Marleen werkt als postdoc-onderzoeker bij het Radboudumc binnen UKON, het Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen, een samenwerkingsverband van 19 verpleeghuizen. Het doel van dit netwerk is vragen ophalen in de praktijk, en kennis ontwikkelen en implementeren. Marleen werkt in het onderzoeksprogramma verzorging en verpleging.
Wat is volgens jou interprofessioneel leren en samenwerken?
Het houdt in dat je met elkaar steeds bezig bent met de vraag: ‘Wat is de beste zorg?’. Vanuit verschillende professies werk je in het verpleeghuis aan hetzelfde doel, namelijk goede zorg verlenen aan de bewoners. Dat is niet mogelijk als iedereen op zijn eigen eilandje blijft zitten. Dat moet je samendoen. Het klinkt vanzelfsprekend, maar dat is het nog niet.
Ook streven we in het verpleeghuis steeds meer naar een gelijkwaardige samenwerking tussen bewoners, naasten, vrijwilligers en beroepskrachten. Dat is het ultieme doel.
Hoe geef je dat vorm in verpleeghuizen?
Het zorgteam, dus de zorghulpen, helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen, vormen in interprofessioneel leren en samenwerken een belangrijke schakel. Zij staan het dichtste bij de bewoners en merken problemen of veranderingen als eerste op. Samen met andere disciplines kunnen zij antwoorden zoeken op de vragen die er zijn. Dat kan bijvoorbeeld tijdens een MDO, tijdens de artsenvisite of in informele overleggen. De belangrijkste stap is dat de vragen gesteld worden, en die taak ligt vooral bij de verzorging en verpleging.
Dat gebeurt nog onvoldoende. Hoe komt dat?
Die rol van het zorgteam wordt in mijn ogen nog onderschat. Elke professional voegt kennis en ervaring toe die de ander niet of minder heeft. Het kan dan ook gaan om het contact met een bewoner of inzichten die je opdoet als je iemand vaak verzorgt. Een arts of psycholoog zijn vaak maar heel kort op een afdeling. Dus als het gaat om bepaald gedrag of patronen, dan weet het zorgteam vaak meer. Je hebt elkaar heel erg nodig om goede zorg te leveren.
Wat we in de praktijk ook zien is dat het onderwerp ‘samenwerking’ niet vaak op de agenda staat. Als je de samenwerking wil verbeteren, dan is het gesprek erover voeren wel een voorwaarde. Tijdens een MDO zou je naast inhoudelijke casussen het ook moeten hebben over de samenwerkingscultuur. Stel elkaar vragen zoals: Hoe verloopt onze samenwerking nu? Hoe willen we met elkaar samenwerken? Hoe zou jij de samenwerking willen inrichten? Wat kunnen we van elkaar verwachten? Hoe kunnen we van en met elkaar leren?
Wie staat in de beste positie om interprofessioneel leren en samenwerken op te pakken?
Ik denk dat hbo-verpleegkundigen daar een heel mooie rol in kunnen hebben. Zij staan dicht bij het zorgteam, maar kunnen ook een brug slaan naar de behandelaren. Daarnaast hebben verpleegkundig specialisten een goede uitgangspositie omdat zij met hun functie al in verschillende domeinen werken.
Maar het gaat om het hele team, dus ook om de verzorgenden, artsen, psychologen, paramedici en ook naasten en vrijwilligers. Iedereen heeft de taak om na te gaan wie er in het zorgteam zitten, wat ze doen, welke taken ze hebben en wat je van elkaar mag verwachten. Het gaat erom dat je op een gelijkwaardige manier met elkaar samenwerkt. Iedereen in het team kan collega’s bevragen op hun expertise en aanmoedigen om in een MDO het woord te nemen.
Wat is de rol van het bestuur en management?
De (afdelings)managers zijn degenen die interprofessioneel samenwerken op de agenda kunnen zetten. Zij dienen ook te zorgen voor de logistieke randvoorwaarden. Als een arts na de visite meteen weer weg is, wordt samenwerken en overleggen moeilijk. Zorg voor een overlegruimte of een kantoortje waar iemand een middag in de week kan werken en laagdrempelig beschikbaar is. We zien nu ook dat er in de kleinschalige woonvormen vaak geen overlegruimte is. Dat komt de samenwerking niet ten goede.
Wat levert interprofessioneel leren en werken op?
Zorgprofessionals levert het werkplezier op. Als je prettig samenwerkt, als je je gezien en gehoord voelt door de ander en je ziet dat het voor de cliënten betere zorg oplevert, dan geeft dat veel voldoening.
Voor de bewoner of cliënt leidt het tot betere zorg. Als je een cultuur kan creëren waarin je goed samenwerkt, elkaar feedback kan geven, elkaar de vraag kan stellen ‘doen we het goede?’, over de verschillende domeinen heen, dan wordt de zorg steeds beter.
Welke uitdagingen kent interprofessioneel leren en werken?
Ik denk vooral de waan van de dag. We willen wel van alles, maar als je ’s ochtends begint, dan zijn er heel veel dingen die je moet doen, en doe je het toch zoals je het altijd hebt gedaan. Zeker in deze tijd, met personeelstekorten en na corona, heerst het gevoel dat we niet veel extra dingen kunnen doen. En toch denk ik dat je de samenwerking met elkaar belangrijk moet vinden en op de agenda moet zetten.
Heb je tips voor teams die met interprofessioneel leren en werken willen starten?
Probeer echt buiten de kaders te denken die er nu zijn. Visualiseer hoe het ideaalplaatje eruit zou zien en bedenk dan wat je nodig hebt en welke kleine stapjes je al kan zetten.