het benoemen van een plaatje. Daarmee achterhalen ze waar een kind moeite in spraak mee heeft. Als een kind ‘tat’ zegt in plaats van ‘kat’ weet je niet of het kind het woord nog niet goed heeft opgeslagen in zijn woordenschat of dat het kind het motorische plan om het woord uit te spreken niet goed heeft samengesteld.”

De logopedist kiest na het onderzoek een behandeling die aansluit bij de gestelde diagnose. “Uit mijn onderzoek blijkt dat de helft van de onderzochte kinderen met een spraakprobleem te maken heeft met een combinatie: het taalsysteem is niet op orde en het kind presteert niet goed in de planning van de motoriek waardoor het kind het woord niet goed uitspreekt."

Een nieuwe spraaktest

Sanne is mede-ontwikkelaar van het Computer Articulatie Instrument. Hiermee kan een logopedist achterhalen waar het probleem nu echt ligt. Een collega uit het Radboudumc, Leenke van Haaften, beschreef al een aantal taken van dit instrument in haar proefschrift, zoals ‘plaatjes benoemen’ en ‘het uitspreken van onzinwoorden’. Sanne richtte zich tijdens haar promotie op de taak die een beeld geeft van de motorische planning en programmering van de spraak.

Spraaksysteem onder druk zetten

Daarvoor onderzocht Sanne de diadochinesse taak. Ze vertelt: “Ik kijk naar de spraakmotoriek door het spraaksysteem onder druk te zetten. Kinderen moeten aan de hand van 6 verschillende reeksen zo snel mogelijk een bepaalde reeks lettergrepen zeggen, bijvoorbeeld ‘patakapataka’…..”

Sanne heeft bij ruim 1.500 kinderen gekeken welk protocol daar het beste bijpast. “Ofwel; hoeveel lettergrepen moet je uitlokken bij een kind? De conclusies hebben we direct verwerkt in het protocol van het Computer Articulatie Instrument. We hebben tot slot gekeken wat de norm is bij normaal ontwikkelende kinderen. We achterhaalden hoeveel lettergrepen een kind in een seconde kan uitspreken. Uit het onderzoek bleek dat oudere kinderen sneller zijn dan jongere.”

Onderzoekers Sanne Diepeveen tijdens haar promotie

Moeite met benoemtaak

Al eerder merkte Sanne dat studenten uit de opleiding Logopedie het lastig vinden om bij kinderen met een vermoeden van en spraakstoornis een diagnose te stellen. “In mijn onderzoek kwam ik erachter dat ook logopedisten hier soms tegenaan lopen. Ik hoop dat we ons in de toekomst minder vastpinnen op een specifieke diagnose, maar meer kijken naar waar een kind in het spraakproces moeite mee heeft. Dat we daar de behandeling op afstemmen.”

“Ik hoop dat we ons in de toekomst minder vastpinnen op een diagnose, maar meer kijken naar waar een kind in het spraakproces moeite mee heeft. Dat we daar de behandeling op afstemmen.”

Inbedden in het onderwijs

Bij alle stappen uit het onderzoek hebben studenten van zo’n beetje alle opleidingen Logopedie in Nederland meegewerkt. “Ze droegen bij met dataverzameling voor normaal ontwikkelde kinderen, namen interviews af bij logopedisten en voerden data-analyses uit.”

Het instrument is inmiddels volledig ingebed in het onderwijs. Eerst in een minor, later in het 2e jaar van de opleiding logopedie. Zo ook in de post-hbo cursus Computer Articulatie Instrument (CAI). “We hopen dat logopedisten het instrument aan gaan schaffen. Om dit te stimuleren heeft de uitgever de prijs tijdelijk verlaagd.”

Vervolg

Inmiddels lopen 2 vervolgprojecten van het onderzoek bij de onderwijseenheid Praktijkinnovatie Zorg en Welzijn. “Zo willen we nu weten welke specifieke behandelkeuze logopedisten maken als je aan de hand van het instrument het spraakprofiel kent. Daarvoor houden studenten interviews onder logopedisten. We willen de reden achterhalen waar ze welke therapie kiezen,” besluit Sanne. 

Sanne Diepeveen

Sanne Diepeveen is logopedist en orthopedagoog. Ze is werkzaam in een particuliere praktijk, Krebbers logopedie en dyslexie. Ook werkt zij als docent bij de opleiding Logopedie.

Haar promotieonderzoek is gestart vanuit de koppelstructuur, waarbij Sanne in het Radboudumc, afdeling revalidatie (kinderlogopedie) werkte en collega’s van die afdeling onderwijstaken op de HAN verrichtten. Haar onderzoek werd uitgevoerd vanuit het Lectoraat Neurorevalidatie - Eigen Regie en Participatie.

Inmiddels is Sanne een dag in de week verbonden aan het iXperium Health, waarbij zij (zorg)technologie onder de aandacht brengt bij haar collega’s en studenten van de logopedie opleiding. 

Onderzoeker bij het lectoraat neurorevalidatie, Sanne Diepenveen