Vernieuwen  Is onderwijsvernieuwing wel onderwijsverbetering?

docent voor beamer klas

Volgens de Onderwijsinspectie kan onderwijsvernieuwing vaak nog geen deuk in een pakje boter slaan. In plaats van evidence-based te werk te gaan, slaat men monter nieuwe (dwaal)wegen in. De leerling is de dupe. Overdreven? We vragen het associate lector Gerda Geerdink?

Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs storten massa’s nieuwe onderwijsplannen en profielen over de hoofden van hun leerlingen uit. Aan experimenteerdrang geen gebrek, niet zelden op grond van persoonlijke voorkeuren of modieuze trends. Solide onderbouwing ontbreekt in veel gevallen. Dit leidt tot tijd-, talent- en geldverspilling. Deze ongezouten kritiek komt van de Onderwijsinspectie in het rapport De Staat van het Onderwijs 2019.

Oog voor onderwijskwaliteit

Associate lector Kwaliteiten van Lerarenopleiders bij het kenniscentrum Kwaliteit van Leren Gerda Geerdink is expert als het gaat om wat wel en niet werkt rond het verbeteren van onderwijs. Zij houdt zich bezig met het ontwikkelen van optimaal lerende onderwijsorganisaties en met onderzoek naar succesfactoren van vernieuwingsonderwijs. In haar onderzoek maakt ze zich sterk voor lerende scholen die openstaan voor samenwerking, kennisuitwisseling en co-creatie met onderwijsprofessionals binnen en buiten de schoolmuren. Om zo, als het aan Geerdink ligt, gezamenlijk het onderwijs op scholen te vernieuwen.

Herken je je in het geschetste beeld?

Geerdink: “De Onderwijsinspectie stelt in haar rapport vast dat het Nederlands onderwijs heel vernieuwingsgezind is, vergeleken met de ons omringende landen. Scholen zijn op zeer verschillende manieren volop bezig nieuwe wegen te bewandelen omdat ze ervan uitgaan dat het beter kan. Dit betekent om te beginnen dat leraren, schoolleiders en bestuurders nadenken over wat ze leerlingen en studenten voor de toekomst willen meegeven en hoe ze dat doen. Dat is positief. Tegelijkertijd stelt de Inspectie vast dat er niet altijd verantwoord wordt geïnnoveerd. De helft van de scholen monitort de leeropbrengsten, maar doet dat in de ogen van de Inspectie niet altijd goed of volledig. Dat kan beter.”

Belangrijke succesfactoren zijn een gemeenschappelijke gedeelde visie binnen de school: uitvoerders en managers/bestuurders die er allemaal achterstaan. Geld speelt natuurlijk ook een rol. Geld betekent ruimte voor professionals om te leren hoe er anders gehandeld moet worden.

Klopt het dat veel scholen methodes invoeren die door de wetenschap al lang achterhaald zijn?

“Scholen vernieuwen op talrijke, uiteenlopende manieren, variërend van kleine aanpassingen tot het totaal omgooien van het roer. Daarbij worden ook methodes ingezet waarvan wetenschappelijk niet  is vastgesteld dat ze werken. Voorbeelden zijn de leerstijlen van Kolb, de Kanjertraining en recenter de Mindset van Dweck. Scholen zijn enthousiast over presentaties en publicaties hierover en willen er zelf mee aan de slag. Of het vervolgens ook effect sorteert, hangt zeker niet alleen af van de vraag of de methode wetenschappelijk bewezen is. De methode is het gereedschap, een onderdeel. Waarvan je wel kunt zeggen dat je met prima gereedschap een heel eind komt, zoals een timmerman profijt heeft van een goede hamer.

Maar daarnaast zijn er invloedrijkere, context-gerelateerde factoren die maken of een vernieuwing tot het beoogde resultaat leidt. Belangrijke succesfactoren zijn een gemeenschappelijke gedeelde visie binnen de school: uitvoerders en managers/bestuurders die er allemaal achterstaan. Geld speelt natuurlijk ook een rol. Geld betekent ruimte voor professionals om te leren hoe er anders gehandeld moet worden. Hiermee wil ik niet zeggen dat je niet na moet denken over de gekozen methode. Maar die methode is slecht één factor in het geheel.”

 

Wat maakt scholen soms zo hardleers?

“Hardleers wil zeggen dat je gelooft in je eigen wijsheid. Dat doen scholen, met hun hoogopgeleide professionals die niets anders voor ogen hebben dan hun werk zo goed mogelijk verrichten. Ze zijn overtuigd van hun eigen aanpak en geloven daarin totdat ze overtuigd worden van het tegendeel. Eigenlijk net als journalisten, of professionals uit andere beroepsgroepen.

Dat er weinig gemonitord wordt, is vaak een centenkwestie. Ook de HAN geeft geen bakken met geld uit aan onderzoek naar de eigen onderwijspraktijk. Dat speelt in de hele sector. Toen een tijdje terug de media berichtten over het vermeende falen van de iPad-scholen, vond het ministerie een uitgebreide effectstudie te duur.”

 

Kun jij scholen in de regio noemen die voorbeeldig hun onderwijs vernieuwen?

“Er zijn mooie voorbeelden in de buurt. Bijvoorbeeld het Agora-onderwijs binnen het Montessori College in Nijmegen, de 10–15 school van hetzelfde Montessori College in Groesbeek, maar ook basisscholen als Het Talent in Nijmegen-Lent en ACT in Arnhem. Dat zijn scholen waar wij als HAN ook mee samenwerken.” Meer over de visie op onderwijsvernieuwing van Gerda Geerdink lees je op SAM by HAN.