CVA-portaal als casemanager

Mensen die een beroerte hebben gehad, herstellen de eerste tijd vaak in een revalidatiecentrum of ziekenhuis. Hier hebben de verschillende therapeuten veelvuldig contact met elkaar. Maar…. zodra een patiënt thuis verder herstelt, verdwijnen deze contacten en samenwerking grotendeels als sneeuw voor de zon. Daar is het CVA-portaal een antwoord op.

bijeenkomst wijkatelier lindenholt- aan tafel studente hurkt en geeft uitleg kalenderklok

Het CVA-portaal is een digitale infrastructuur die het mogelijk maakt om zorgprofessionals te informeren en met elkaar te laten communiceren zodat een totaalbeeld ontstaat van het zorgtraject van de patiënt die na een beroerte thuis revalideert. Deze interdisciplinaire samenwerking bevordert een geïntegreerd zorgproces dat op de revalidant is afgestemd.

Afstand om te overleggen

Sabine van Erp werkte voorheen in een revalidatiecentrum. Ze verbaasde zich toen ze met Janneke Fleuren Jipa, Praktijk voor Ergotherapie begon dat de verschillende disciplines onderling relatief weinig contacten hebben in de 1e lijn. “De fysiotherapeut, de ergotherapeut, de logopedist en de diëtist werken allemaal op hun eigen eilandje en vervullen een eigen rol in de revalidatie van de patiënt. Van elkaar is niet altijd bekend welke behandelingen uitgevoerd worden. De afstand om te overleggen tussen de zorgprofessionals is vaak te groot en de tijd te krap met een complete verzuiling als gevolg.”

 

 

Sabine en Janneke

Janneke Fleuren en Sabine van Erp van Jippa ergotherapie. Beide dames in een blauwe polo.

Ondersteunende digitale communicatie

Janneke schetst: “Er valt veel winst te behalen als zorgprofessionals vanuit een breder perspectief kunnen kijken naar de patiënt en de samenwerking met andere disciplines aangaan. Zo kunnen we de zorg op elkaar afstemmen en gezamenlijk een behandelplan opstellen. We hebben namelijk allemaal hetzelfde doel voor ogen: de patiënt die thuis revalideert na een beroerte zo snel en goed mogelijk weer op de been helpen.”

In co-creatie innoveren

Deze visie is precies de reden dat Sabine en Janneke hun nek uitsteken om in co-creatie met andere zorgprofessionals, technologiebedrijf PhoQus, het onderwijs, het Lectoraat Werkzame Factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen en het Lectoraat Innovatie in de Care / Technologie voor Gezondheid van de HAN het CVA-portaal te ontwikkelen.

Logisch en eenvoudig

Het portaal verzamelt bestaande informatie rondom de behandeling vanuit het (bij betrokken zorgverleners gebruikte) Elektronisch Patiënten Dossier. Als zorgverlener werk je dus gewoon in je oude vertrouwde omgeving en krijg je van het portaal overzicht over het hele zorgtraject van je patiënt. Iedere zorgprofessional kan in dit portaal de specifieke informatie en communicatie kwijt in het kader van de multidisciplinaire activiteiten waardoor een totaalbeeld van het zorgtraject ontstaat. “Het portaal kan daarmee een taak van de casemanager vervullen,” vertelt Sabine.

Dat klinkt logisch en eenvoudig, maar dat valt tegen. Iedere zorgprofessional moet namelijk tijd maken om het portaal te leren kennen en ermee te werken. Al merkt Janneke op dat het haar weinig tijd heeft gekost. “Het portaal is zeer toegankelijk en alles is snel vindbaar. De kunst is om het portaal op grote schaal in te voeren dus is het nodig om behalve een instructie te geven tevens meetings te houden waarin we in gezamenlijkheid een cliënt invoeren.”

Je kunt in het CVA-portaal informatie labelen en aangeven wie gegevens wel en niet mag inzien.

