Nieuw curriculum voor wendbare en trotse vo- en mbo-leraren

De 2e-graads lerarenopleidingen van de HAN introduceren in september een nieuw curriculum met nieuwe leeruitkomsten. Ze sluiten daarmee aan op de wensen van het werkveld én rollen de loper uit voor een toekomst met één onderwijsruimte voor voltijd en deeltijd.

docent met 2 studenten masters lerarenopleidingen Educatie

In totaal zijn er 13 verschillende lerarenopleidingen. Van Nederlands, Engels, Duits en Frans tot aardrijkskunde en geschiedenis. En van wiskunde, biologie, natuurkunde, economie en scheikunde tot gezondheidszorg & welzijn en de kopopleiding. Alle 13 werken ze aan de doorontwikkeling van hun curriculum, en dat doen ze samen, vertelt Lisette Haan, lid van het programmateam Doorontwikkeling Curricula Tweedegraads Lerarenopleidingen. “Een gezamenlijke rode draad voor de voltijd- en deeltijdvarianten van alle lerarenopleidingen: dat is een grote en complexe opdracht.” 

Breed inzetbare leraren en specifieke focus

Het is niet zomaar, dat de lerarenopleidingen van de HAN kiezen voor een gezamenlijke aanpak, vertelt Lisette. “Ze staan allemaal voor dezelfde uitdaging: onderwijs en maatschappij vragen om breed inzetbare leraren. Dat gaat aan de ene kant om onderwijsprofessionals die niet alleen leraar zijn, maar die ook thuis zijn in de begeleiding van vo-leerlingen en mbo-studenten. Daarnaast staat brede inzetbaarheid voor ‘over het vak heen’: een leraar geschiedenis die bijvoorbeeld ook aardrijkskunde of Nederlands kan geven. Bovendien hebben ze alle 13 de opdracht om meer te focussen op taal, rekenen, burgerschap en digitale technologie.”

14 gezamenlijk leeruitkomsten

De doorontwikkeling van de curricula liep over meerdere schijven. Zo werd een (nieuwe) visie op leren en opleiden, en op toetsing geformuleerd. Verder werd er gewerkt aan ontwerpprincipes voor het doorontwikkeling van de curricula. Die acties vormen samen het uitgangspunt voor alle stappen daarna, waaronder het creëren van gezamenlijke leeruitkomsten. 10 daarvan gelden voor alle lerarenopleidingen, dus ook voor de pabo, vertelt Lisette. “In de propedeusefase gaat het dan bijvoorbeeld om oriëntatie op het beroep en om het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een onderwijsactiviteit. In de postpropedeusefase gaat het om leeruitkomsten als creëren van een positief leerklimaat en onderzoekend handelen.”

Er zijn 14 gezamenlijke leeruitkomsten, naast de opleidingsspecifieke.

Voor de 2e-graads lerarenopleidingen zijn daarnaast nog 4 specifieke leeruitkomsten geformuleerd: effectief lesgeven, coachen van het leren, beoordelen en beslissen, en ontwerpen van onderwijs. Lisette: “De 13 lerarenopleidingen werkten bovendien aan opleidingsspecifieke leeruitkomsten. Dat zijn leeruitkomsten rondom vakdidactiek en inhoud van bijvoorbeeld wiskunde, Nederlands of biologie, voor de voltijd- én de deeltijdopleiding.”

Eén onderwijsruimte met verschillende profielen

De 13 lerarenopleidingen werken met het uniforme deel van hun curricula toe naar één gezamenlijke onderwijsruimte voor de voltijd en de deeltijd, vertelt Lisette. “Studenten volgen daarin niet langer ‘een’ lerarenopleiding, maar ‘de’ lerarenopleiding. Welke profilering je ook kiest: in de bachelor zijn veertien leeruitkomsten gelijk voor alle studenten.” 

Verschillende studieroutes

De studenten krijgen binnen de profileringsruimte van het nieuwe curriculum meer ruimte, vertelt Lisette. “Daarin heeft niet langer alleen hun minor een plek, maar kunnen ook profileringscursussen gevolgd worden. Met die cursussen kunnen studenten zich verdiepen, als de cursus gericht is op opleidingsspecifieke inhoud. Of kiezen voor verbreding, door bijvoorbeeld een cursus burgerschap of studieloopbaanbegeleiding in het mbo. Door die keuzeruimte krijgen studenten meer regie op de inhoud van het curriculum.”

