Zo enthousiasmeert Bert Jimmink studenten en docenten voor waterstoftechniek

Bert Jimmink doet er alles aan om studenten én docenten op het mbo te enthousiasmeren voor waterstoftechniek. Een belangrijke motor is de Waterstof Challenge, waarbij een schaalmodel van een mobiel werktuig wordt omgebouwd.

Bert Jimmink tijdens de Waterstof Challenge. SEECE

Door de beleving en bezieling van mbo-docenten en -studenten wordt de waterstofvlek in Nederland steeds iets groter. En dat is precies wat Bert Jimmink wil. Want om in de toekomst ook mobiele werktuigen als shovels, kranen en graafmachines te verduurzamen moeten er wel voldoende techneuten met waterstofkennis zijn.

Dielseltractor ombouwen

“Het is machtig mooi om te zien dat veel docenten en studenten zo enthousiast worden als ze eenmaal in aanraking zijn gekomen met waterstoftechniek,” vertelt Jimmink. “Ze breiden op eigen initiatief hun netwerk uit of bedenken nieuwe vervolgprojecten. Zo bouwen ze bij Aventus in Apeldoorn nu een kleine dieseltractor om. Er is zelfs een groep studenten en docenten die zelf een gastles geven op andere scholen.”

Kennisdeling en verbinding

Jimmink heeft al zijn hele leven een passie voor (nieuwe) techniek en is practor bij Tech in Motion. Ook is hij sinds 1 mei onderdeel van het kernteam voor regio Oost van GroenvermogenNL. Dat richt zich op de versnelling van een goed werkende markt voor industrieel gebruik van groene waterstof. Een belangrijke pijler van GroenvermogenNL is de Human Capital Agenda. Op dat gebied trekt de HAN in de regio Oost de kar

Specialiseren in mobiele werktuigen

Jimmink zet zich dus op allerlei manieren in om de kennis over waterstoftechniek verder uit te breiden. Hij verbindt onderwijsinstellingen onderling, betrekt het bedrijfsleven en helpt scholen bij het toevoegen van waterstoftechniek aan het lesprogramma. Hij richt zich daarbij nadrukkelijk op studenten én docenten op het mbo die zich specialiseren in mobiele werktuigen.

Met zo’n challenge prikkel je de studenten nog veel meer. Het vraagt om creativiteit en oplossingsgerichtheid. Het is echt een andere manier van lesgeven geworden. Dat is erg leuk.”

Toevoeging aan lesprogramma

“Voor het toevoegen van waterstoftechniek aan het lesprogramma, hebben we de beleefwereld van de student als uitgangspunt genomen, ” zegt Jimmink. “Van een theoretische les worden de meesten niet enthousiast. Voertuigen die rijden, dat vinden ze leuk en boeit hen. Dus hebben we bedacht dat ze zelf iets moeten bouwen met waterstof. De theorie komt er vervolgens vanzelf wel bij.”
Zo is 2 jaar geleden de Waterstof Challenge ontstaan. Teams van docenten en studenten van de mbo-opleiding ‘Technicus Mobiele Werktuigen’ moeten een schaalmodel van een mobiel werktuig ombouwen van een dieselmotor naar een voertuig met elektrische aandrijving en een waterstof brandstofcel. Het kan bijvoorbeeld gaan om een trekker, kraan, shovel, rupskraan of graafmachine.

HAN-studenten in de jury

In de 2e editie deden teams van 5 mbo-instellingen mee. De presentaties vonden onlangs plaats op het IPKW in Arnhem. Een aantal studenten van de HAN in Arnhem waren via projecten met elkaar in contact gekomen en uiteindelijk zaten 2 HAN-studenten in de jury.
“Bouwen is 1 ding, maar vervolgens wilden we ook eisen stellen”, vertelt Jimmink. “We meten zaken als behendigheid en trekkracht. Met zo’n challenge prikkel je de studenten nog veel meer. Het vraagt om creativiteit en oplossingsgerichtheid. Het is echt een andere manier van lesgeven geworden. Dat is erg leuk.”
 

Bert Jimmink met microfoon

Lastige beslissingen

Het mooie aan de Waterstof Challenge is dat niet alleen studenten, maar juist ook docenten enthousiast worden gemaakt. Zij zijn een essentiële schakel om invloed te krijgen op de lesinhoud van opleidingen en om waterstof daar onderdeel van te maken.
“Als je waterstoftechniek aan het lesprogramma toevoegt, is de vraag wel: wat doe je niet meer? Dat zijn lastige beslissingen voor docenten. Ook zijn er veel docenten die zelf nog wat weinig kennis hebben en willen graag verder met deze materie.” Daarom helpt Jimmink graag. “Sommigen doen het echt samen met de studenten en leren van elkaar. Maar dat kan best spannend zijn als docent.”

Nederland: voorloper

Naast de Waterstof-challenge doen de studenten nog meer tijdens het keuzeonderdeel waterstoftechniek. Er zijn bijvoorbeeld dagen met gastsprekers en ze gaan naar bedrijven toe waar met waterstof wordt gewerkt. “Nederland is enorm gericht op elektriciteit en waterstof. Dat is bijna nergens anders zo. Grote fabrikanten gaan niet voor die paar procent van hun omzet zelf waterstofvoertuigen maken. Daarom moet het in Nederland zelf gebeuren. En dus zie je dat voertuigen vooral worden omgebouwd in Nederland en ze niet nieuw uit een fabriek komen.

Wereld te winnen

Voor dat ombouwen en onderhouden zijn vakmensen nodig. “Daarvoor je kom uit bij de mbo’er,” zegt Jimmink. “Waterstof is soms een betere oplossing dan een voertuig met een batterij, omdat er een minder zware accu voor nodig is. Bij een te zware machine, rij je met zo’n zware accu de hele bodem dicht. Daardoor kan de overstap naar een duurzaam alternatief voor een dieselmotor niet interessant zijn. Waterstof kan uitkomst bieden. Hetzelfde geldt misschien wel voor vrachtwagens.” 
Van de 12 onderwijsinstanties die zijn aangesloten bij Tech in Motion, zijn er nu 5 bezig met waterstoftechniek. “We hebben al behoorlijke aantallen qua leerlingen, maar er blijft een wereld te winnen op het gebied van waterstoftechniek en het mbo. Daar blijf ik mij voor inzetten.”

Waterstof Challenge

Benieuwd naar de Waterstof Challenge?