Als kwaliteitsverpleegkundige houdt Sanne zich vooral bezig met alle indicatoren die invloed hebben op de kwaliteit van zorg. Het project interprofessioneel leren en werken heeft een kwaliteitsslag teweeggebracht.
Hoe ziet interprofessioneel leren en werken eruit in de praktijk?
Het houdt in dat we samen, met iedereen rondom een cliënt, bekijken hoe we de beste zorg kunnen geven. Dat wil zeggen met alle zorgdisciplines, familie en mantelzorgers – of dat nou drie personen zijn of tien. Vóór het project bedoelden we met ‘team’ het zorgteam, maar als we nu over het team spreken, dan bedoelen we inclusief behandelaren, dus ook de arts, de ergotherapeut, etc.
Hoe hebben jullie interprofessioneel leren en werken aangepakt?
We zijn begonnen met coach- en intervisiegesprekken met het hele team. Het ging over vragen als: waarom kom jij naar je werk, waarom doe je iets op een bepaalde manier, of: waarom pakt diegene nou alles over? Dat laatste kan bijvoorbeeld komen doordat diegene iets heeft meegemaakt. En niet iedereen gaat met dezelfde normen en waarden naar zijn werk toe. Dat werd in de teamgesprekken heel duidelijk. Het hele team heeft meegedaan en ze hebben het er nog steeds over, zoveel impact heeft het gehad. In die gesprekken zijn we erg geholpen door Elvira Nouwens, onze externe coach.
Wat hebben jullie veranderd?
Een grote verandering van de organisatie is dat de behandelaren meer locatiegericht zijn gaan werken. De teams weten nu wie de behandelaren zijn op hun eigen afdeling. Voorheen had je om de paar maanden andere behandelaren op de locaties. Dat maakte het lastig voor het zorgteam om contact te zoeken met behandelaren – die dan ook niet zo vaak werd ingezet omdat men hem of haar niet kende. Er is nu veel meer contact met elkaar en het voelt ook veel meer als een team.
Welke uitdagingen kent interprofessioneel leren en werken?
We hebben gemerkt dat het niet vanzelf gaat. Je moet er aandacht voor hebben en tijd voor reserveren. In het begin van het project hadden we nog veel wisselingen bij de behandelaren. Dat maakte het lastig, maar nu is het wat betreft behandelaren redelijk stabiel, dat is erg fijn.
Wat levert interprofessioneel leren en samenwerken op?
We weten elkaar nu veel beter te vinden. Dat geldt ook voor mijn functie als kwaliteitsverpleegkundige. Als je fijn met elkaar samenwerkt en je spreekt je mening uit, dan weet je elkaar beter te vinden en daar heeft de bewoner profijt van. Als de bewoner een probleem heeft en je pakt dit interprofessioneel op met elkaar, dan handel je misschien niet altijd sneller, maar wel kwalitatief beter, omdat je kijkt vanuit ieders perspectief op de casus.
Kun je een voorbeeld geven van een mooi resultaat?
Ik denk dat we nu meer aan elkaar vragen hoe het gaat en wat iedereen nog meer kan doen. Dat deden we wel al, maar het gebeurt nu bewuster.
Een ander mooi voorbeeld was een behandelaar die aangaf het werk nu fijner te vinden. Voorheen voelde ze zich een buitenstaander en wist ze niet zo goed waar ze moest gaan zitten. Omdat de zorgmedewerkers haar niet goed kenden, kwamen ze ook niet bij haar met een vraag of een casus. Ze werd dus niet vanuit haar functie gevraagd en dat vond zij best lastig. Dat is nu echt veranderd.
Heb je tips voor teams die met interprofessioneel leren en werken willen starten?
Mijn belangrijkste tip zou zijn: leer elkaar goed kennen. We hebben bijvoorbeeld filmpjes laten maken. Elke functiegroep moest zichzelf voorstellen, vertellen wie ze zijn en welke taken ze hebben. Dat kun je ook in een teamvergadering doen. Vertel wie je bent en wat je doet. Dan blijft het misschien nog een beetje oppervlakkig maar dan weet je in ieder geval wie er op de afdeling werken en wat een ergotherapeut of diëtist doet en waar je hem of haar voor kan inschakelen.