Gedragsverandering bij zorgprofessionals

Associate Lector van het Lectoraat Werkzame Factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen, Lilian Beijer is projectleider en vertelt: “Het CVA-portaal is dus geen automatiseringsslag van iets wat al bestaat, maar berust op innovatieve technologie die een adequate manier van samenwerken stimuleert en vraagt om een gedragsverandering van zorgprofessionals.” De processen en de protocollen moeten vorm krijgen. Daarom is het zo belangrijk dat er zorgprofessionals en technologiepartners mee willen helpen deze werkwijze verder uit te kristalliseren.

Transparant werken

Phoqus is zo’n technologiepartner. Eigenaar John Koole weet dat zo’n verandering niet vandaag op morgen te realiseren is. “Daarom is het mooi dat Janneke en Sabine de CVA keten van de Noordelijke Maasvallei trekken. Zij hebben er al heel wat tijd en energie inzitten en weten wat het CVA-portaal kan betekenen. “Het zal even duren voordat zorgprofessionals hier massaal mee gaan werken, maar uiteindelijk zal iedereen zien dat de patiënt erbij gebaat is en het enorm veel tijd gaat schelen.” 

Zorgkosten drukken

Er liggen nog wel uitdagingen. Zo ziet PhoQus dat er verschillende belangen spelen bij zorgprofessionals. “Zorgprofessionals zijn niet gewend transparant te werken. Het kost tijd om ook dit veranderproces vorm te geven. ” PhoQus investeert in dit project en het is nog maar zeer de vraag of de inspanningen zich zullen terugverdienen. “Het zou een groot verschil maken als we de verzekeraar aan tafel konden uitnodigen. Een goede onderlinge samenwerking drukt de zorgkosten, maar ervaring leert dat met de betrokkenheid van een verzekeraar veel zorgverleners terughoudender zijn in transparantie. De individuele belangen in de huidige financieringsstructuur van de zorg staat een transparante en multidisciplinaire behandeling in de weg, hier ligt een taak voor de verzekeraars.” 

Het CVA-portaal maakt het mogelijk om zorgprofessionals te informeren en met elkaar te laten communiceren zodat een totaalbeeld ontstaat van het zorgtraject van de patiënt die na een beroerte thuis revalideert.

Openstaan voor samenwerking

Sabine kan zich de angst voor de nieuwe manier van werken best voorstellen, maar weet: “Je hoeft niet álles open te zetten in het portaal. Je kunt informatie labelen en aangeven wie gegevens wel en niet mag inzien.” Janneke licht toe: “Het is voor ons natuurlijk hartstikke van belang dat we weten dat de fysiotherapeut bijvoorbeeld een verminderende stabalans heeft vastgesteld bij een cliënt. Ik kan dan namelijk het valrisico ook direct in de thuissituatie in kaart brengen. Zo is het ook handig als we zien dat er bijvoorbeeld andere medicijnen zijn voorgeschreven zodat we een moeheid kunnen verklaren.”

Janneke vult haar collega aan: “Eigenlijk zou een huisarts een interdisciplinair programma moeten voorstellen en dat we vervolgens met elkaar kijken wie een rol zou moeten hebben in het herstel. We zijn al goed op weg door te zoeken naar zorgprofessionals die open staan voor samenwerking. Dan ontstaat vanzelf een sneeuwbaleffect.”

 

Rol van studenten

Lilian benadrukt: "Ook studenten hebben een rol bij het projectonderdeel waarbij een educatief portaal geïmplementeerd wordt binnen de HAN en Hogeschool Zuyd. Het wordt een digitale leeromgeving waarin studenten vertrouwd kunnen raken met het digitaal interprofessioneel samenwerken en communiceren in het belang van een geïntegreerde benadering van patiënten. Dan kunnen aankomende zorgprofessionals hier al tijdens hun studie ervaring mee opdoen, zodat het gebruik van een portaal laagdrempeliger is als ze eenmaal in het werkveld actief zijn."

Associate lector bij het lectoraat Werkzame Factoren in Fysiotherapie en paramedisch handelen, Lilian Beijer