Hoe voorkom je als wielrenner broze botten?
Al langer is bekend dat de botmassa van wielrenners kan afnemen als zij fanatiek eenzijdig trainen en niet voldoende voedingsstoffen tot zich nemen. Uit onderzoek blijkt dat ze daar met enkele veranderingen in hun dieet en leefpatroon verbetering in kunnen brengen.
Onderzoek bij (prof)wielrenners
Luuk Hilkens is docent en onderzoeker bij het expertiseteam Sports & Exercise Nutrition van de Academie Sport en Bewegen. Samen met teamleider Jan-Willem van Dijk en andere collega’s uit het team doet hij onderzoek bij wielrenners, waaronder ook profs uit bekende, nationale wielerploegen.
Botgezondheid meten
“Via sportarts Robert Kempers kwamen we in contact met wielerbonden en sporters. Maar ook met de voedingsmanager en de performance manager van profploegen”, vertelt Luuk. Met een zogeheten DXA-scan meten Luuk en zijn collega’s met lichte röntgenstraling de botgezondheid. “We hebben zelfs een mobiele scanner in een vrachtwagen. Dus sporters hoeven niet altijd naar Nijmegen te komen. We kunnen ook naar ze toe.” De samenwerking tussen de HAN en de sporters zorgt voor directe lijnen en direct advies.
Mix van studenten
Aan het onderzoek werken ook studenten mee van de HAN-opleidingen Sportkunde, Voeding en Diëtetiek en van de masteropleiding in Maastricht en Wageningen. “Een toffe mix”, noemt Luuk het. “Er was zelfs een Haagse student, omdat het onderwerp haar interesseert en zij zelf wielrenster is. Voor studenten is het onderzoek een mooie kans om te werken in een multidisciplinair team, net zoals straks in het werkveld, en om deel te nemen in de uitvoering van een vooruitstrevend onderzoek. Zo kunnen ze allerlei onderzoeksvaardigheden opdoen."
Dataverzameling
De studenten houden zich vooral bezig met dataverzameling. “Ze bepalen bijvoorbeeld de voedingsinname. Daar hebben we allerlei online tools voor. Of ze nemen testen af, zoals de hoogtesprongtest.” Vorig jaar is er uitgebreid onderzoek gedaan, vertelt Luuk. “Een groep wielrenners ging regelmatig touwtjespringen en het supplement collageen innemen. Een andere groep volgt het normale trainingsschema. Wij verzamelen de data en vergelijken vervolgens de 2 groepen met elkaar.” Het is idee is een vervolgstudie op te zetten. “We willen in samenwerking met de sport- en voedingsprofessionals, werkzaam bij de KNWU, en wielerteams de gezondheid van wielrenners blijven monitoren.”
We willen in samenwerking met sport- en voedingsprofessionals van de KNWU en wielerteams de gezondheid van wielrenners blijven monitoren.
Profs en talenten
De bij de onderzoeken betrokken wielrenners zijn mannen en vrouwen die de Tour de France rijden, maar ook talenten. “Met de bondsarts inventariseerden we aan het begin van ons onderzoek in 2020 welke vragen we willen beantwoorden en hoe groot het probleem eigenlijk is.”
Opvallend is dat vooral mannelijke wielrenners een slechte botgezondheid hebben. “Dat komt omdat mannen nog meer op de fiets zitten dan vrouwen. Het vrouwenwielrennen is bovendien nog in opkomst. Vrouwen blijken ook naast het wielrennen meer aan krachttraining en hardlopen te doen. Bij talentvolle vrouwelijke wielrenners zien we veel problemen rondom de voedingsinname. Er wordt te weinig gegeten om het grote energiegebruik met fietsen te compenseren. Dit uit zich op lange termijn in het uitblijven van de menstruatie en een verslechtering van de botgezondheid.”
Bespreekbaar maken
Het bespreekbaar maken van problemen ziet Luuk als belangrijke cultuurverandering die kan meehelpen bij de aanpak. “Bij profteams is de begeleiding goed geregeld, maar op clubniveau is dit veel minder. Juist daar moet meer aandacht zijn voor een gezonde relatie met voeding en een gezond lichaamsgewicht. Vooral bij jonge wielrenners is het belang van koolhydraten nog niet duidelijk genoeg.”
Voldoende eten en gevarieerd trainen
Voorlichtingscampagne
De KNWU, de overkoepende sportbond van en voor de wielersport, houdt een voorlichtingscampagne voor de leden. “Daarin benadrukken we het belang van aandacht voor dit probleem. Want de kans op botbreuken tijdens de carrière is groter, waardoor je trainingstijd verliest. Je zit laag in je energie als je niet goed eet. Bovendien, als je te laat met behandeling begint, is medicatie vaak het laatste redmiddel. En hoe ouder je wordt, hoe minder je herstelt.” Via de sportbond stroomt de informatie ook door naar de wielrenners op lagere niveaus.
Sportmedische keuringen Parkhotel Valkenburg Cycling Team
Rob Kempers is sportarts. Hij werkt voor HAN-Seneca en de KNWU. Vanuit die functies is hij jaarlijks betrokken bij sportmedische keuringen van van onder andere de rensters van Parkhotel Valkenburg Cycling Team. "Een onderdeel is een inspanningstest met hartfilm en ademgasanalyse om hart en longen te controleren. Luuk neemt dan als een van de onderdelen de DXA-scan af, waardoor we meer inzicht kregen in de botgezondheid van de renster", zo vertelt hij.
Een onderdeel is een inspanningstest met hartfilm en ademgasanalyse om hart en longen te controleren. Luuk neemt dan als een van de onderdelen de DXA-scan af, waardoor we meer inzicht kregen in de botgezondheid van de renster.
Ben je zelf wielrenner?
Luuk lacht bij deze vraag. “Ik zit wel eens op de racefiets of de mountainbike. Maar ik doe ook aan hardlopen en krachttraining.” Wat dat betreft volgt hij zijn eigen adviezen goed op. Luuk zit in het vierde jaar van zijn promotieonderzoek. We gaan dus meer horen van Luuk Hilkens en het onderzoeksteam.
Lees ook het draadje op Twitter voor meer achtergrondinformatie!