Die regie is belangrijk, omdat de behoeften van studenten verschillen. Lisette: “Je kunt je voorstellen dat een student die net van de havo komt een andere route aflegt dan zij-instromers. Zoals ook studenten die kiezen voor bi-diplomering, bijvoorbeeld in natuur- én scheikunde, idealiter anders door hun studie gaan dan studenten die in één vak leraar willen worden. Los van de achtergrond van studenten, hebben ze bovendien verschillende talenten in huis. De één zal klassenmanagement sneller in de vingers hebben, een ander beheerst relatief snel de vakinhoudelijke kennis.”

Flexibeler

Het nieuwe curriculum biedt met flexibeler onderwijs meer kansen voor eigen regie van studenten: zij krijgen meer ruimte en vrijheid om te focussen op wát voor hen (nog) nodig is en wannéér dat voor hen nodig is. Lisette: “De lerarenopleidingen en het werkveld bieden studenten daarvoor een optimale, blended leeromgeving: een passende afwisseling tussen online leren, leren op de werkplek en leren op de HAN.”

Samen met het werkveld

De lerarenopleidingen trokken bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum samen op met het werkveld, vertelt lerarenopleider Jaimy Blaney Davidson. In het programmateam is hij een van de linking pins naar de 13 partnerschappen Samen Opleiden, waar Academie Educatie mee samenwerkt: “De partnerschappen vaardigden in totaal 19 onderwijsprofessionals af, die in 4 verschillende ontwerpgroepen meewerkten aan de ontwikkeling van het nieuwe curriculum.”

Ontwerpen en terugkoppelen, verder ontwerpen en weer terugkoppelen.

De uitdaging is om tijdens de ontwerpsessies alle invalshoeken mee te nemen, vertelt Jaimy. “Hoe pakt een idee uit voor de beoordeling op de werkplek? Wat betekent een aanpak voor de roostering? Welk effect heeft een plan voor de matching van studenten aan scholen? Met regelmaat legden we de voortgang voor aan scholen, lerarenopleiders, roostermakers en bijvoorbeeld het stagebureau. De feedback gebruikten we voor de verdere ontwikkeling. Een cyclus dus van ontwerpen en terugkoppelen, verder ontwerpen en weer terugkoppelen.”

Last but not least: de 'couleur locale' van de partnerschappen

In de maanden die nog resten tot de start van het nieuwe studiejaar werken de Samen Opleiden-partnerschappen aan de ‘persoonlijke’ invulling van het nieuwe curriculum. “Jaimy: “Een van de partnerschappen heeft co-creatie bijvoorbeeld hoog in het vaandel. Een ander vindt juist naoberschap  belangrijk of wil studenten graag onderdompelen in een grote diversiteit aan onderwijsvormen.” 

Voor opleidingsschool Qoers is brede oriëntatie op het beroep belangrijk, vertelt programmamanager Nicolle van Geenen. Wat haar betreft komt het nieuwe curriculum precies op het juiste moment: “Het afgelopen jaar keken we opnieuw naar ons beroepsbeeld en onze visie op opleiden. We hebben daar nu sterkere beelden, wensen en woorden bij, die we dankzij het nieuwe curriculum ook beter zichtbaar kunnen maken en kunnen uitwerken in het programma.”

portretfoto nicolle van geenen

Voor Qoers komt het nieuwe curriculum precies op het juiste moment!

Qoers is blij met de bijeenkomsten die de HAN organiseert om handen en voeten te geven aan de basis en aan de facetten die specifiek zijn voor Qoers als opleidingsschool. “Die sessies waren voor ons helpend om een gezamenlijke taal te spreken. Daarna namen we de ruimte om stil te staan bij wat we al doen in relatie tot de nieuwe doelstellingen en bij wat we willen en kunnen aanscherpen. Binnenkort hebben we de eerste ‘heidag’, om concreet te bouwen aan een programma, waarin ons beroepsbeeld en visie helemaal terugkomen.” 

Stapsgewijze invoering

Het nieuwe curriculum wordt stapsgewijs ingevoerd. Het programma start komend studiejaar in de propedeusefase en wordt vervolgens jaarlijks verder ingevuld voor het 2e, 3e en 4e jaar van de hoofdfase. 

Wil je meer weten?

Lees het totaaloverzicht met uitgebreide informatie over de visie van Academie Educatie én over de ontwerpprincipes en de leeruitkomsten van het nieuwe curriculum.

Het programmateam Doorontwikkeling Curricula Tweedegraads Lerarenopleidingen bestaat uit Lisette Haan (projectleider flexibel onderwijs), Jaimy Blaney Davidson (lerarenopleider en instituutsopleider) , Anne de Jager (onderwijskundige), Angèle Welie en Maaike Ketelaars (beiden Beleid en kwaliteit), Pieter van Rooij (beleidsmedewerker Leren met ict), Lionne van der Zande (strategisch beleidsmedewerker) en Frank Derks (academiemanager).