Inductie van startende leraar
Startende leraren struikelen nogal eens. Waarover, en wat is eraan te doen? In een online symposium deelden Helma Oolbekkink (HAN) en Harmen Schaap (RU) de uitkomst van onderzoek waarin ze samenwerkten: de inductiefase heeft nog aandacht nodig.
Samenwerking in de regio
Het onderzoek is onderdeel van het landelijke project Begeleiding Startende Leraren waarin de RU en de HAN samenwerkten in de regio Arnhem en Nijmegen. Gedurende drie jaar volgden de onderzoekers starters in de regio. De onderzoekers vroegen waar ze tegenaan liepen, welke spanningen ze ervaarden, waardoor die ontstonden, welke professionele ruimte ze voelden en bijvoorbeeld wat voor leraar ze (willen) zijn.
Motivatie en expertise
Bij aanvang van het symposium vertelt Harmen dat de startende leraar een beginnende professional is met alle motivatie en expertise die hij of zij meebrengt. Helma benadrukt het belang van dat waarderingsperspectief, naast het tekortkomingsperspectief: zie als school ook wat er al wél is, niet alleen wat nog ontwikkeld moet worden.
Spanningen onvermijdelijk
Hoe dan ook: ‘inductie-spanning’ is niet te voorkomen, en varieert van lichte irritatie tot stress met hoog-emotionele impact. Harmen schetst de situatie van een starter die lesgeeft aan een klas met een negatief klimaat. Die ondervindt daar stress van, klopt een niveau hoger aan voor een oplossing, maar vangt bot. Zo’n situatie zorgt voor spanningen rond de professionele identiteit: hoe de starter zijn of haar rol als docent voor ogen heeft, komt niet overeen met wat er daadwerkelijk gebeurt.
Stressfactoren
Verrassend genoeg blijkt uit de bijgehouden logboeken en interviews dat klassenmanagement minder vaak voor stress zorgt dan bijvoorbeeld de relatie met collega’s, leerlingen en ouders. Ook de regels en afspraken binnen de school scoren hoger dan problemen met orde houden. Daarom is het belangrijk dat starters een goede relatie met de school(omgeving) kunnen ontwikkelen, ook buiten de klas. Collega’s spelen daarin een belangrijke rol, volgens de input uit de logboeken; de coaches worden daarin maar beperkt als helpende hand benoemd.
Meer aandacht voor 2e jaar
Bestaande inductieprogramma’s richten zich vooral op het eerste jaar van startende leraren. Het onderzoek laat echter zien, dat starters vooral in het tweede jaar last hebben van stress met een hoog-emotionele impact. Die gaat dan over de zoektocht naar balans tussen werk en privé. Helma en Harmen adviseren dan ook het traject qua lengte en invulling uit te breiden.
Professionele ruimte
De HAN en de RU keken ook naar de professionele ruimte die startende leraren ervaren. Die wordt heel verschillend beoordeeld. De ene starter voelt zich beperkt door alle regels en afspraken op de school, een ander laveert daar relatief makkelijk tussendoor. Een derde krijgt alle vrijheid en dan zijn er nog de starters die ruimte proberen te creëren waar die nog niet is. De meerderheid gaf in de logboeken aan veel ruimte te hebben, maar had het daarbij vooral over de eigen klas. Om professionele ruimte effectief te benutten, hebben de starters in ieder geval coaching, schoolsteun en een innovatieve houding nodig.