Wat is erger: extreme regenval of droogte?

In Nederland praten we graag over het weer. Dan is het te koud, dan weer te nat, te warm of te droog. Zo klaagden we in mei massaal steen en been over de droogte, begin juni is nog nooit zo nat geweest en nu is het weer snikheet. Op 17 juni was het de Dag van de Droogte. Een mooi moment om bij dit onderwerp stil te staan. En onderzoeker bij het HAN Lectoraat Sustainable River Management, Maarten Podt, aan de tand te voelen.

Dag van de droogte. Droge grond met bloem.

Maarten verduidelijkt direct: “Landen rondom de Sahara zijn al lang niet meer de enige gebieden waar droogte een rol speelt. Ook Nederland heeft met dit probleem te maken. Steeds vaker.”

Waterdicht zandpakket

Dit jaar hebben we net als in 2018, 2019 en 2020 al vroeg in het jaar te maken gehad met droogte. Begin mei hadden we al 65 millimeter tekort. Iedere dag dat er geen regen valt, komt er 3,5 millimeter op het neerslagtekort bij vanwege verdamping. Nu denk je misschien: de hoosbuien van deze maand van soms wel 300 millimeter per bui vullen dit tekort op. Maar dat is helaas niet het geval. Het water infiltreert amper in de droge, ingeklonken grond. Maarten Podt legt uit: “Zand is goed waterdoorlatend, maar door hevige regenbuien tijdens droogte komen fijnere korrels in de ruimtes van de hoekige zandkorrels. Dan krijg je een ‘dichtgeslagen’ zandpakket waar water slecht indringt1. Het kostbare zoete water glipt zo door je vingers.”

Ondenkbare situatie

De extremen volgen elkaar snel op. Het is duidelijk dat klimaatverandering in volle gang is. Hoe moeten we hier nu mee omgaan? Zo hadden we na een aantal droge jaren vorig jaar opeens te maken met overstromingen. Dit kwam doordat er een grote bui bleef hangen boven Nederland, België en Duitsland. Maarten: “We wisten ons geen raad met het water. Onze systemen kunnen niet zo veel water afvoeren. De kans dat zo’n bui op zo’n moment valt, is heel klein (1 keer in 100 jaar), maar het is gebeurd.”

Studenten moeten behalve harde technische oplossingen meer leren over bijvoorbeeld een waterkerend landschap."

Water vasthouden

We zouden op zulke momenten het water beter moeten vasthouden, zodat we het kunnen gebruiken tijdens drogere perioden. Dus slimmer en zuiniger met water omgaan. Maarten denkt hardop: “In de zomer kun je rivierwater met ‘ruwe’ vegetatie in uiterwaarden langer vasthouden. Behalve bovengrondse waterreservoirs in beheer van de waterschappen kunnen we in zilte gebieden diepe ondergrondse waterbellen aanvullen.” Hij gaat verder: “We kunnen meer doen aan de sponswerking van steden. Het lijkt een druppel op een gloeiende plaat als iedereen 1 tegel uit z’n tuin haalt in grijze steden, maar dit scheelt enorm. Het water moet de grond in, niet het riool. Wat dacht je ervan om water uit regentonnen te gebruiken voor de tuin? We zouden dat water zelf kunnen zuiveren, zodat we ermee kunnen douchen of de auto kunnen wassen.”

Leren van de natuur

We moeten behalve adaptiever omgaan met het klimaat ook onze bebouwing erop aanpassen. Uit angst voor watersnood hebben we de aflopen decennia dijken en rivieren naar onze hand gezet. Alles is gericht op water zo snel mogelijk afvoeren. Dit robuuste systeem moet volgens Maarten adaptiever.  Een civiel ingenieur heeft dijken leren bouwen, maar studenten Civiele Techniek zouden meer moeten leren over werken met de natuur. Dus naast dijkenkennis ook verstand hebben van dynamische waterkerende landschappen. Dat betekent: verder kijken dan alleen harde technische oplossingen. De natuur heeft ons al veel geleerd en we kunnen er nog veel meer van leren. Het lectoraat denkt aan Building with Nature als leerlijn. Maar ook risico-avers bouwen is een voorbeeld van adaptief bouwen.”

Overvaller versus sluipmoordenaar

Je kunt je afvragen wat erger is. Extreme natheid of droogte. Maarten schetst: “Overstromingen komen als een overvaller langs, maken veel kapot en zijn binnen no-time weer verdwenen. Droogte is wat dat betreft veel gevaarlijker: dat is een sluipmoordenaar die je lang achterna blijft zitten. Het effect merk je pas na weken en de effecten verdwijnen pas na maanden1.”

 

1 Citaten afgeleid uit het boek Nederland Droogteland door René Didde

Meer inspirerende verhalen

Een waterveilige toekomst

Waterschap Rivierenland, de hogescholen HAN en Van Hall Larenstein gaan de komende 4 jaar samenwerken op het gebied van hoogwaterveiligheid. Op 17 november hielden de directeuren van de samenwerkingspartners het 1e stuurgroepoverleg.

luchtfoto rivierenlandschap hoogwater A50 richting Loenen

Kunnen we het tij nog keren? Yes we can!

Niemand minder dan weerman Reinier van den Berg bezocht tijdens de International Week van de Academie Built Environment de HAN-campus in Arnhem. Hij sprak met studenten Bouwkunde en Civiele Techniek uit Japan, Amerika, Finland, Spanje, België, Duitsland en Nederland over het probleem van klimaat en vervuiling.

Reinier van den Berg International Week

Klimaatverandering is een grote uitdaging

Gilian Koenders studeert Civiele Techniek. Zijn speciale belangstelling gaat uit naar watermanagement. De rivieren- en zee-aspecten daarvan trekken hem hierin het meeste aan. Daarom heeft hij gekozen voor de minor Sustainable River Engineering.

Hoogwater bij een dijk aan een rivier
Meer informatie
 

Over het Lectoraat Sustainable River Management

Zo staan de straten blank. En zo liggen de akkers juist droog. Klimaatverandering veroorzaakt steeds meer uitdagingen in grond-, weg- en waterbouw. Rivieren zijn van grote ecologische waarde. We voeren praktijkgericht onderzoek uit om het rivierengebied veilig én aantrekkelijk te houden.

Boot met hout