HAN sleutelt door aan een waterstofvoertuig

Binnen het SEE-project Waterstof & Mobiliteit wordt hard doorgewerkt aan een eigen waterstofvoertuig. Óók in het huidige, ontregelende coronatijdperk. Hoe precies? Iwan van Bochove, Operational Manager van het Mobility Innovation Center, vertelt: “We maken er met zijn allen het beste van!”

Drie studenten werken aan project

Iwan, je zou verwachten dat de ontwikkeling van het waterstofvoertuig volledig stil zou liggen in deze tijd.

“Het heeft natuurlijk wel flinke invloed gehad. Vooral met de elektrificatie van de Fiat Doblo en de daaraan te koppelen range-extender op waterstof waren we al heel ver toen corona toesloeg. Het fysieke werk aan de voertuigen moest meteen worden gestopt. We hopen volgend semester weer door te kunnen gaan. De hybride leeromgevingen op het IPKW zijn druk bezig zich voor te bereiden op het nieuwe normaal.”

Een ander waterstofvoertuig staat nog in de kinderschoenen, begrijp ik?

“Ja, dat is ons HANbulance-project. Daar werken we inmiddels met een groep van 16 studenten van de Academie Engineering en Automotive aan. Het idee is dat het een first responder-waterstofvoertuig wordt dat klein, compact en wendbaar is, waarmee je snel op de plek van een calamiteit kunt zijn en door druk verkeer heen kunt rijden. Dit jaar is een groep studenten van start gegaan met de ontwikkeling.”

Een ambulance of stadsbus op waterstof? Is daar genoeg vertrouwen in?

“We lopen natuurlijk tegen de vraag aan of zo’n voertuig al wel betrouwbaar genoeg is. Je moet straks een hele betrouwbare waterstofvoorziening hebben wil je die ambulances en bussen kunnen laten rijden. Nu zijn daar nog veel te weinig tankstations voor. Aan de andere kant is het ook niet zo dat we het vandaag klaar moeten hebben: er is genoeg tijd. Er wordt hard aan gewerkt.”

Hoe gaat het dan met de ontwikkeling van de HANbulance in coronatijd?

“Een stuk makkelijker, omdat we nog niet met een fysiek product werken zoals bij de Fiat Doblo. Daar moet je met batterijen in de werkplaatsen aan de slag: dat lukt niet als je geen contactonderwijs kunt geven. Wat de HANbulance betreft luisteren we vooral naar de specifieke eisen en wensen van de klanten en kijken wat voor soort voertuig het moet worden. Naast het inwinnen van informatie zijn we nog puur aan het rekenen en simuleren. We hebben al hele mooie renderings van hoe die voertuigen eruit kunnen komen te zien. Vanwege corona gebeurt al dat werk digitaal: dat gaat prima.”

Hoe moet ik dat precies voor me zien?

“Ik heb wekelijks overleg met de teamleiders over de voortgang. De groep is verdeeld in subteams, die ieder aan een deel van het totaalontwerp werken. Dat werkt eigenlijk uitstekend. Wel is het natuurlijk wennen; iedereen zit thuis, vergaderingen gaan via Teams - je mist echt het fysieke contact en directe interactie. Maar we maken er met zijn allen het beste van. Ik vind het tof hoe we dat voor elkaar krijgen.”

Eén van de studenten die meewerkt aan het HANbulance-project is 3e-jaars Automotive Frank Duvekot. Hij is manager van het zogenaamde ‘chassis-team’. Daarmee is hij feitelijk verantwoordelijk voor wat zijn team uiteindelijk op zal leveren.

Frank, hoe beleef jij het werken aan de HANbulance in deze vreemde tijden?

“Ik merkte dat ik, toen we nog gewoon op het IPKW in het H2-lab werkten, juist best snel afgeleid was. Door corona konden we makkelijker gestructureerde meetings organiseren op vaste tijden. Dat werkte erg fijn. Maar naarmate het langer duurt merk je toch dat je tegen bepaalde moeilijkheden aanloopt. We hebben meetings met ons eigen subteam, maar ook met het hele core-team. Doordat je snelle, fysieke communicatie mist gaan er soms dingen langs elkaar heen.”

Hoe ondervang je dat soort problemen?

“Door toch zoveel mogelijk structuur aan te houden. Voor de core-meetings maken we bijvoorbeeld presentaties die we op het scherm kunnen delen. Dan wordt het voor iedereen duidelijk en visueel. Daarnaast zijn er experts van de HAN die met die meetings meedoen. Die zijn altijd bereikbaar om te bellen of digitaal vragen te stellen.”

Jelmer de Jong, eveneens 3e-jaars Automotive, sluit zich bij de ervaringen van Frank aan. Hij is teammanager van het HANbulance-project.

Jelmer, wat vind jij het grootste struikelblok van het werken op deze manier?

“Als teammanager moet je het overzicht houden over een team van 16 man. Dat is op deze manier best lastig: je loopt niet eventjes bij elkaar langs. Toch gaat het wel: we openen elke ochtend met een digitale meeting, en op dinsdagochtend zijn de HAN-experts bij de core-vergaderingen aanwezig. We zijn natuurlijk allemaal nog lerende, maar onze ideeën kunnen we op die manier wel prima laten zien.”

Wat zie jij dan momenteel als de grootste uitdaging als het op de HANbulance aankomt?

“We zijn eigenlijk begonnen met een blanco pagina. Binnen een half jaar moet er een ontwerp voor een auto liggen. Je moet met allerlei partijen praten en naar hun wensen luisteren. Die moet je weer meenemen in het ontwerp. Toch ben ik ervan overtuigd dat het ontwerp er na dat half jaar ligt. Alleen zal dat geen fysiek ontwerp zijn, maar een mooie render, filmpje of zelfs een 3D-geprint model.”